Nieuws
Biodiversiteit neemt wereldwijd af
Wetenschappers waarschuwen dat de biodiversiteit wereldwijd gevaarlijk afneemt. Dit is niet alleen slecht voor natuur en ecosysteemdiensten, maar ook voor
05-04-2018 | 13:25

.....het welzijn van de mens. Een afname van de biodiversiteit tast de economie, het levensonderhoud van mensen en de voedselzekerheid aan. Is er ook een lichtpuntje? We hebben de kennis om het tij te keren, maar dan moeten we nu aan de slag.
Het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) brengt als wereldwijd platform de staat van de biodiversiteit en ecosysteemdiensten in kaart, en vertaalt deze naar de betekenis voor de maatschappij. Na drie jaar hard werken door meer dan 550 experts uit 100 landen brengen zij hun nieuwste rapport uit. Met als belangrijkste conclusie: stop nú met het niet duurzame gebruik van de natuur en start met het herstellen ervan. "Anders lopen we het risico de toekomst die we willen mis te lopen, waaronder de mogelijkheid om onze huidige levensstandaard te behouden", aldus IPBES voorzitter Sir Robert Watson.
Amerika, Afrika, Zuidoost-Azië en Oceanië
Het IPBES-rapport heeft de resultaten verdeeld over vier regio's in de wereld. Klimaatverandering is voor Noord- en Zuid-Amerika de grootste bedreiging voor de biodiversiteit. Het gevolg van klimaatverandering is een veranderend landgebruik waardoor de leefgebieden van soorten zullen afnemen. De leefgebieden zijn nu al 31 procent kleiner dan voor de Europese kolonisatie, en nemen naar verwachting voor 2050 met nog 40 procent af.
Bloemenweide (Bron: Liesbet Dirven)Afrika is een rijk, maar ook erg kwetsbaar continent. Veel grote zoogdieren staan onder grote druk; daarnaast telt het continent ook veel planten, vissen, reptielen en vogels waarvoor hetzelfde geldt. Al bijna 500.000 km2 aan land is uitgeput vanwege overexploitatie van natuurlijke bronnen, erosie en verontreiniging. Het gevolg is dat mensen die al in een slechte economische positie verkeren, het alleen maar moeilijker krijgen. Het feit dat de Afrikaanse bevolking naar verwachting zal verdubbelen naar 2,5 miljard inwoners in 2050 helpt ook niet echt.
In Zuidoost-Azië en Oceanië staan vooral de kustgebieden en visserij onder druk door klimaatverandering. Daarnaast komen er steeds meer en grote hoeveelheden invasieve soorten voor. Dit zijn soorten die buiten hun oorspronkelijke verspreidingsgebied terecht zijn gekomen. Als zij in een omgeving belanden waar natuurlijke vijanden ontbreken en prooien onbeperkt aanwezig zijn, is dit een potentiële bedreiging voor de lokale biodiversiteit. In deze regio zijn er gelukkig ook succesverhalen. Zo is er in de afgelopen 25 jaar 14 procent meer beschermd zeegebied bijgekomen, en 0,3 procent meer beschermd gebied op land. Daarnaast is er 2,5 procent meer bos gecreëerd.
Europa en Centraal Azië
Een grote trend in Europa en Centraal-Azië is het intensiveren van de land- en bosbouw. Dit leidt tot een afname in biodiversiteit. Daarnaast consumeert de bevolking meer natuurlijke bronnen dan de regio produceert. Streng beleid en belastinghervormingen op nationaal en internationaal niveau zouden duurzame economische groei moeten ondersteunen.
Het tij keren
Stabiele ecosystemen kunnen veranderingen beter aan. Om de impact van klimaatverandering op te kunnen vangen, is het daarom van belang dat soorten goed worden beschermd en achteruitgang wordt gestopt. Gelukkig zijn er tal van voorbeelden die laten zien dat verandering in beleid wel degelijk kan leiden tot beschermen en herstellen van biodiversiteit. Bijvoorbeeld door natuurbeleid te koppelen aan economische voordelen. Maar ook door lokale kennis te gebruiken en de inheemse bevolking bij beleidsplannen te betrekken, kunnen grote stappen worden gezet. De belangrijkste boodschap is vooral integraal werken en over de grenzen samenwerken.
Dit artikel is gebaseerd op de samenvatting van IPBES-rapport.
Atlas Werkconferentie: Bouwen aan een gezonde en groene leefomgeving
Op dinsdag 17 april organiseren we de Atlas Werkconferentie in de RAI te Amsterdam. Meld u nu aan!
26-03-2018 | 10:26

Op dinsdag 17 april as. organiseren we de Atlas Werkconferentie in de RAI Amsterdam. We zoeken dit jaar de verbinding met de duurzame gebouwde omgeving om samen te Bouwen aan een gezonde en groene leefomgeving. Onze websites Atlas Leefomgeving, Atlas Natuurlijk Kapitaal, Nationale EnergieAtlas, Gids Gezonde leefomgeving en de Gezond OntwerpWijzer bieden allen informatie en handelingsperspectieven om de leefomgeving groen en gezond in te richten.
Komt u ook?
Dat vinden wij leuk! De werkconferentie start met een plenaire sessie. Daarna kunt u meedoen aan vier workshopsessies van elk 45 minuten. Daarbuiten is voldoende tijd voor netwerkmogelijkheden. Natuurlijk kunt u als bezoeker van de Atlas Werkconferentie ook de hele dag de beurs van Building Holland bezoeken. Meld u gratis aan via de website van Duurzaam Gebouwd.
Workshopsessies
Tijdens de inloop kunt u een keuze maken welke workshopsessie u wilt bijwonen. De workshopsessies zijn in verschillende thema's onderverdeeld:- A: Atlassen, de gebruiker centraal
- B: Atlassen in de praktijk
- C: Groene en gezonde leefomgeving I
- D: Groene en gezonde leefomgeving II
- E: Circulaire economie en duurzaam bouwen
- F: Circulaire economie
Programma
8:45-9:45 | Ontvangst, registratie en workshopkeuze | ||
9:45-10:35 | Plenair welkom en start van de werkconferentie | ||
Fred Woudenberg van de GGD Amsterdam vertelt over A'dam en A'dam Havenstad - het deel van het havengebied binnen de ring A10 dat wordt ontwikkeld tot een gemengd stedelijk gebied waarin tot 70.000 nieuwe woningen en 50.000 arbeidsplaatsen komen - en de stevige keuzes die gemaakt zijn rond gezondheid bij de inrichting van het Havengebied. Bent u ook benieuwd naar de stand van zaken rond de informatieproducten in het DSO? Zeer recent is de definitiefase afgerond van het project Informatieproducten / Informatiehuizen en de projectleider Ruben Busink neemt u mee in de eindresultaten van deze fase. Het zijn de bouwstenen waarmee vorm kan worden gegeven aan de daadwerkelijke ontwikkeling en realisatie: van denken naar doen. Een eerste set van negentien informatieproducten is geprioriteerd en ligt thans voor ter besluitvorming. Ruben neemt ons mee in de inhoud, het proces en de kansen voor samenwerking met de Atlas. Work-in-Progress: enkele nieuwe kaarten/producten in de Atlassen, zoals:
| |||
10:35-10:55 | Wissel/Koffie- en theepauze | ||
10:55-11:40 | WORKSHOPRONDE 1 (klik voor beschrijving workshops) | ||
A: Digibeten bestaan niet en mensen zijn niet rationeel Victor Zuydweg / ICTU | |||
B: Workshop met presentatie over DSO en discussie rond informatie producten Ruben Busink / Rjikswaterstaat | |||
C: Wat is de waarde van groen en blauw in de stad? Hoe kunnen wij die waarden meenemen in een ruimtelijk ontwerp? Sandra Boekhold / RIVM, Jacco Schuurkamp / gemeente Den Haag, Stefan Verbunt / RVO en Hans Dekker / HD Landschapsarchitectuur | |||
D: Gezonde stad, gezonde en duurzame mobiliteit en erfgoed Harry Boeschoten / Staatsbosbeheer en Karin van Hoof / Provincie Noord-Holland | |||
E: Het Ambitieweb: een hulpmiddel voor maatschappelijke meerwaarde Henriette Stoop / Rijkswaterstaat | |||
| |||
11:40-11:50 | Wissel | ||
11:50-12:35 | WORKSHOPRONDE 2 (klik voor beschrijving workshops) | ||
A: Ontwerp de nieuwe Atlas Miranda Mesman / RIVM en Rianne Dobbelsteen / IenW | |||
B: Gids Gezonde Leefomgeving en Gezond Ontwerp Wijzer Hanneke Kruize en Brigit Staatsen / RIVM | |||
C: De Levende Tuin, een integrale benadering voor mens, klimaat, natuur en economie Kim van der Leest / Branchevereniging VHG | |||
D: Gezondheid in de gebouwde omgeving Rob van Strien en Imke van Moorselaar / GGD Amsterdam | |||
E: Wonen als service Peter de Wijs en Philip Verbiest / Avans Hogeschool Breda | |||
F: Circulair economiespel: Samen rijk (vervolg van workshopronde 1) Nicole Segers / Creation2Creation | |||
12:35-13:30 | Lunch | ||
13:30-14:15 | WORKSHOPRONDE 3 (klik voor beschrijving workshops) | ||
A: Atlas: standaard onderscheiden? Joost Bakker, Cindy Vros / RIVM en Arno de Bruijn / Rijkswaterstaat | |||
B: Luchtkwaliteit - Samen meten en open data Marita Voogt en Benno Jimmink / RIVM en Michael Ameling / DCMR | |||
C: De Go-methode: samen werken aan een gezonde leefomgeving Kimberly Linde en Ilse Storm / RIVM | |||
D: Ruimtelijke dichtheden en functiemenging in Nederland Arjan Harbers en Wendy Vercruijsse / Planbureau voor de Leefomgeving | |||
E: Klimaatmonitor Gert Nijsink / Rijkswaterstaat | |||
F: Gender en e-waste Chantal van de Bossen / WECF | |||
F: De reis van plastic en hoe dat ons leven beïnvloedt Manon Zwart / RIVM | |||
14:15-14:45 | Wissel/koffie- en theepauze | ||
14:45-15:30 | WORKSHOPRONDE 4 (klik voor beschrijving workshops) | ||
A: Klimaatonderlegger: gelaagde klimaatbenadering van onderop Thomas Jansen / De Gruyter | |||
B: Van data naar inzicht naar handelen - Kansen voor (de Atlas) Natuurlijk Kapitaal Nick Naus / Geodan, Laura van Heeswijk / Provincie Overijssel en Tom Kools / Natuurverdubbelaars | |||
C: The next generation Atlas: klaar voor een nieuwe generatie gebruikers Victor van Katwijk / Geodan en Ruben Zijlmans / FLO Legal | |||
D: Meervoudige waarde met groene daken Anne-Marie Bor / Green Deal Groene Daken en Waternet en Next Green en Kasper Spaan / Green Deal Groene Daken, Waternet en Next Green | |||
E: Timmer mee aan een nieuw programma praktijkonderzoek voor circulair en biobased bouwen Jan Jurriëns en Karen Janssen / AVANS Hogeschool Breda | |||
F: Inventarisatie astbestdaken en groene daken Mathijs van Til / Readaar | |||
15:30 | Netwerkborrel en muziek |
N.B. Het programma is gereed, maar er zijn nog wijzigingen mogelijk. Houd deze pagina in de gaten voor de laatste stand van zaken.
Meer weten?
Wilt u meer informatie over deze werkconferentie? Neem dan contact op met Hans Neele via hans.neele@rws.nl.
Dinsdag 17 april, 08.45-17.00 uur, RAI te Amsterdam; niet te missen!
Volg ons op: @AtlasLO, @Atlas_NK en @nlenergieatlas: #atlas17april
Zwerfafvalophaalregeling (ZOR): minder plastic soep
Begin dit jaar ging de ZOR van kracht. Deze regeling moet er aan bijdragen dat Nederland in plaats van tussenstation eindstation wordt voor plastic afval.
22-03-2018 | 16:08
Schoon water van belang voor mensen, dieren en planten
Schone rivieren, kanalen, meren en een schone zee zijn van groot belang voor mensen, dieren en planten. Op de oevers, in de uiterwaarden en bij stuwen en sluizen van rijkswateren ligt na elke hoogwaterperiode veel zwerfafval. Wordt dit zwerfafval niet opgeruimd, dan stroomt het uiteindelijk richting zee en vergroot het de zogeheten plastic soep. Deze drijvende vuilnisbelt in het noorden van de Grote Oceaan trekt door de grote ringvormige zeestroom het afval naar zich toe. De exacte afmetingen van de plastic soep zijn niet bekend. Naar schatting gaat het om een gebied vele malen groter dan Nederland.
Nare gevolgen voor waterbevolking
Het drijvende plastic heeft gevolgen voor de bewoners van de wateren. Zo kunnen schildpadden en dolfijnen die naar boven komen om adem te halen in het plastic verstrikt raken en stikken. Of waterdieren en watervogels eten het plastic per ongeluk, waardoor hun magen verstopt kunnen raken en ze verhongeren. Uit onderzoek van de WUR blijkt dat 95% van de noordse stormvogels 0,31 gram plastic in hun maag heeft. Dit is ver boven de in de Kaderrichtlijn Marien opgenomen maat die stelt dat 1 op de 10 vogels meer dan 0,1 gram plastic in hun maag mag hebben. Zie ook het schrijnende filmpje dat een studente van Wageningen Marine Research maakte.
Op ons eigen bord
Maar niet alleen voor de waterbevolking heeft het consequenties. Uiteindelijk is er een kans dat we de vervuilde soep op ons eigen bord krijgen. De grote stukken plastic verpulveren op den duur tot stukjes van een millimeter of minder, die zich door het water verspreiden en niet afbreekbaar zijn, de zogeheten microplastics. Deze kunnen in de organen van vissen terecht komen en daarmee ook in ons voedsel. Ook is nog niet bekend in hoeverre microplastics in het drinkwater voorkomen. Daarnaast kunnen aan het plastic toegevoegde stoffen als weekmakers een hormoonverstorende werking hebben. Ook zijn microplastics mogelijk transportmiddel voor ziekteverwekkende organismen. Reden genoeg voor de Gezondheidsraad om in 2016 in een Briefadvies aan de staatssecretaris van het voormalig ministerie van Infrastructuur en Milieu te pleiten voor meer onderzoek en meer bewustwording bij consumenten.
Van tussenstation naar eindstation
Nederland is het laatste station voordat grote rivieren als de Rijn en de Maas uitmonden in de Noordzee. Daarom is het belangrijk om het zwerfafval in deze rivieren terug te dringen. Het kabinet heeft zich in de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (pdf; 0,1 MB) ten doel gesteld de hoeveelheid zichtbaar zwerfafval op oevers en de kust nog vóór 2020 te verminderen. Het opruimen van aangespoeld zwerfafval is wettelijk een aangelegenheid van de betreffende terreineigenaar. Rijkswaterstaat stelt een gezamenlijke aanpak voor om het probleem zo bij de bron aan te pakken. Samen zorgen dat Nederland verandert van een tussenstation voor plastic afval naar een eindstation. Hoe meer organisaties en mensen actief zijn en zich verantwoordelijk voelen voor het probleem, hoe meer bewustwording wordt gecreëerd en mensen worden bereikt. Een mooi voorbeeld wat zo'n aanpak kan opleveren, is het samenwerkingsverband Schone Maas, waarbij alleen al de opruimactie in Eijsden vijf kuub afval opleverde (ongeveer 100 vuilniszakken). Meer projecten staan op het linkportaal Zwerfafval van Rijkswaterstaat. Kijk voor meer informatie over de Zwerfvuilophaalregeling op de website Afval Circulair.
Kaart Ecologische kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen, op de website van de Atlas Leefomgeving (Bron: Atlas Leefomgeving)
Hoe schoon is het water in uw buurt?
Op de pagina's Waterkwaliteit en Thema Water in de leefomgeving op de Atlas Leefomgeving vindt u veel informatie over het belang van schoon water. Benieuwd naar de kwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren bij u in de buurt? Bekijk eens de kaart Ecologische kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen, op de Atlas Leefomgeving. Deze kaart geeft de ecologische toestand weer van de Nederlandse oppervlaktewateren zoals deze zijn gerapporteerd aan de Europese Unie in het kader van de Kaderrichtlijn Water.
Kom ook naar de GLOBE-dag op 27 maart
De GLOBE-dag vindt op dinsdag 27 maart plaats op de Wageningen Universiteit. Kom ook en maak van uw leerlingen echte onderzoekers!
08-03-2018 | 15:53
Het internationale GLOBE-netwerk bestaat uit 31.000 scholen die onderzoek doen naar natuur en milieu in samenwerking met wetenschappers van KNMI, RIVM, WUR en NASA. Leerlingen onderzoeken bodem, water, natuur en atmosfeer in hun eigen schoolomgeving. Zo raken ze betrokken bij uitdagingen en kansen rondom milieu en duurzaamheid en helpen ze wetenschappers met hun onderzoek.
Wat staat op programma?
Op de GLOBE-dag op dinsdag 27 maart vertellen wetenschappers en ervaren GLOBE-docenten hoe scholieren uit het voortgezet onderwijs kunnen bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek. Ook geven ze workshops over thema's als Levende bodem, Weer en klimaat en de GROW-app. Ervaren docenten geven handvaten om GLOBE in de klas in te kunnen passen.
Voor wie?
De GLOBE-dag is bedoeld voor GLOBE-leden, medewerkers van ondersteunende organisaties zoals NME-techniekcentra en docenten (in opleiding) die hun professionele vaardigheden op het gebied van onderzoeksvaardigheden, internationalisering en duurzaamheid willen ontwikkelen.
Ook naar de GLOBE-dag?
Kom ook en meld u aan op de website van GLOBE-Nederland. Attendeer ook leraren in het voortgezet onderwijs op deze dag. Het biedt hen mooie kans om meer te leren hoe zij GLOBE kunnen inzetten binnen hun eigen lesprogramma.
Regenwormen van Nederland in kaart gebracht
De nieuwe kaarten in de Atlas Natuurlijk Kapitaal tonen de dichtheid en diversiteit van de regenwormengemeenschappen.
22-02-2018 | 11:27

Regenwormen
Regenwormen zijn soms te zien als ze na een regenbui naar het bodem oppervlak kruipen of bij het spitten in de (moes)tuin. Veel (weide)vogels foerageren op regenwormen. Regenwormen behoren tot de reuzen van het bodemleven, de zogenoemde macrofauna. Het meeste bodemleven is niet met het blote oog te zien. In Nederland zijn ongeveer 25 regenwormsoorten bekend. In Nederland komen gemiddeld 206 regenwormen per m2 bodemoppervlak voor. Het zijn er zo veel dat ze samen een enorme hoeveelheid bodem omzetten, de natuurlijke ploegcapaciteit. Enkele soorten zijn heel algemeen. Ze worden ingedeeld in drie groepen, op grond van hun voedselkeuze, gedrag en voorkomen: pendelaars, bodembewoners en oppervlakte grazers.
De pendelaars, zoals de soort Lumbricus terrestris, graven diepe verticale gangen en trekken plantenresten tot ver in de bodem. Zij verhogen het gehalte aan organische stof, verbeteren de bodemvruchtbaarheid en versterken het vochtregulerende vermogen. Ze bevorderen de beluchting en stimuleren de microbiële activiteit in de bodem. Deze grote wormen komen vooral ‘s nachts aan het oppervlak. De bodembewoners, de grondeters, zoals de soort Aporrectodea caliginosa leven ondergronds. Zij eten zich als het ware door de grond heen. Zij voeden zich met al afgebroken organisch materiaal vermengd met minerale grond (humificatie). De oppervlakte grazers, de strooiseleters, zijn regenwormen die vlak onder de oppervlakte leven zoals Lumbricus rubellus. Deze soorten grazen vooral het oppervlak af en voeden zich met afgestorven organisch materiaal. Als deze groep ontbreekt, kan een minder goed doorlatende verdichte zode ontstaan. Regenwormen zijn gevoelig voor verontreiniging en grondbewerking, zoals ploegen en mestinjectie.
![]() | ![]() | ![]() |
Strooiseleter (Lumbricus rubellus) | Grondeter (Aporrectodea caliginosa) | Pendelaar (Lumbricus terrestris) |
Wat is te zien op de kaarten
De linker kaart toont de geschatte regenwormdichtheid per vierkante meter in de Nederlandse bodem. De rechter kaart toont het aantal regenwormensoorten per 100 individuen.
De dichtheid en het aantal soorten is hoger bij een hoge pH en bij een hoger gehalte organische stof. Dit is te zien aan de donkere kleuren op de kaarten. In een zure bodem (pH lager dan 4) worden weinig regenwormen gevonden en is de soortenrijkdom klein. In bos op zandgrond worden nauwelijks regenwormen aangetroffen, in heidegebied komen ze niet voor. In graslanden is de dichtheid en het soortenrijkdom het grootst. De meeste soorten en grootste dichtheden worden aangetroffen in de klei- en veenbodems (241- 540 wormen per m2). De kleibodems bevinden zich in de Flevopolder, Zeeland en langs de rivieren. De veenbodems liggen vooral in Friesland en in het Groene hart.
De regenwormenkaarten zijn samengesteld op basis van ongeveer 1300 meetgegevens van het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit. Om vlakdekkende kaarten samen te stellen zijn de gegevens statistisch bewerkt, en vervolgens toegepast in modellen waarmee de regenwormendichtheid en soortenrijkdom geschat kunnen worden.
Betekenis van regenwormen voor de gezonde bodem
Zonder regenwormen zou het leven op aarde er heel anders uitzien. De mens zou niet in de ons bekende gedaante bestaan. Regenwormen zijn essentieel voor het ontwikkelen van vruchtbare, voor de landbouw geschikte, bodems. De structuur, het organische stof, het lucht- en vochtregulerende vermogen en de stofkringlopen worden beïnvloed door de langdurige aanwezigheid van regenwormen. Ter illustratie: voor de vorming van een gezonde laag zwarte teelaarde is er 100 jaren werk van regenwormen nodig en alle regenwormen van Nederland bij elkaar ploegen ongeveer net zo hard door de bodem als alle boeren bij elkaar. De boeren hebben daar brandstofslurpende en zware tractoren voor nodig, regenwormen doen het uit zichzelf met organische stof als brandstof.
Foto's: Ron de Goede (WUR)
Waterberging als ecosysteemdienst steeds belangrijker
Hoe kunnen we ons natuurlijke kapitaal gebruiken om de strijd tegen wateroverlast aan te gaan? Op de Atlas Natuurlijk Kapitaal vindt u mooie praktijkvoorbeelden.
24-01-2018 | 12:18
De afgelopen maanden moest de regenjas vaker aan dan uit vanwege de hevige neerslag. Deze neerslag leidde niet alleen tot hoogwaterstanden in de rivieren, maar ook voor wateroverlast in sommige Nederlandse steden. Hoe kunnen we ons natuurlijke kapitaal gebruiken om de strijd tegen wateroverlast aan te gaan?
Met de opwarming van de aarde neemt ook de hoeveelheid zeewater die verdampt toe. En ‘what comes up, must go down'. Voor landen op onze breedtegraad leidt dit tot een toename van de hoeveelheid neerslag. Zo steeg de jaarlijkse neerslagsom in De Bilt de afgelopen honderd jaar met 14% van 767 naar 890 mm. Ook de afgelopen maand was het nat in Nederland met een gemiddelde neerslag van 112 mm versus het langjarige gemiddelde van 80 mm. Tegelijkertijd ontstaan er door klimaatverandering drogere en warmere zomers met wel weer buien met een grote hoeveelheid neerslag in korte tijd.
Natuurlijke bronnen als wapen tegen wateroverlast
Onze waterhuishouding komt daarmee onder druk te staan. Ons natuurlijk kapitaal kan gelukkig helpen het overtollige hemelwater op te vangen. Onze bodem heeft namelijk het vermogen om water op te nemen. Dit heet waterberging. Bij een onverharde bodem kan het water in de bodem sijpelen. Het water zakt geleidelijk uit naar het grondwater en vanuit daar vindt het zijn weg naar bronnen, beken en rivieren. Vegetatie zorgt voor een geleidelijke opname van het water in de bodem en beschermt deze tegen uitdroging en erosie. Plantenresten, bodemdieren en humus zorgen ervoor dat het water in de bodem wordt vastgehouden.
Belang waterberging als ecosysteemdienst neemt toe
De toenemende verstedelijking leidt echter tot meer verstening in Nederland. Een gevolg is dat door de verharding van de bodem het water minder goed kan worden opgevangen. Zo kan een flinke regenbui voor veel wateroverlast zorgen. Het water kan immers niet direct infiltreren. De opgave voor waterberging in de openbare ruimte is belangrijk voor de aanpassing aan ons veranderende klimaat. Waterberging als ecosysteemdienst wordt daarmee steeds belangrijker voor de leefomgeving. Een bijkomend voordeel van waterberging is dat het opgevangen water in droge periodes kan worden benut.
Waterberging als ecosysteemdienst in stedelijke omgeving
Wat kunnen steden doen om de strijd aan te gaan met het toenemende hemelwater? Dat lees je in het praktijkvoorbeeld Regenafvoer in de stad op de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Zo kunnen gemeenten verspreidingsgebieden met een open bodem aanleggen. Dit verbetert niet alleen de natuurlijke waterafvoer, maar het voorkomt ook verdroging van hoger gelegen gronden. Bijkomend voordeel is dat met meer groen de leefomgeving aantrekkelijker wordt. Ook kunnen gemeenten de aanleg van groene daken stimuleren. Bijvoorbeeld door een groene dak-subsidie aan inwoners of bedrijven te verstrekken. Groene daken houden regenwater vast. Hierdoor komt het langzamer op het oppervlak en heeft het meer tijd om te infiltreren in de bodem. Daarnaast kunnen gemeenten vijvers en singels aanleggen als opslag voor regenwater. Via een infrastructuur van vijvers en singels kan water snel worden afgevoerd naar grotere wateren (kanalen, rivieren, meren).Gemeenten kunnen ook gebruikmaken van een gescheiden riool. Het afvalwater gaat dan gescheiden van het regenwater naar de rioolzuivering en het regenwater direct naar vijvers of sloten. Zo komt het afvalwater bij overstorting niet in het oppervlaktewater terecht. Ook kan de waterafvoer van gebouwen worden losgekoppeld van de riolering. Het praktijkvoorbeeld van de gemeente Laren op de Atlas Natuurlijk Kapitaal is een mooi voorbeeld hiervan. Perceeleigenaren worden verplicht om regenwater af te koppelen van het gemengde riool. Zo'n 30 Nederlandse gemeenten kozen voor de instelling van een verordening die afkoppelen van regenwater verplicht stelt.
Weg met de tegels op naar de vergroening
De tegeltuin wint aan terrein. Dit veroorzaakt een enorme druk op het riool. Want deze tegeltuinen nemen geen water op. Juist bij hoosbuien moet regenwater snel worden afgevoerd om overlast te voorkomen. Burgers die hun tuinen vergroenen, kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van hun buurt. Zeker als je bedenkt dat zo'n 40% van het stedelijk oppervlak in bezitis van particulieren. Operatie Steenbreek enthousiasmeert burgers om hun tuin te vergroenen.
Een taak van ons allemaal
De strijd tegen wateroverlast is er dus niet eentje van alleen waterschappen en gemeentes, maar van ons allemaal. Kan jouw omgeving de regen aan? Check de Atlas Kaart Waterbergend vermogen grondwater om te kijken hoeveel neerslag bij jou in de grond kan worden geborgen.Atlas Werkconferentie: Bouwen aan een gezonde en groene leefomgeving
Op dinsdag 17 april organiseren we de Atlas Werkconferentie in de RAI te Amsterdam. Noteert u de datum alvast in uw agenda?
19-01-2018 | 12:03

Bouwen
De werkconferentie vindt dit jaar plaats als side-event van Building Holland, een congres van Duurzaam Gebouwd. We zoeken dit jaar de verbinding met de duurzame gebouwde omgeving om samen te Bouwen aan een gezonde en groene leefomgeving. De Atlas Leefomgeving, Atlas Natuurlijk Kapitaal, Nationale EnergieAtlas, Gids Gezonde leefomgeving en de Gezond OntwerpWijzer bieden allen informatie en handelingsperspectieven om de leefomgeving groen en gezond in te richten.
Op de werkconferentie willen we aan het Atlas-netwerk, maar zeker ook aan de bezoekers van Building Holland, laten zien hoe een gezonde en groene leefomgeving in de praktijk gerealiseerd kan worden. Daarom zijn we op zoek naar uw bijdrage in de vorm van een presentatie, sessie of workshop. Daarbij hebben we de volgende thema's voor ogen:
- Vergroening in de gebouwde omgeving (bijvoorbeeld groene daken);
- Gezonde stad;
- Gezonde en duurzame mobiliteit;
- Erfgoed;
- Gezonde scholen;
- Asbest;
- Energie;
- Circulaire economie (hergebruik en biobased materialen);
- Binnenmilieu.
Programma
De presentaties en sessies vinden plaats in drie workshoprondes van 45 minuten. Heeft u een onderwerp of thema in gedachten dat past binnen deze thema's, neem contact op met onze relatiebeheerder Hans Neele (hans.neele@rws.nl, 06-21149906).
Tips
Mogelijke onderwerpen die de bezoekers van Building Holland kunnen verleiden om naar uw presentatie te komen:
- Welke informatie in de Atlassen heeft impact op de leefomgeving?
- Welke verbinding hebben we met bouwend Nederland?
- Welke mooie voorbeelden hebben we van samenwerking dwars door sectorgrenzen heen?
- Met welke innovaties of nieuwe ideeën kunnen we anderen inspireren?
Building Holland
Het innovatie-event Building Holland is van 17 tot en met 19 april. Gedurende deze periode hebben de Atlassen een stand op de beursvloer (dus niet alleen tijdens de Atlas Werkconferentie op 17 april). We bieden daar ook graag de mogelijkheid aan onze partners uit het Atlas-netwerk om zichzelf (of interessante projecten) te presenteren. Heeft u interesse of suggesties, neem dan contact op met Hans Neele (hans.neele@rws.nl 06-21149906). Tijdens de beursdagen zijn er podia op de beursvloer en in de foyer waar korte pitches gehouden kunnen worden (maximaal 15 minuten). Ook daar mogen we ons voor aanmelden. Laat het weten als u geïnteresseerd bent.
Project of pilot
Heeft u een project of pilot rondom een groene en gezonde leefomgeving, laat het ons weten. We kunnen dan uw informatie delen via een van onze sites. Neem hiervoor contact op met Miranda Mesman (miranda.mesman@rivm.nl of 030-2743138).
We ontvangen alle reacties graag voor donderdag 1 februari aanstaande, zodat we alvast een globaal programma kunnen opstellen.
Dinsdag 17 april, 09.30-17.00 uur, RAI te Amsterdam; niet te missen!
Volg ons op: @AtlasLO, @Atlas_NK en @nlenergieatlas: #atlas17april
Milieu-effecten stoppen niet bij de grens
Op veel gebieden vindt er samenwerking met Duitsland plaats. Er wordt ook hard gewerkt aan grensoverschrijdend kaartmateriaal. Dat is nog een hele uitdaging.
14-12-2017 | 7:20
"Als ik noordwaarts kijk, kijk ik naar Nederland. Maar ik ben niet in België. Rara waar ben ik?" Nou, bijvoorbeeld in westelijk Noordrijn-Westfalen. Dat stukje waar Duitsland en Nederland enigszins om elkaar heen kringelen. Dichtbij en mentaal toch vaak ver weg. Terwijl een overstroming zich niet aan grenzen houdt. Net zoals effecten van luchtvervuiling of geluid tot over beide grenzen rijken.
Atlas en Umweltportal
Er wordt al op heel wat gebieden samen opgetrokken met Duitsland. Zo werken de vier oostelijke provincies van Nederland op milieugebied al jaren samen met de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Het gaat dan om Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel. Eén van die samenwerkingsverbanden gaat over grensoverschrijdend kaartmateriaal. De Atlas Leefomgeving en de Atlas Natuurlijk Kapitaal werken daarbij samen met de ‘Atlas' van Noordrijn-Westfalen: het Umweltportal. Net als de Atlas Leefomgeving is dit Duitse geodata-portaal een uitwerking van het Verdrag van Aarhus. Deze Europese overeenkomst verplicht landen milieu- en gezondheidsinformatie voor iedereen toegankelijk te maken.
Tussen Nederland en Duitsland is afgesproken dat zij bij grote projecten elkaar inlichten. Dit betreft projecten waar een MER-verplichting voor geldt (het opstellen van een Milieu Effect Rapportage). Over alle MER-plichtige projecten binnen een afstand van vijf kilometer van de grens wordt het buurland (het betreffende bevoegde gezag ) geïnformeerd. Dit gebeurt ook als het project op grotere afstand van de grens wordt gerealiseerd, als er daardoor belangrijke nadelige milieugevolgen in het buurland kunnen ontstaan. Ook voor heel veel andere zaken is het gewoon handig om van elkaar te weten wat er speelt. Zeker als zijnde grensbewoners.
Grensoverschrijdend
De inwoner van NoordRijn-Westfalen kan voor kaartinformatie over de leefomgeving terecht op het Umweltportal. De Nederlander kan bijvoorbeeld op de Atlassen heel veel data vinden. De aanbieders van deze data kappen echter de informatie nog af bij de grens. Geluidscontouren rond wegen stoppen bij de grens, net als fijnstofkaarten en aangewezen natuurgebieden. Dat afkappen gaat soms zelfs heel abrupt. Links in beeld de geluidscontouren van een Duitse weg (hier de directe link naar deze kaart). De blauwe lijn is de Nederlands-Duitse grens. De contourdelen die in Nederland liggen (de Achterhoek) zijn weggelaten, want dit zijn contouren van de Duitse weg. Een raar gezicht. En vreemd natuurlijk: het geluid zelf kent uiteraard helemaal geen grens.
Dit zou toch anders moeten kunnen. Voor veel kaarten kunnen we dit zelf regelen, zodra de kaarten in een openbaar georegister beschikbaar zijn. Voor kaarten waar rekenmodellen voor nodig zijn (zoals voor geluidkaarten en luchtkwaliteit), heb je de invoergegevens nodig uit het buitenland om die modellen voor dit gebied te kunnen gebruiken. Zo kan er bijvoorbeeld een geluidscherm staan, of zijn er gebouwen aanwezig die het geluid tegenhouden. Die objecten moeten allemaal in het model ingebracht worden om een betrouwbare berekening te kunnen doen. Voor dit soort kaarten heb je dus uitwisseling nodig van invoerdata voor de modellen. Of je moet zorgen dat de kaarten op elkaar aansluiten bij de grens (met precies dezelfde kleuren en klassegrenzen).
Toekomstmuziek
Ook de teams achter Atlas Leefomgeving en Atlas Natuurlijk Kapitaal zouden graag zien dat kaartinformatie doorloopt tot over de grenzen. Het uiteindelijke doel is dat er harmonisatie van software en kaartmateriaal plaatsvindt. Zodat we in de toekomst allemaal, maar grensbewoners in het bijzonder, met één blik op de kaart kunnen zien dat er bijvoorbeeld nieuwe windmolens aan de andere kant van de grens worden gepland. Net zoals het dan gemakkelijk moet worden om te kunnen bekijken of een verslechtering van luchtkwaliteit bij de oosterburen, ook bij ons effect heeft. Of wat te denken van de risico's op een overstroming van de Rijn. Al die leefomgevings-informatie zou eensluidend en duidelijk moeten kunnen worden getoond, zonder dat de grens een belemmering is.
Op de kaart hiernaast wordt een enkel voorbeeld getoond. De blauwe vakjes zijn bestaande windmolens in Noordrijn-Westfalen. De ballonachtige icoontjes zijn de locaties van windmolens (gegroepeerd) in de oostelijke delen van Nederland. Deze kaart is er nog niet, maar de onderdelen zijn al wel los van elkaar te bekijken.
Het Nederlandse deel staat op de Atlas Natuurlijk Kapitaal en de Nationale Energieatlas. Het Duitse deel op het Umweltportal. We hopen komende tijd stappen te zetten richting verdere harmonisering. Wordt vervolgd.
Koolstofvastlegging vegetatie in beeld
Door een slimme combinatie van gegevens biedt de nieuwe koolstofkaart unieke informatie over hoeveel koolstof de Nederlandse vegetatie op jaarbasis vastlegt.
16-11-2017 | 9:08

Koolstofdioxide (CO2) is één van de belangrijkste broeikasgassen. Broeikasgassen zorgen ervoor dat de warmte van de zon wordt vastgehouden. Sinds de industriële revolutie nam het gebruik van fossiele brandstoffen (gas, olie en kolen) sterk toe. Bij de verbranding komt CO2 vrij. Het wereldwijd kappen van bos verminderde de natuurlijke mogelijkheden om koolstofdioxide op te slaan. Dit alles leidde tot een sterke toename van CO2 in de atmosfeer (40% meer dan 250 jaar geleden) en droeg bij aan een versnelde opwarming van de aarde. Het realiseren van het terugbrengen van de CO2-uitstoot is daarom één van de speerpunten van het nieuwe kabinet.
Planten belangrijk voor CO2-afname
Bomen en planten op het land en fytoplankton in zee nemen CO2 uit de atmosfeer op. Via fotosynthese wordt CO2 omgezet in bouwstoffen voor plantengroei. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer neemt door dit proces af. Daarnaast neemt de biomassa van deze planten toe, zowel bovengronds (in hout, bladeren en vruchten) als ondergronds (in wortels). En die biomassa is essentieel voor een divers aantal ecosysteemdiensten. Zo is het in de landbouw nodig om landbouwgewassen te kweken en leidt het in productiebossen tot een toename van het volume oogstbaar hout.
Inzicht in productiviteit Nederlandse vegetatie
De koolstofkaart toont hoeveel koolstof er in 2013 werd opgenomen door de vegetatie in Nederland. Dit wordt de netto primaire productie genoemd: het verschil tussen wat vegetatie aan CO2 opneemt en via fotosynthese weer uitademt. Daarmee geeft de kaart informatie over de productiviteit van planten door heel Nederland, voor zowel natuurlijke vegetatie als landbouwgewassen. Daarbij is het wel zo dat de kaart niet aangeeft hoeveel van deze biomassa is geoogst en hoeveel in de vegetatie is behouden. Op basis van de kaart kan dus niet worden beoordeeld hoeveel koolstof er in 2013 blijvend is vastgelegd. De kaart is gemaakt voor het jaar 2013, maar kan in principe voor elk jaar worden geüpdatet.
Grotere ruimtelijke en temporele nauwkeurigheid
Voor de totstandkoming van de kaart zijn satellietgegevens gebruikt. Deze zijn op basis van een rekenmodel (volgens de methode van MODIS) met elkaar en met de Ecosystem Unit kaart voor 2013 van het CBS gecombineerd. Zo kan op lokaal niveau en met grote ruimtelijke en temporele nauwkeurigheid de koolstofopname worden ingeschat. Eerdere modellen gaven grovere en niet altijd nauwkeurige ruimtelijke en temporele schattingen. Deze kaart biedt een hogere resolutie van 10x10 meter waarmee een hoge kwaliteit aan ruimtelijke informatie kan worden geboden. Bovenstaande animatie geeft een overzicht van de gemiddeld netto koolstofopname in de maanden januari tot en met december 2013.
Waar kan de kaart voor worden ingezet?
De koolstofkaart is interessant voor de overheid, agrariërs, groenvoorzieners, natuurontwikkelaars, bedrijven en burgers. Zo kunnen op basis van de kaart schattingen worden gemaakt van de hoeveelheid natuurlijk veevoer of de houtproductie van bossen. Ook kan een schatting van de koolstofvastlegging van de Nederlandse vegetatie worden gebruikt in regionale of nationale beleidsplannen om CO2-concentraties in de atmosfeer te verminderen. De maandelijkse kaarten bieden een temporeel overzicht van klimaateffecten, landschapsveranderingen en de invloed van landschapbeheermaatregelen op een bepaald gebied of een bepaald soort vegetatie. Dit kan richting geven bij het ontwikkelen van toekomstscenario's of beleidsplannen voor gebiedsinrichting.
Reageren?
Bent u beleidsmaker, landbouwer of anderszins geïnteresseerd en wilt u reageren op deze kaart? Neem contact met ons op via: atlasnatuurlijkkapitaal@rivm.nl. Wij zouden het ook leuk vinden als u ons laat weten als u deze kaart voor een bepaald doel hebt gebruikt, bijvoorbeeld voor een beleidsvisie of informatiebijeenkomst.
Waar liggen de vruchtbaarste percelen voor uw gewas?
Nieuw: voedsel- en veevoerproductiekaarten beschikbaar op de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Informatie voor vijf gewastypen in beeld.
19-10-2017 | 9:01
Meer dan 65 procent van het Nederlandse bodemgebruik bestaat uit landbouw. Om inzichtelijk te maken hoe geschikt de bodem is voor bepaalde gewassen, zijn er nu voedsel- en veevoerproductiekaarten beschikbaar op de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Met daarin tevens een grove indicatie van de geldelijke opbrengst. Laat ons weten wat u van deze kaarten vindt.
Breed inzetbaar
Deze nieuwe kaarten zijn onderdeel van het Atlas-streven om alle ecosysteemdiensten van Nederland in beeld te brengen. Met daarbij als achterliggend doel om zo duurzaam mogelijk onze natuurlijke hulpbronnen in te zetten.
Deze kaarten kunnen dienen als informatiebron voor planvormers op het gebied van ruimtelijke ordening en voor de landbouwsector. Ook zijn ze inzetbaar als lesmateriaal op scholen. Zo kun je leerlingen laten nadenken over de redenen om maïs of bloemkool op een bepaalde plek te verbouwen.
Geschiktheid per gewas
De informatie is met behulp van kleuren ruimtelijk inzichtelijk gemaakt en beschikbaar voor vijf gewastypen: fruit, gras, groente, maïs en akker. Onder akker vallen onder andere granen, bieten, aardappelen en uien. Onder groente verstaan we tuinbouwproducten als broccoli, prei, wortels en boerenkool. Voor elk van deze gewastypen is een viertal kaarten beschikbaar. De eerste kaart geeft de potentiële geschiktheid van de bodem voor het gewas aan, bijvoorbeeld de kaart ‘potentiële productie van fruit' bij deze tekst. Met hulp van de legenda (niet in beeld) zien we op deze kaart onmiddellijk dat de ingepolderde regio's en riviergebieden dé plekken zijn voor goede fruitoogsten..
De tweede kaart geeft het actuele rendement van dit gewas aan (actuele productie). Bijvoorbeeld de kaart ‘actuele productie van akkerbouwgewassen'. In deze kaarten komen alleen de percelen in beeld waar ook daadwerkelijk het aangegeven gewas aanwezig is. Hier geldt, hoe paarser de kleur, des te maximaler de productie. De meer lichtroze kleuren geven juist een ongeschiktheid weer. Een lichte kleur betekent daarbij niet dat er een foute gewaskeus is gemaakt, het is dus geen waardeoordeel. Immers, het ‘optimale' gewas kan vanwege andere redenen niet gekozen zijn.
De derde en vierde kaart gaan over de opbrengsten van de percelen per gewastype, mét en zonder subsidie. Dat zijn landbouwsubsidies vanuit de EU. Bijvoorbeeld de kaart ‘waarde van actuele productie van maïs met subsidies'.
Combineer en zie meer
Daar waar het verbouwde gewas het beste aansluit op de fysische gesteldheid van de bodem, zal de opbrengst maximaal zijn. Voor de kaart hier rechts in beeld, hebben we twee kaarten gecombineerd. Als we de kaart van potentiële productie opzetten voor groenten, zien we dat grote delen van Zuid-Nederland, het oosten en de kustzone daar geschikt voor zijn. We zoomen in op de kop van Noord-Holland, omgeving Medemblik. Voegen we in datzelfde beeld de kaart van de actuele productie (data 2013) , dan wordt gelijk extra inzichtelijk op welke percelen de opbrengsten het hoogst zijn. Daar is de kleur donkerpaars. Deze kaart kunt u ook zelf opzetten en bestuderen in de Atlas Natuurlijk Kapitaal.
Reacties
Uiteraard is de modellering met uiterste zorgvuldigheid gedaan. Daarvoor heeft het RIVM voortgeborduurd op het model dat VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) voor Vlaanderen heeft gemaakt. Maar ook daar waar men accuraat te werk gaat, kan de werkelijkheid er anders uitzien. Bent u landbouwer, beleidsmaker, of anderszins geïnteresseerd en wilt u reageren op deze kaart, dan horen wij het graag. Ook als u deze kaart bijvoorbeeld inzet in een overleg, informatiebijeenkomst of voor het opstellen van een Omgevingsvisie; laat het ons weten. Stuur uw mail naar: atlasnatuurlijkkapitaal@rivm.nl. U kunt ook op de site terecht voor achtergronddocumentatie over de totstandkoming van de kaart. Deze kaarten blijven voorlopig volop in ontwikkeling, uw op- en aanmerkingen kunnen ons daarbij helpen.
Leer meer over Green Deal Infranatuur
De Green Deal Infranatuur organiseert op donderdag 16 november in Heiloo een symposium rond de Green Deal Infranatuur.
03-10-2017 | 16:19
Interactief programma
Tijdens het symposium Infranatuur worden deelnemers tijdens een interactief programma vanuit een realistische casus meegenomen in de vier thema's van de Green Deal. Ook zijn er parallelsessies rond onderwerpen als omgevingsmanagement, wet- en regelgeving, businesscases en aanbestedingen. Er is ook een infomarkt waar infranatuur in de praktijk wordt getoond. Vooraf kunnen deelnemers deelnemen aan een Groensafari over het terrein. Aan het einde van de bijeenkomst sluiten een aantal nieuwe partijen aan bij de Green Deal Infranatuur.
Aanmelden?
Hebt u interesse? Het volledige programma van het Symposium Infranatuur vindt u op deze pagina van de Green Deal Infranatuur. Onderaan deze pagina vindt u het aanmeldformulier. Aanmelden kan tot 10 november.
Meer informatie?
- Meer informatie over de Green Deal Infranatuur (en andere Green Deals) vindt u op Greendeals.nl
- Of bekijk de samenvatting van de Green Deal Infranatuur
- Bekijk de animatiefilm en zie hoe infranatuur kan werken.
Natuurlijk kapitaal ook biologie
De week van de biologie gaat deze week van start. Het doel? Biologie voor iedereen.
25-09-2017 | 9:48

Men hoeft zich niet te vervelen van 25 september t/m 1 oktober. Wel 176 activiteiten worden georganiseerd in het kader van de week van de biologie. Denk hierbij aan excursies naar natuurgebieden, lezingen van de kenners, maar ook paddenstoelen zoeken en vleermuizen speuren. Naast deze activiteiten worden er ook schoolexperimenten gedaan waar onder andere wordt gekeken naar bodemdieren en tuinslakken, maar ook waterkwaliteit wordt gemeten.
Atlas Natuurlijk Kapitaal
Wat kan Atlas Natuurlijk Kapitaal betekenen voor de week van de biologie? Er kan volop inspiratie worden gevonden! Natuurlijk kapitaal bestaat uit diensten en voorraden die de natuur ons levert en dat heeft weer allemaal met biologie te maken. Denk aan de ecosysteemdienst Voedsel. Planten en dieren staan aan de basis van ons voedsel. Zo hebben we de bijen die zorgen voor bestuiving van onze planten en gewassen. En de bijendiversiteit staat bij ons op de kaart.
De ecosysteemdienst Natuurlijk Erfgoed is ook nauw verbonden met biologie. Hier valt de beleving van wilde planten- en diersoorten onder. Maar ook fossielen en landschappen die typisch Nederlands zijn met kenmerkende begroeiing en bijvoorbeeld unieke vlinders. Allemaal geschikt om extra in het zonnetje te zetten tijdens de week van de biologie.
Biologie inzetten voor duurzaamheid
Biologie kan ons ook enorm helpen en daar kan deze week vol aandacht aan bijdragen. Biologie kan worden ingezet om duurzaamheid en gezondheid te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan ziekte- en plaagregulatie op natuurlijke wijze waarbij natuurlijke vijanden van ziekteverspreiders worden ingezet bij gewasteelt. En wat te denken van fijn stof afvangen in steden door de aanleg van meer bomen, parken en ander groen.
Lees meer over de week van de biologie en bekijk alle activiteiten op de website.
Meerdere vliegen in 1 klap
Volgens het oordeel van de rechter in de Milieudefensie-zaak doet de Staat te weinig tegen luchtvervuiling. Wat te denken van inzet van groen?
21-09-2017 | 8:06
Belangrijk voor een oplossing voor wat betreft luchtvervuiling is vermindering van uitstoot bij de bron. Inzet van natuurlijk kapitaal kan echter ook een bescheiden bijdrage leveren. Bovendien sla je met inzet van groen meerdere vliegen in één klap.
Wat is natuurlijk kapitaal?
Al onze natuurlijke hulpbronnen kunnen geclassificeerd worden als natuurlijk kapitaal. Dit kapitaal kan vervolgens worden ingezet ten dienste van de mens. Te denken valt aan waterzuivering in de ondergrond, wind voor windenergie en duinen als zeewering. Ook onze productiebossen vallen onder dit type kapitaal. Het is leefgebied voor flora en fauna, er kan gerecreëerd worden én het levert hout op. Oftewel; natuurlijke hulpbronnen dienen vaak vele doelen en het is daarom belangrijk om uitputting te voorkomen. Wie er even voor gaat zitten, kan waarschijnlijk vele van deze natuurlijke hulpbronnen bedenken.
Groen als afvang
In het streven naar een betere luchtkwaliteit zou de natuurlijke hulpbron ‘groene vegetatie' kunnen worden ingezet. Het aanwenden van vooral opgaande begroeiing kan namelijk leiden tot extra invang van verontreinigende stoffen. Uiteraard gaat het dan niet om bestrijding bij de bron, maar over verzachting van de effecten.
Fijnstof en stoffen zoals stikstofdioxide en ozon, kunnen deels worden ingevangen door naalden en bladeren van bomen. Het hangt van het type stof af, welke soort groen het beste bijdraagt. Bovendien zal een deel van de stoffen weer van het blad of van de naalden af kunnen waaien.
Die wind is sowieso een belangrijk facet. Daar waar groen wordt ingezet als bijdrage aan een betere luchtkwaliteit, mag de doorstroom van lucht niet gehinderd worden. Gebeurt dat wel, dan kan de vervuiling niet ontsnappen en bijgevolg het lokale effect een verslechtering van de luchtkwaliteit zijn. Dus een forse bomenrij in een smalle straat met hoogbouw, dat werkt niet. Staan ze er nu al wel, dan is goed snoeiwerk relevant. Verticale gevelbegroeiing lijkt op zo'n plek echter efficiënter.
Groen als gezond
De precieze mate waarin groen vervuiling afvangt en mogelijk demping van straatgeluid teweegbrengt, is nog onduidelijk. Wel zal de inzet van groen, of het nu bomen, groene gevels of groene daken zijn, op diverse andere vlakken ook vruchten afwerpen. Zo heeft groen een aangetoond effect op verkoeling in de stad tijdens hete perioden, zorgt groen voor waterberging bij zware buien en kan contact met groen stress verlagen bij de inwoners. Een groene woonomgeving nodigt bovendien uit tot bewegen, wat een goed middel is tegen obesitas en depressie. In z'n algemeenheid heeft groen in de stad dus een positief effect op de leefbaarheid van een wijk. Goed ingericht groen is belangrijk voor de biodiversiteit in stedelijk gebied. En voor wie een economisch motief wil; de aanwezigheid van groen in de directe omgeving van een woning verhoogt de waarde van dit vastgoed.
Met uw hulp op weg naar beter bruikbare Atlassen
Hoe zouden uw ideale Atlas Leefomgeving en Atlas Natuurlijk Kapitaal eruit zien? Om deze vraag te beantwoorden, is in juni een korte enquête uitgezet. De resultaten zijn binnen!
15-09-2017 | 15:44
De Atlassen Leefomgeving en Natuurlijk Kapitaal komen voort uit de wettelijke opdracht van de overheid om te voorzien in toegankelijke milieu-informatie. Beide Atlassen zijn volop in ontwikkeling en worden continu aangepast. Vraag en aanbod moeten goed op elkaar aansluiten en de Atlassen moeten zo gebruiksvriendelijk mogelijk zijn. Dit kunnen wij niet alleen, daar hebben wij uw hulp voor nodig. Daarom hebben wij in juni een korte enquête uitgezet bij Nature Today en op ons eigen portaal. 140 mensen deden mee, afkomstig uit diverse sectoren (overheid, bedrijfsleven, onderwijs).
Nog te onbekend
Het merendeel van de deelnemers had niet eerder van de Atlas Natuurlijk Kapitaal gehoord. Dat kwam voor ons niet echt als een verrassing. Wij werken er dan ook hard aan om de naamsbekendheid van de Atlas te vergroten. Een mooie stap in dit verband is onze recente samenwerking met het platform Nature Today. Dit internet-podium bericht over actuele ontwikkelingen in en rondom de natuur (inclusief citizen science) en vormt voor ons een mooie plek waar wij nieuwe kaarten en thema's van de Atlas Natuurlijk Kapitaal kunnen delen.
Wat kan beter?
We vonden het leuk om de positieve reacties te lezen. Zoals ‘Ga vooral door met de Atlassen!' en ‘Geweldig initiatief'. Natuurlijk waren er ook suggesties voor verbetering. Zo stelde een deelnemer voor om een tijdladder aan de kaarten toe te voegen zodat gebruikers veranderingen kunnen waarnemen: hoe was de situatie twee jaar geleden en nu? Een andere gebruiker pleitte voor een mobiele versie van de Atlassen. Op de vraag welke kaarten de deelnemers nog op de Atlassen misten, werden kaarten genoemd die de intensieve veeteelt weergaven, maar ook de uitputting van het natuurlijk kapitaal (bodem en water).
Leuk zo'n gebruikersonderzoek, maar hoe verder?
Wij willen alle deelnemers hartelijk danken voor de medewerking en nemen al uw waardevolle suggesties mee. Misschien kunnen we niet alle ideeën meteen uitvoeren, ze helpen ons wel om prioriteiten te stellen en beter aan te sluiten bij wat gebruikers nodig hebben. Zo staat de ontwikkeling van de mobiele versie ook bij ons hoog op de agenda. Ook heeft een aantal mensen zich opgegeven voor ons gebruikerspanel. Met deze ‘denktank' willen we de Atlassen gaan door ontwikkelen met nieuwe functionaliteiten en prioriteiten. Zo kunnen we onze gebruikers nog beter van dienst zijn.
Globe levert mondiale database met hulp van scholieren
Scholieren helpen binnen het wereldwijde netwerk GLOBE wetenschappers door hun eigen leefomgeving te onderzoeken. Zo'n 30.000 scholen uit 117 landen doen mee.
31-08-2017 | 8:16
De scholen ondersteunen NASA met het onderzoek om droogtes en overstromingen te kunnen voorspellen op basis van informatie over de vochtigheidstoestand van de bodem. Met waarnemingen vanaf de grond kan NASA de gegevens die de Soil Moisture Active Passive Mission (SMAP)-satelliet uit de ruimte meet, beter interpreteren. Er zijn ruim 90 scholen (15% van alle middelbare scholen in Nederland) aangesloten bij het GLOBE-netwerk. Zij werken samen met enkele gerenommeerde kennisinstituten waaronder KNMI, RIVM en Wageningen UR.
Zelf onderzoek doen in GLOBE-project ‘De levende bodem'
Zo doen HAVO-4 leerlingen van het Wartburcollege Rotterdam in het GLOBE-project ‘De levende bodem' samen met het RIVM bodemonderzoek. Ze onderzoeken hoe gezond de bodem is door de macrofauna te tellen en de bodemademhaling en het gehalte aan organische stof te bepalen. Leerlingen maken zo kennis met het belang van bodemkwaliteit, bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit. Maar ook worden zij zich bewust van de belangrijke rol van de bodem en hoe deze de duurzaamheid in de toekomst positief kan beïnvloeden.
Met GrowApp veranderingen in landschap vastleggen
GLOBE Nederland lanceerde ook een Europese campagne waarbij leerlingen en burgers met hun smartphone veranderingen in het landschap kunnen vastleggen. Hiervoor ontwikkelde GLOBE Nederland een speciale app: de GrowApp. Met deze app kunnen leerlingen en burgers time lapse video's maken waarmee de seizoenveranderingen in hun achtertuin, straat of omgeving zichtbaar worden. Deze data helpt wetenschappers die onderzoek doen naar het effect van veranderingen in weer en klimaat op de natuur en het landschap.
Meer informatie?
- Kijk op de website van het GLOBE-project.
- Voor informatie over GLOBE en de genoemde lesmaterialen kunt u contact opnemen met Matthijs Begheyn op 06-14819095.
- Ook aan de slag met de GrowApp? Download de app via www.growapp.today.
- Bekijk artikel Globe levert mondiale database in het tijdschrift Bodem (nummer 4, augustus 2017).
Nederland als lichtbron
De komende maanden sterren bekijken? Op de kaart wordt zichtbaar waar dat het beste kan.
24-08-2017 | 8:00
De nachten worden alweer langer. De komende tijd verschijnt steeds vroeger in de avond de sterrenhemel. Kunstmatige verlichting houdt echter de meeste sterren buiten ons gezichtsvermogen. Bekijk op de kaart hoe licht uw omgeving is en zoek de donkerste plekken.
Belang van donkerte
Licht en donker zijn cruciaal voor de mens. Onze biologische klok wordt er door gereguleerd en daarmee allerlei fysiologische processen in ons lijf. Een junivakantie op Spitsbergen, waar het dan continu licht blijft, zorgt in eerste instantie ook na middernacht niet voor vermoeidheid. Totdat je een donkere hotelkamer instapt en binnen een paar tellen ligt te slapen. Donkerte maakt ons moe, licht pept ons op. In het donker slapen we, in het licht hebben we onze dagelijkse bezigheden.
Om tijdens de winter niet al om 18.00 uur in bed te hoeven duiken, zijn we gelukkig voorzien van kunstmatig licht. In huis en buitenshuis. Bij zwak licht dringt gegaap zich op, onder tl-buizen en andere felle lampen houd je het langer uit. De vele verlichting in de openbare ruimte is handig om ons beperkte gezichtsvermogen te helpen, maar heeft ook bij-effecten. Er zijn aanwijzingen dat nachtelijke verlichting het gedrag en de fysiologie van dieren verstoort. Veel insecten worden door licht aangetrokken en daardoor in hun oriëntatie gehinderd. Konijnen raken in koplampen gevangen met alle gevolgen van dien. Trekvogels kunnen 's nachts uit koers raken door verlichting, bijvoorbeeld van het uitgezonden licht van boorplatforms op de Noordzee. Maar ook plantengroei kan beïnvloed worden door de aanwezigheid van verlichting.
Beperkte sterrenhemel
Nederland is een van de meest verlichte landen ter wereld. Naast de al genoemde aspecten leidt dat tot een ander nadeel: het zicht op de sterrenhemel is bij ons beperkt. Tijdens een heldere nacht zijn er maar weinig plekken binnen onze landsgrenzen waar de Melkweg te zien is. Dat is jammer. Immers, het zien van een overdaad aan sterren genereert een mentaal effect. Het maakt ons klein in de aanblik van oneindigheid.
De Atlas Natuurlijk Kapitaal toont het effect van kunstmatige verlichting in relatie tot de sterrenhemel. Dit gaat aan de hand van twee kaartsoorten: Hemelhelderheid en lichtemissie.
Hemelhelderheid en lichtemissie
Hemelhelderheid toont ons de berekende lichtsterkte van een punt aan de hemel als je recht omhoog kijkt. Hoe meer lichtvervuiling, hoe groter de lichtsterkte. Hoe minder lichtvervuiling, des te minder de lichtsterkte. Deze wordt uitgedrukt in millicandela per m², waarbij de gele en oranje plekken de locaties zijn waarvandaan het meeste licht wordt uitgestraald.
Hemelhelderheidskaarten komen voort uit berekeningen. In die berekeningen zijn diverse typen landgebruik ingevoerd; kassen, sportterreinen, bedrijventerreinen, snelwegen en woongebieden. Bij ieder type landgebruik horen standaardwaarden in licht en lichtarmaturen. De kaarten gaan zowel over de avond (waarin sportvelden en een deel van de kassen verlicht zijn) als over de nacht (waarin veel lichtbronnen uit zijn). Vandaar dat de kaart van de avond veel meer lichtuitstraling laat zien, dan de kaart van de nacht. Van beide etmaaldelen is er een bewolkte en een onbewolkte versie. De bewolkte zal meer geel en oranje tonen. Immers, er vindt meer weerkaatsing en verstrooiing van licht tegen de bewolking plaats. Kassencomplexen zijn op een bewolkte avond dan ook al vanaf een aanzienlijk afstand te herkennen aan de rode/oranje gloed die kilometers ver kan reiken. Ook een kilometers verder gelegen sterrenwacht zal daardoor minder goed de hemelkoepel kunnen bestuderen.
Naast deze kaarten hebben we ook een kaart van de lichtemissie. Deze kaart toont hoeveel licht er 's nachts vanaf de grond wordt uitgezonden. Zeg maar, hoeveel licht je ziet als je met het internationale Ruimtestation ISS over Nederland heen vliegt. De originele kaart beslaat de hele wereld en is van de NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration). Die kaart bestaat uit bewerkte satellietgegevens per maand. De in de Atlas opgenomen kaart is een uitsnede die door het RIVM is gemaakt.
Wat valt op
Regio's die het meeste licht uitstralen zijn de Randstad, de individuele steden, industriezones en wegen. Dit geeft dus ook meteen aan waar de meeste sterren te zien zijn en waar flora en fauna de minste verstoring van licht ondervinden: omvangrijke natuurgebieden, landelijke gebieden en de Wadden. Het is niet voor niets dat twee van onze donkerste plekken op de noordkust liggen: het Lauwersmeer en de Boschplaat op Terschelling. Deze twee plekken zijn door de Dark Sky Association, een organisatie die opkomt voor het behoud van de natuurwaarde ‘donker', uitgeroepen tot Dark Sky Park.
U kunt uw eigen woonplaats opzoeken op de kaart door in te zoomen en door met de kaart te schuiven. U kunt kijken welke plek nabij uw woonlocatie relatief het donkerst is. En als u graag in de herfstvakantie een weekje zoveel mogelijk sterren wilt zien, kunt u natuurlijk met de kaart bij de hand een donkere regio uitkiezen.
Directe link naar: hemelhelderheid avond met bewolking, hemelhelderheid avond zonder bewolking, hemelhelderheid nacht met bewolking, hemelhelderheid nacht zonder bewolking.
Foto: Karin Broekhuijsen
Bijendiversiteit op de kaart
Op Atlas Natuurlijk Kapitaal zijn vijf kaarten te zien over bestuiving. De nieuwste kaart toont de bijendiversiteit in Nederland.
27-07-2017 | 7:40
Bestuiving als natuurlijk kapitaal
Bestuiving gaat over de bevruchting van (landbouw)gewassen door bijen of door andere insectensoorten, zoals wilde bijen, zweefvliegen, hommels en vlinders. Voor Nederland is bestuiving vooral relevant in de fruitteelt (bv. appels, peren, kersen), de tuinbouw (bv. tomaten, aubergine, paprika) en bij de zaadteelt (bv. kool, sla, peen, ui). Maar bestuiving is ook belangrijk voor talloze in het wild voorkomende bloemen, planten, struiken en bomen.
Bijendiversiteit op de kaart
Op Atlas Natuurlijk Kapitaal is een nieuwe bestuivingskaart te bekijken. Deze kaart geeft per gridcel van 100 x 100 meter het aantal bijensoorten weer dat er gemiddeld voorkomt. Hoe groener het vlakje, hoe meer bijensoorten te vinden zijn in dit gebied. Op basis van waarnemingen door het kenniscentrum voor insecten en andere ongewervelde (EIS), is een model gemaakt van de bijendiversiteit in héél Nederland.
Voor dit model is er gekeken welke omstandigheden per bijensoort gunstig zijn. Denk aan variabelen als landgebruik, aanwezigheid van voedsel, type natuur, vegetatiedichtheid, temperatuur en neerslag.
Per individuele bijensoort is een model gemaakt en al die individuele berekeningen zijn opgestapeld om tot één kaart te komen. Daarbij is geen rekening gehouden met interactie tussen bijensoorten (zoals concurrentie). Uiteindelijk zien we dus een kaart die aangeeft in welke gebieden (potentieel) de meeste bijensoorten voorkomen.
Bourgondische bijen
Op de kaart is te zien dat in Limburg en het zuiden van Brabant de diversiteit aan bijen erg hoog is. Dit komt ook overeen met het boek van Naturalis ‘De Nederlandse bijen' uit 2012. In dit boek wordt de bijendiversiteit van verschillende landschapstypen beschreven. Het heuvelland is populair bij bijen omdat het glooiende landschap veel nestplaatsen en voedsel biedt voor bijen. Bijen die graag nestelen in klei, zand, kalksteen, struwelen en heggen vinden hier hun ideale leefomgeving. Voor de bijen is er volop voedsel te vinden op de bloemrijke kalkgraslanden en kruidenrijke akkers in Limburg. Door de grote variatie aan habitat op de hogere zandgronden, komen ook veel soorten voor in Brabant.
Opvallend zijn de lichtgrijs gekleurde gebieden waar volgens het model geen bijensoorten voorkomen. Dit zijn veelal de akkerbouwgebieden waar blijkbaar de leefomstandigheden voor bijen niet gunstig zijn. Als je inzoomt op de kaart valt te zien dat in de akkerranden wel bijen voorkomen. Aan de andere kant is het opvallend dat er juist veel bijensoorten in steden voorkomen.
Bijen in beeld
De bestuivingskaarten op Atlas Natuurlijk Kapitaal laten zien hoe geschikt een gebied is voor bijen en wat de kans is op bestuiving. Dit levert belangrijke informatie op voor fruittelers en boeren die afhankelijk zijn van bestuiving van hun gewassen. Daarnaast bieden de kaarten nuttige informatie voor onderzoek naar de achteruitgang van bijen in Nederland. Door waarnemingen van bijen te melden op bijenradar kun je zelf bijdragen aan onderzoek. Of help de bijen door je tuin ‘bijvriendelijk' te maken.
Foto naast het verhaal is een grijze zandbij, gemaakt door Twan Hak.
Is uw omgeving groen genoeg?
In de Atlas Natuurlijk Kapitaal is nu tot op buurtniveau het aandeel bomen, struiken en lage vegetatie te bekijken.
13-07-2017 | 9:19
De Gezondheidsraad bracht op 15 juni het advies uit om de mogelijkheden voor groene recreatie in stedelijke omgeving uit te breiden. Groen is namelijk gezond. Meerdere onderzoeken tonen aan dat er een verband is tussen de hoeveelheid natuur in de nabijheid en de algemene gezondheid. De Atlas Natuurlijk Kapitaal laat zien hoe het in uw omgeving gesteld is met het groen.
Kijk en vergelijk
Waarschijnlijk weet u zelf hoe groen of niet-groen uw nabije omgeving, uw buurt, is. Wie veel fietst of wandelt, krijgt daar bovenop een aardig idee van de natuurrijkdom van gebieden wat verder weg. Al het groen, met uitzondering van de landbouwpercelen, is nu ook te bekijken op de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Zo kunt u achter de computer zien of er genoeg ‘gezond groen' aanwezig is.
Op de bomenkaart worden alle bomen hoger dan 2,5 meter, weergegeven in een rasterkaart. De bomen worden uitgedrukt als percentage bomen per gridcel van 10 bij 10 meter. Voor de struiken en de lage vegetatie is hetzelfde gedaan. Hoe groener, des te hoger het percentage bomen, struiken of lage vegetatie.
Deze drie kaarten gecombineerd geven een totaaloverzicht van het beschikbare groen in heel Nederland. Geheel uitgezoomd komt Nederland in beeld. Nu vallen onder andere de Veluwe, de Utrechtse heuvelrug, de omgeving Almere-Lelystad en de kuststrook op. Inzoomen kan op provincie, maar ook op stad of dorp. Groene singels worden zichtbaar, oude wijken met omvangrijke parken. Maar ook het groen in uw eigen tuin vormt onderdeel van deze kaarten. Daarentegen blijven bedrijventerreinen en versteende stadscentra grijs.
Kijk en zet in
Vindt u het niet groen genoeg, of kan het beter? Met deze kaarten kan het gesprek aangegaan worden met belangengroepen en gemeenten. Misschien is de buurgemeente duidelijk groener en vallen daar ideeën op te halen. Of heeft uw eigen wijk groene intenties die nog enige ondersteuning kunnen gebruiken? Atlaskaarten maken direct zichtbaar waar in uw wijk verbeteringen mogelijk zijn.
Fietsen in het groen
De groenkaarten zijn fraai te combineren met andere gegevens. Bijvoorbeeld voor het bedenken van een interessante fietsroute. De Atlas bevat namelijk ook een kaart van het fietsknooppuntennetwerk. De Stichting Landelijk Fietsplatform heeft een omvangrijk netwerk van fietsroutes gecreëerd, dat duidelijk gemarkeerd is in het veld. Deze trajecten zijn zowel met paaltjes als met informatieborden aangeduid en daardoor uitermate gemakkelijk te volgen. De digitale versie van alle routes wordt door het platform continu actueel gehouden. Door de fietsroutekaart en de groenkaart over elkaar heen te leggen ontwerpt u uw eigen recreatieve traject door het groen. Let op, het kan soms even duren voordat alle kaartinformatie is geladen.
Kaart toont effect groen op hitte in je eigen omgeving
De Atlas Natuurlijk Kapitaal toont de bijdrage van groen en water aan de tempering van het stedelijk hitte-eiland effect.
28-06-2017 | 11:10
Temperend
Steeds meer Nederlanders wonen in steden. Steden groeien de komend decennia nog fors. De huidige klimaatuitdagingen én de leefbaarheid dienen daarbij wel in het oog gehouden te worden. Niemand vindt het prettig tussen veel steen te wonen. Bovendien absorbeert steen geen water van hoosbuien. Én steen veroorzaakt extra verhitting tijdens hete zomerperioden.
Het RIVM en VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) hebben kaarten gemaakt waarmee de hitte-effecten visueel inzichtelijk worden. Iedereen kan nu in een oogopslag zien hoe rood zijn of haar stad of dorp ‘scoort' tijdens een periode van hoge temperaturen. En hoe roder, des te meer warmte er in de stad blijft hangen. De kaart ‘Stedelijk hitte-eiland effect in Nederland' toont het verschil tussen het stedelijke en het omringende landelijke gebied. Daar waar het aandeel steen groot en het aandeel groen en water klein is, geeft de kaart een dieprode kleur. Parkrijke locaties tonen daarentegen meer gele en groenblauwe kleuren. Dergelijke terreinen kunnen het stedelijk hitte-eiland effect namelijk temperen.
Rekenmodel
Er is een relatie tussen het hitte-eiland effect enerzijds en de combinatie van bevolkingsdichtheid en windsnelheid op 10 meter hoogte anderzijds. Deze correlatie is meegenomen in de berekeningen die voor deze kaart zijn gemaakt. Voor de verdere modellering zijn steden en dorpen in rasters verdeeld, waarna het percentage groen en blauw (water) rondom elke rastercel is berekend. Ook het aandeel verharding in een straal van een kilometer rondom de rastercel vormt onderdeel van de invoer.
Apeldoorn
Het is goed te zien hoe parken en open groene plekken bijdragen aan het verzachten van het hitte-eiland effect. Als voorbeeld tonen we Apeldoorn. Op de kaart hieronder is te zien hoe het
buitengebied de randen van de stad positief beïnvloedt (druk op de kaart voor een vergroting). De lichtblauwe kleur geeft aan dat de etmaalgemiddelde temperatuur dan wel 0,6 tot 0,8 graden hoger is dan in het buitengebied, maar ten opzichte van meer centraal gelegen delen van de stad is dat zeer bescheiden. Het centrum van Apeldoorn heeft het grootste hitte-eiland effect. Her en der zijn plekken te zien die ook relatief koel zijn: parken, sportvelden, bossen.
De waarden op de kaart zijn overigens jaargemiddelden en vandaar relatief bescheiden. Gedurende hete zomerdagen kunnen de verschillen tussen een sterk versteende omgeving en een park wel 3 tot 5 graden bedragen. Tijdens zomeravonden zijn zelfs temperatuurverschillen van 7 graden tussen binnenstad en platteland denkbaar.
Hitte-tempering in beeld
Interessanter wordt het nog in de tweede kaart die door het RIVM en VITO is ontwikkeld. Op deze kaart ‘Verkoelend effect van groen en blauw' wordt zichtbaar welke plekken in de stad de hitte temperen. Voor Apeldoorn geldt dat er diverse groenblauwe lobben aanwezig zijn. Deze relatief koele lobben komen overeen met sportvelden, parken en plekken met weinig bebouwing.
Bij het maken van deze kaart is niet alleen gekeken naar de lokale verkoelende effecten van groen en blauw binnen een straal van 30 meter, maar ook naar de effecten op buurtniveau.
Dit houdt in dat invloeden tot 1 kilometer worden meegewogen. Vooral grote parken en groene zones met veel bomen en waterpartijen vallen dan op. Ook wijds opgezette buurten met grote tuinen en veel openbaar groen komen dan naar voren.
En nu uw eigen woonplaats
Ook uw eigen stad of dorp kunt u nu heel snel met behulp van de Atlas Natuurlijk Kapitaal aan een hitte-onderzoekje onderwerpen. Ga naar de kaart Stedelijk hitte-eiland effect of de kaart Verkoelend effect van groen en blauw. Deze kaarten kunnen misschien wel de aanzet zijn tot een gesprek over het aandeel groen in uw buurt.
Downloaden
De informatie in en achter de kaarten is door iedereen te gebruiken. Met behulp van GIS-software kan deze data bekeken en geanalyseerd worden. U kunt de kaarten downloaden door de link te volgen in de kaartlegenda's of via het Nationaal Georegister. Ga voor het Nationaal Georegister naar de kaart Stedelijk hitte-eiland effect of verkoelend effect van groen en blauw.
Opmerking: Deze tekst en de tweede afbeelding zijn op 24 november 2017 gedeeltelijk aangepast, omdat in de nieuwe kaart naast het verkoelend effect van groen en blauw op lokale schaal ook het effect op buurtniveau is meegenomen.
Klimaatextremen in Europa
Onderzoekers omschrijven Europese hotspots voor klimaatextremen aan de hand van blootstelling aan meerdere factoren.
15-06-2017 | 15:28
Dat klimaatverandering voor extremen gaat zorgen is bekend. Nu hebben wetenschappers voor het eerst onderzoek gedaan naar veelvuldige risico's wat betreft klimaatextremen in Europa. Dit is lastig om voor elkaar te krijgen, omdat klimaatextremen erg onzeker zijn. Door een aantal mogelijke scenario's in een model te stoppen kunnen ze toch nuttige uitspraken doen.
Verleden is de toekomst
Een veelvoudige uitspraak in de klimaatwetenschap, die hier ook op gaat, is: met data van het verleden kunnen we voorspellingen doen voor de toekomst. Zo hebben de onderzoekers klimaatdata van de afgelopen 30 jaar (1981-2010) gebruikt om drie tijdsperiodes in de toekomst te voorspellen. Ze hebben gekeken naar de dreiging van klimaatextremen zoals hitte- en koudegolven, rivieren- en kustoverstromingen, droogtes, natuurbranden en stormen.
De hotspots
Het onderzoek laat duidelijk zien dat we in heel Europa meer te maken krijgen met klimaatextremen. Het zuidwesten van Europa wordt het zwaarst getroffen met meer hittegolven, droogtes en natuurbranden. Aan het eind van de 21e eeuw kan daar jaarlijks een hittegolf voorkomen die nu maar één keer in de 100 jaar voor komt. Daarnaast zullen vooral Europese kustgebieden en uiterwaarden onder druk komen te staan door meerdere klimaatextremen, omdat naast hittegolven, natuurbranden en droogtes daar ook overstromingen vanuit rivieren en zee kunnen gaan optreden. De zogenaamde gevoelige hotspots die de onderzoekers noemen zijn onder meer de Britse eilanden, het Noordzee- gebied, de Alpen en Balkanlanden rondom de Donau.
Onzekerheid
Omdat de uitwerking van een toename in broeikasgassen en klimaatextremen een aantal onzekerheden met zich meeneemt worden ook deze uitgelicht. Maar, omdat de onderzoekers juist een voorzichtige aanpak van de risico's hebben genomen is de kans aanwezig dat hun resultaten juist onderschatten wat de gevolgen van klimaatverandering zullen zijn. Daarom is het belangrijk om in te zetten op klimaatadaptatie maatregelen en vooral op de hotspots die uit dit onderzoek naar voren komen.
Meer lezen?
Atlas Natuurlijk Kapitaal present op Schakeldag
Meer dan 90 workshops maar liefst. Wij zijn er ook weer bij, met de Atlas Leefomgeving, Atlas Natuurlijk Kapitaal en de Nationale Energieatlas.
08-06-2017 | 11:07
Met zo'n groot aanbod aan sessies zullen er donderdag 29 juni dus lastige keuzes moeten worden gemaakt op de Schakeldag. Deze dag wordt jaarlijks georganiseerd door Rijkswaterstaat in samenwerking met Aan de slag met de Omgevingswet. Dit is dan ook hét moment voor uitvoerenden en beleidsmedewerkers van overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven om zich te laten bijpraten over alle actualiteiten rondom wet- en regelgeving in de fysieke leefomgeving. Wij zijn er ook weer bij, met de Atlas Leefomgeving, Atlas Natuurlijk Kapitaal en de Nationale Energieatlas.
Iedereen kan de Atlas inzetten
De Atlassen laten tijdens de Schakeldag vooral het toegepaste gebruik van de site zien. Zo zal de gemeente Helmond in sessie 2.11 vertellen hoe zij informatie van de site inzetten om een inventarisatie te maken van de leefomgeving. Centraal staat de vraag hoe deze Brabantse gemeente tot een gezonde woonomgeving op wijkniveau probeert te komen. Zij nodigen de bezoekers uit om in dialoog te gaan over de mogelijkheden om de Atlas ook bij uw projecten in te zetten.
Voor diegenen die de Atlassen helemaal niet kennen, is er een algemene inleiding, sessie 1.10. In die presentatie zal een dwarsdoorsnede worden getoond van alle kaarten en thema's die beschikbaar zijn. Bent u bezig met het vergroenen van uw gemeente of uw stad aan te passen op klimaatverandering? U vindt op de Atlassen de juiste kaarten, praktijkvoorbeelden en rekentools. Als u een stapje verder wilt, is sessie 4.8 misschien een tip; ‘Hoe helpen we de bezorgde burger op weg?' Iedereen die ongerust is over zijn eigen buurt of wijk, kan die zorgen staven met gedegen informatie uit de Atlas. Ook als het gaat om ideeën over klimaatmaatregelen of de inzet van het natuurlijk kapitaal. Alle drie de Atlassen bieden zo handvatten om met elkaar het gesprek aan te gaan. Bovendien werken ze ondersteunend bij het opstellen en nastreven van beleidsdoelstellingen.
Groene daken en energie
Met de gemeente Rotterdam als pilot heeft het Atlasteam een methode ontwikkeld om potentiële baten van groene daken in kaart te brengen. Door de positieve effecten van groene daken te vertalen naar een indicatieve kostenbesparing kan een gemeente eenvoudiger beslissen welke daken een hoge potentie voor een groene bedekking hebben. Er wordt hier rekening gehouden met bouwtechnische aspecten van het dak en de effecten van groen op onder andere geluid, luchtkwaliteit, waterberging en verbeteren van het stadsgezicht. In sessie 5.13 vertelt Channah Betgen hier meer over.
Legionella en natte koeltorens
We zitten momenteel in de periode waarin veel natte koeltorens aan staan; installaties voor proceskoeling of interne klimaatbeheersing. Bij onvoldoende onderhoud kunnen deze installaties de verspreiding van legionellabacteriën veroorzaken, mogelijk zelfs een uitbraak van de veteranenziekte. Op de Atlas kan iedereen een melding doen van een mogelijke natte koeltoren. In sessie 4.7 leggen Wilfred Reinhold en anderen nut en noodzaak uit. Het bevoegd gezag (vaak een gemeente of omgevingsdienst) kan een aangemelde koeltoren valideren en zodoende bijdragen aan een beter inzicht in de precieze locaties van deze installaties. De schatting is dat er zo'n 4000 natte koeltorens in Nederland zijn. Maar zoveel staan er nog lang niet op de kaart. Help mee de kaart te vullen in het belang van de volksgezondheid.
Sinds najaar 2016 is er een derde loot aan de Atlassenboom: de Nationale Energieatlas. Gert Nijsink legt in sessie 3.9 uit welke gegevens u kunt verwachten en hoe het staat met de actualiteit van deze informatie.
Tot de 29e!
Graag zien wij u terug bij onze presentaties. U kunt daar natuurlijk ook al uw vragen stellen en ideeën, wensen of wenken aan ons meegeven. We luisteren graag naar u. Niet voor niets is het centrale thema van de Schakeldag; de kracht van samenwerken. Bergbeklimmer en expeditieleider Melvin Redeker zal in het plenaire deel laten zien en voelen hoe je met samenwerken een overwinning bereikt. Als het goed is voelt u tijdens zijn presentatie de parallellen met alles wat met de Omgevingswet te maken heeft. De Omgevingswet is dan ook een rode draad door het indrukwekkende dagprogramma. Lees meer over de Schakeldag of schrijf u snel in! Deze dag vindt plaats in de Brabanthallen te Den Bosch..
Nieuwe kaartviewer voor de Atlas
Tijdens de Atlas Lustrumconferentie op 18 mei 2017 is in de presentatie van Peter Torbijn (directeur bij I&M) de nieuwe kaartviewer getoond.
18-05-2017 | 7:08
De kaartviewer van Atlas is in een modern jasje gestoken. Er is meer van de kaart zichtbaar (minder bedekt) en het beeld is overzichtelijker. Hier de functionaliteiten van de viewer op een rijtje:
- Kaartlagen selecteren; combineer verschillende kaartlagen om informatie te vergelijken.
- Achtergrond selecteren; kies de achtergrond (o.a. luchtfoto en wegenkaart) waarmee de informatie duidelijk uitkomt.
- Informatie op locatie; lees de precieze informatie op één locatie of combineer verschillende informatiebronnen om meer te weten te komen van een locatie.
- Permalink; deel je opgebouwde kaartbeeld via een link met anderen voor overleg of strategievorming.
- Embed kaart; plaats een kaart op uw website als illustratie. Als de kaart wordt geactualiseerd, wordt ook uw embed-kaart geactualiseerd. Hartstikke handig!
Hulp bij gebruik
De nieuwe kaartviewer werkt intuïtief, maar om u op weg te helpen hebben we een stappenplan kaart bekijken gemaakt waardoor u snel van de mogelijkheden van de nieuwe kaartviewer gebruikt kunt maken.
Check uw permalinks en embed-kaarten
De oude kaartviewer blijft nog tot 1 september 2017 online staan. Zolang blijven permalinks en embed-kaarten die gemaakt zijn met de oude viewer ook geldig. Voorkom dode links door permalinks en embed-kaarten tijdig te vervangen door links die gemaakt zijn met de nieuwe kaartviewer. De oude viewer is nog te bekijken via: www.atlasnatuurlijkkapitaal.nl/kijken
Wat verder?
We blijven verder werken aan nieuwe functionaliteiten voor de kaartviewer, komende zomermaanden verschijnt bijvoorbeeld de eerste versie van een downloadtool waarmee afbeeldingen van samengestelde kaartlagen gedownload kunnen worden. We houden u van verdere ontwikkelingen op de hoogte.
Heeft u nog vragen, opmerkingen of suggesties? Neem dan contact op met onze helpdesk.
Leerlingen onderzoeken grondwater tijdens de GeoWeek
2 schoolklassen komen tijdens de GeoWeek op bezoek en gaan grondboren, grondwater bemonsteren en bodemonderzoek doen.
11-05-2017 | 10:53
GeoWeek
Tijdens de GeoWeek kunnen leerlingen in hun eigen omgeving kennis maken met de praktijk. Van 15 t/m 19 mei 2017 vindt de 11e GeoWeek plaats! Professionals uit de bodem-, water- en geo-informatiesector organiseren een bedrijfsbezoek, veldwerk of gastles en delen zo hun expertise. Door ‘zelf te doen' kunnen leerlingen de leuke en technische kanten van het vak aardrijkskunde en de beroepspraktijk van geografie ontdekken.
Duurzaam bodembeheer
RIVM doet voor de derde keer op rij mee aan de GeoWeek. Inschrijven voor deze activiteit gaat via de website van de GeoWeek, enkele uren na opening van de inschrijving voor de expeditie was er al een match met de scholen uit Bilthoven en Bergschenhoek. Op 16 mei ontvangt DMG (Centrum Duurzaamheid en Milieu) en MIL (Centrum Milieukwaliteit) de leerlingen van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Alleen de binnenkomst van zo'n expeditie is al spannend voor de leerlingen, want wat gebeurt er daar allemaal op het RIVM? Tijdens een korte presentatie wordt verteld over het RIVM en het bodem- en waterkwaliteit onderzoek.
Leerlingen doen onderzoek
De leerlingen gaan zelf op onderzoek uit. Buiten wordt er grondwater omhoog gepompt en kunnen ze pH waarde meten van dit grondwater, is die hoger of lager dan de pH waarde van cola? Ook wordt de bodem doorzocht op bodemdieren, want waarom zijn bijvoorbeeld wormen belangrijk voor de mens? En als nabrander van de expeditie een grondboorwedstrijd, wie is het snelst met boren tot op één meter diepte? Voor de winnaar ligt er een passend cadeautje klaar!
Voor een impressie van de Geoweek in 2016 bekijk het youtube filmpje
#GeoWeek #bodem #water #aardrijkskunde @bodemplus @Min_IenM @waterschappen @KNAG
Meer info
Veel keuze op 18 mei
Bereidt u maar voor op een moeilijke keuze. Bij de Atlas Lustrumconferentie op 18 mei kunt u namelijk kiezen tussen 5 inspirerende thema's met maar liefst 32 parallelsessies.
08-05-2017 | 17:20
Op 18 mei is het zover. De 10e verjaardag van Atlas wordt gevierd op de Lustrumconferentie met inspirerende sessies en een feestelijke entourage. De dag begint met een plenaire opening door Frédérik Ruys en we volgen de verhalen van de provincies Zuid-Holland en Zeeland. Dan is het tijd om een sessie te kiezen uit één van de vijf thema's.
Big data en Open data
Iedereen heeft het over Big data, Open data en Linked Data. Maar wat kunnen we er mee, waar staan we en hoe gaan we om met die gigantische datastromen? De overheid beschikt over een enorme schat aan data. Maar hoe kan deze toegankelijker worden en de informatievoorziening voor omwonenden worden verbeterd? En hoe gaan traditionele overheidsinstellingen om met de tsunami aan data? Een inspirerend thema met innovatieve en experimentele sessies.
Atlas, the Next Generation
Na 10 jaar Atlas komt vanzelfsprekend de vraag ‘what's next?'. De sessies in dit thema bieden een perspectief op de mogelijkheden rondom 3D visualisaties, ketensamenwerking, gebiedsherontwikkeling en het ontsluiten van informatie doormiddel van Linked-data.
Alles is communicatie!
Chemicaliën, The Internet-Of-Things (IOT), Open data voor de hergebruiker en WASDA-MAGDA. Al deze sessies gaan over communicatie. Hoe kunnen we met behulp van communicatie de gezondheidsrisico's van chemicaliën verkleinen? Hoe kan ‘burgerempowerment' in IOT zorgen voor een veel grootschaliger en fijnmazigere monitoring? En welke data is op dit moment relevant voor de hergebruikers?
Duik in de Atlassen
Dit thema biedt een verdiepende blik op de mogelijkheden rondom Atlas. Wij laten zien hoe u aan de slag kunt met de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en met de natte koeltoren module. Daarnaast gaan Gemeente Helmond en Movares de dialoog aan over hoe Atlas ingezet kan worden voor een gezonde woonomgeving op wijkniveau. De slotsessie gaat over de stand van zaken rondom de TEEBstad tool en Atlas Natuurlijk Kapitaal.
Samenwerken voor een gezonde leefomgeving
U kunt sessies kiezen uit drie thema groepen: A, B en C. In totaal zijn er dus 12 sessies die gaan over Samenwerken voor een gezonde leefomgeving. Groep A gaat over de internationale samenwerking met NordRhein-Westfalen, de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel, de energietransitie en uitdagingen en oplossingen voor een gezonde leefomgeving. In groep B vindt u sessies die gaan over gezond-ontwerpwijzers en toepassing van de omgevingswet. Groep C gaat over
de samenwerking rondom het thema water en over de informatiehuizen.
Clicklab
De hele dag kunt u aan de slag met de Atlassen. Dit clicklab wordt aan het begin van elke workshopronde voorzien van een korte introductie van zowel de Atlas Leefomgeving als de Atlas Natuurlijk Kapitaal als de Nationale EnergieAtlas. Vervolgens staan laptops ter beschikking om uit te vinden of de Atlassen meerwaarde kunnen bieden aan uw project.
Een gevarieerd programma dus op 18 mei in de Van Nelle Fabriek. Wilt u er bij zijn maar bent u nog niet aangemeld? Doe dit dan snel via deze pagina.
Mestbeleid effectief op grondwater
Het mestbeleid werkt: de nitraatconcentratie in grondwater is aan het afnemen concluderen RIVM en Alterra
13-04-2017 | 16:07

Het recent verschenen rapport "Effecten van het landelijk mestbeleid op de grondwaterkwaliteit in grondwaterbeschermingsgebieden" concludeert dat de hoeveelheid nitraat in drinkwaterwinningsgebieden afneemt in de periode 2010-2014. Toch werd in een kwart van de gebieden de norm toch nog overschreden. De nitraatnorm is vastgesteld op 50 milligram per liter.
Nitraat
Nitraat in grondwater is vaak afkomstig uit (kunst)mest. Een te hoge concentratie nitraat in grondwater kan een potentieel gezondheidsrisico vormen. Nitraat is een voedingsstof en leidt tot veel algengroei in water waardoor het zuurstofgehalte in water afneemt. Dit heeft gevolgen voor de biodiversiteit in de omgeving en leidt uiteindelijk tot aantasting van het milieu. Chemische processen kunnen daarnaast als gevolg hebben dat nitraat in water wordt omgezet in nitriet, wat een giftige stof is bij inname in hoge concentraties.
Grondwaterkwaliteit
Grondwater wordt voor diverse doeleinden gebruikt. Het is daarom van belang om de kwaliteit van het grondwater optimaal te houden. 60% van het Nederlandse drinkwater is afkomstig uit grondwater. Daarnaast is grondwater de belangrijkste voedingsbron van planten voor landbouw en moet daarom van goede kwaliteit zijn om gezonde gewassen te verbouwen.
Helaas kan grondwater ook snel vervuild raken door een vervuilde bodem of door direct contact tussen vervuild water en grondwater. De kwaliteit wordt goed gecontroleerd. Er is een Europese Kaderrichtlijn Water waar grondwater aan moet voldoen en een landelijk netwerk aan meetpunten zorgt dat concentraties van chemische vervuilingen zoals nitraat, bestrijdingsmiddelen en zware metalen goed worden gemonitord.
Toekomst
De aanleiding van het onderzoek is de voorbereiding op het 6de Nitraatactieprogramma. Het onderzoek heeft drie scenario's van het mestbeleid doorgerekend; het huidige mestbeleid voortzetten, het huidige beleid inclusief een invoering van fosfaatrechten en een aanscherping van zowel fosfaat als stikstof gebruiksnormen. Alle scenario's komen tot de conclusie dat de toekomst (periode 2026-2030) er beter uit ziet. In de berekeningen wordt in de toekomst de nitraatnorm nog maar in 7% van de drinkwaterwinningsgebieden overschreden. Ook neemt het percentage gebieden waar de norm onder de 25 milligram per liter ligt toe van 18 naar 24%.
Meer weten?
Atlas Leefomgeving: grondwaterkwaliteit
Atlas Natuurlijk Kapitaal: drinkwater
Kaarten
Waar wordt drinkwater gewonnen uit grondwater?
Verandering nitraatconcentraties in diepe grondwater.
Kwaliteit van het drinkwater
Nieuwe kaarten op Atlas!
Hoe groen is uw buurt? Vanaf vandaag kunt u bomen, struiken en lage vegetatie zien op Atlas Natuurlijk Kapitaal. Ontdek ook de nieuwe kaarten over bestuiving en verkoeling in de stad.
20-03-2017 | 15:28
Hoe groen is Nederland?
Sinds afgelopen week zijn drie nieuwe kaarten te bewonderen op Atlas Natuurlijk Kapitaal die het groen in beeld brengen. Dit zijn de kaarten Bomen in Nederland, Struiken in Nederland en Lage vegetatie in Nederland buiten het landbouwgebied. Ze zijn te vinden onder het thema Overig. De landsdekkende kaarten zijn heel gedetailleerd en tonen de ligging en hoogte van alle bomen en struiken in Nederland. Deze kaarten zijn o.a. gebaseerd op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2 en AHN3) en de infrarood luchtfoto (CIR bestand) van Nederland.
Er valt nog méér te ontdekken
Onlangs zijn er ook drie nieuwe kaarten over bestuiving toegevoegd. Deze geven een beeld van geschikte gebieden voor bestuivende insecten en de kans dat de insecten er voorkomen. Nuttige informatie voor bijvoorbeeld fruittelers. Onder de ecosysteemdiensten houtproductie en biomassa voor energie zijn ook nieuwe kaarten te bewonderen. Deze gaan over bospercelen waar biomassa geoogst wordt. De nieuwe kaart onder verkoeling in de stad is van belang voor bevolkingsgroepen (baby's, kinderen, ouderen) die gevoelig zijn voor hittestress. Hier is op te zien wat de positieve invloed van vegetatie is op de temperatuur in de stad.
Nog even geduld…
Op korte termijn zijn er nieuwe kaarten te verwachten voor de ecosysteemdiensten voedsel, houtproductie, kustbescherming en bodemerosie. Voor het thema groen worden kaarten ontwikkeld over het effect van groen op huizenprijzen en het effect van groen op gezondheid. Op de langere termijn zullen er kaarten ontwikkeld worden over het verkoelend effect van groen in de stad, koolstofvastlegging, plaagbestrijding en waterinfiltratie. Voor alle kaarten en onderliggende modellen komt technische documentatie beschikbaar.
De data op Atlas Natuurlijk Kapitaal is vrij toegankelijk en wordt mede ontwikkeld met partner organisaties. Heeft u suggesties ter verbetering van de kaarten? Of wilt u vertellen hoe u gebruik maakt van onze data in een project? Laat het ons weten via het contactformulier.
Bekendmaking eerste hoofdspreker van onze werkconferentie
Ons jaarlijkse Atlas werkconferentie. Ditmaal op 18 mei. Wees welkom en overlaad ons met ideeën.
03-03-2017 | 16:06

We verwachten ruim 250 mensen te mogen begroeten in de Van Nelle Fabriek in Rotterdam. Het zullen afgevaardigden van de diverse overheden zijn, maar ook adviesbureaus en studenten sluiten aan. Samen vieren we het tweede lustrum van het zusje Atlas Leefomgeving en pakken dit keer dus ook wat groter uit dan voorgaande jaren. De algehele opzet blijft wel hetzelfde; elkaar ontmoeten, inspireren, kennis delen, ideeën opdoen en toekomstdromen toelaten.
Drie Atlassen
Naast de Atlas Leefomgeving en alles wat met geodata, open data, Informatiehuizen en Omgevingswet te maken heeft wordt ook veel aandacht besteed aan de Atlas Natuurlijk Kapitaal en de Nationale EnergieAtlas die onder het Atlas ‘portaal' vallen. De laatste is afgelopen najaar gelanceerd en biedt inzicht en mogelijkheden voor verduurzaming van onze energievoorziening. U kunt dus drie Atlassen ontmoeten op 18 mei.
Laat u enthousiasmeren door: Frédérik Ruys
We verraden nog niet meteen alle sprekers! In de aanloop naar 18 mei zullen we iedereen op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Wel verklappen we alvast dat Frederik Ruys ons komt inspireren. Hij is information designer en datajournalist en bij een groter publiek bekend van de VPRO-series ‘Nederland van boven' en ‘Onzichtbaar Nederland' . De perfecte man dus om ons met enthousiasme een originele blik te geven op de wereld en de data die daarin rond gaat.
Vijf thema's
De dag zal plenair worden geopend, maar is vervolgens gestructureerd in vijf tracks (thema's) waarbinnen allerlei workshops en presentaties plaatsvinden. De tracks zijn:
- Big Data en Open Data (ontwikkelingen, discussie, ethiek)
- Future Track (innovatie, citizen science)
- Samenwerken voor een gezonde leefomgeving (informatiehuizen, Digitaal Stelsel Omgevingswet, social offices, INSPIRE)
- Communicatie (informatie overbrengen, participatie)
- Dummie-track (hoe de Atlassen te gebruiken)
Uw ideeën
Zijn er zaken die volgens u niet mogen ontbreken, meld het ons. Ook is er nog ruimte in het programma voor presentaties en workshops. Tot ongeveer half maart kan iedereen ingevingen en suggesties naar ons sturen. Spui uw ideeën, leuke plannen, interessante mogelijkheden of tips voor boeiende sprekers. Misschien past uw eigen presentatie ook perfect in deze dag. We hebben tenslotte een interessante doelgroep.
U kunt uw ideeën spuien via het mailadres: atlasnatuurlijkkapitaalATrivm.nl of via het contactformulier op onze site. De komende maanden zullen we geregeld melden wat de stand van zaken is rondom de werkconferentie en zullen we steeds weer nieuwe presentaties, workshops en sprekers melden. Zodra het aanmeldformulier voor deze dag beschikbaar is, maken we dit uiteraard kenbaar. Maar noteer alvast in uw agenda op donderdag 18 mei: "gereserveerd voor de werkconferentie van de Atlassen."
RIVM joins IPBES 5th plenary
On March 7, our colleague Christian Mulder (RIVM) will join the IPBES 5th plenary as one of the three Dutch delegates to join the plenary session in Bonn, Germany.
23-02-2017 | 14:14
The Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) was established by the United Nations (UN) in 2012 to improve the interaction between science and policy on the subject of biodiversity and ecosystem services. The IPBES is the leading intergovernmental organization in researching and measuring global biodiversity and ecosystem services.
Indicators, metrics and data sets
Christian will go deeper into the technical part of themes such as sustainability, biodiversity and human well-being by focusing on indicators, metrics and data sets for ecosystem services. He works on the interaction and implementation of IPBES with other programs, such as CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora), the Strategic Plan for Biodiversity 2011–2020 (or Aichi Biodiversity Targets) and the 2030 Agenda for Sustainable Development and its Sustainable Development Goals (UN). And, if that wasn't enough of a challenge already, Christian does this work keeping the West European, and specifically the Dutch Natural Capital in mind.
Keynotes
Two keynote speakers will start the plenary. Dr. Guy Midgley (South Africa) will discuss the interaction between combating climate change and conserving biodiversity through sustainable use. Dr. Anne Larigauderie, the Executive Secretary of IPBES, will talk about the progress of IPBES. Christian is very excited, over 100 countries and many organizations (UNDP, UNESCO, UNEP, UNCCD, UNU, CBD, FAO, GBIF, OECD, enz.) and non-governmental organizations signed up to participate.
Further information on the 5th plenary (and previous plenaries) can be found on the IPBES website.
GLOBE dag op RIVM
Op de jaarlijkse GLOBE dag leren middelbare scholieren over het doen van wetenschappelijk onderzoek. Deze dag wordt georganiseerd door GLOBE Nederland op 21 maart.
22-02-2017 | 17:27
Op GLOBE dag vertellen wetenschappers van o.a. KNMI, RIVM en Wageningen UR hoe middelbare scholieren kunnen bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek. Leerlingen doen metingen in de schoolomgeving en leren zo zelf onderzoek te doen en dragen gelijk bij aan meer kennis over natuur en milieu. Dit jaar is RIVM gastheer voor GLOBE Nederland met André van der Zande als ambassadeur.
Lancering Europese campagne GrowApp
Met de GrowApp kunnen leerlingen animaties maken van de natuur zoals deze zich door de seizoenen heen ontwikkelt. Tijdens de campagne gaan leerlingen uit heel Europa 6 boomsoorten volgen en zullen zij de verschillen tussen de landen onderzoeken.
Voor wie?
De dag is bedoeld voor docenten en technisch onderwijsassistenten (TOA's) in de bètavakken en aardrijkskunde. Het sluit aan bij de volgende thema's: leren onderzoeken, internationalisering en duurzaamheid en citizen science. De dag is zowel geschikt voor ervaren GLOBE docenten als personen die zich op het programma willen oriënteren. Ook organisaties die bij willen dragen aan de verspreiding van GLOBE zijn van harte welkom.
Datum: 21 maart 2017
Locatie: RIVM, Bilthoven
Meer informatie over en aanmelden voor de GLOBE dag is te vinden op de GLOBE website.
Natuurlijk kapitaal in het Grondstoffenakkoord
Op 24 januari tekenden 180 partijen het Nationaal Grondstoffenakkoord. Het RIVM is één van deze partijen en ondersteunt hiermee de transitie naar een circulaire en biobased economie.
26-01-2017 | 16:29
Onze samenleving draait op wat de aarde en de economie ons bieden. We gebruiken grondstoffen voor voedsel, onderdak, warmte, kleding, elektrische apparaten en mobiliteit. De vraag naar grondstoffen zal de komende jaren toenemen terwijl de voorraad eindig is. Ook gaat het gebruik ervan vaak gepaard met een negatieve impact op het milieu en draagt het bij aan de afvalproblematiek. Daarom is er een forse omslag nodig in de omgang met onze grondstoffen. De huidige economie moet transformeren naar een circulaire economie.
Samenwerken aan concrete plannen
In het Grondstoffenakkoord staan afspraken om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen. De 180 partijen die het akkoord hebben getekend gaan samenwerken aan concrete plannen om de circulaire economie te bespoedigen. Deze plannen omvatten ook de biomassa en voedsel ketens die afhankelijk zijn van natuurlijk kapitaal. Het RIVM ondersteunt het Grondstoffenakkoord met kennis en informatie ten aanzien van gezondheid, veiligheid en duurzaam gebruik van het natuurlijk kapitaal.
Duurzaam omgaan met natuurlijk kapitaal
De circulaire economie omarmt een duurzame omgang met natuurlijk kapitaal. Naast hergebruik zijn ook hernieuwbare en biobased grondstoffen belangrijk. Plastic verpakkingsmateriaal kan bijvoorbeeld vervangen worden door een alternatief van mais. Maar wat biedt de natuur ons eigenlijk en in welke mate kunnen we dit gebruiken? Atlas Natuurlijk Kapitaal biedt kaarten en informatie om het natuurlijk kapitaal zo duurzaam mogelijk in te zetten voor de circulaire economie.
Voor meer informatie kijk ook op het Rijkbreed programma Circulaire Economie.
Landschap leidend in de toekomst
Nederland staat de komende jaren voor een grote opgave voor haar veranderd landschap. Hoe gaan we hiermee om?
06-01-2017 | 11:23
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is een onafhankelijk adviesorgaan. De Raad adviseert over hoofdlijnen van beleid op het gebied van duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur. De Raad maakt zich zorgen over het toekomstige landschap van Nederland en brengt daarom het advies ‘Verbindend landschap' uit.
Landschap leidend
Nederland krijgt de komende jaren te maken met diverse landschap beïnvloedende opgaven. Zoals de energietransitie, het veranderd klimaat en de daarbij horende klimaatadaptatie en de transformatie van het landelijk gebied. De Raad heeft daarom gekeken hoe de kwaliteit van het Nederlands landschap kan worden geborgd en hoe de overheid kan bijdragen aan de zorg voor een goede kwaliteit. Het concluderend advies is om het landschap leidend te maken en burgers te betrekken.
Kernpunten
Het huidige landschapsbeleid richt zich volgens de raad teveel op behoud en bescherming. Er zijn echter veel mogelijkheden om juist nieuwe landschappen te creëren waar veel meer waarde uit valt te halen. Het advies ‘Verbindend Landschap' focust zich op drie kernpunten:- benutten van duurzaamheidstransities om een waardevol landschap te creëren;
- verkennen van de betekenis en waarden van het landschap bij burgers in een open gesprek;
- gebruik maken van een ontwerpende benadering.
Waardevol landschap
Om een landschap bijvoorbeeld klimaatadaptief in te richten kunnen veel aanpassingen nodig zijn. Het is daarom belangrijk om direct de toegevoegde waarde van het aangepaste landschap duidelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het project Ruimte voor de Rivier. Het project zorgt bijvoorbeeld voor het verkleinen van een stuk agrarisch gebied, maar wat je er voor terug krijgt is meer recreatieve mogelijkheden en misschien ook wel nieuwe soorten die zich vestigen in het nieuwe, natte landschap.
Betrekken bewoners en ontwerpende benadering
Bewoners van een gebied hebben veel kennis over het landschap. Door hen actief vanaf het begin te betrekken bij het maken van ruimtelijke plannen is er inspraak van burgers wat een hoop draagvlak creëert en eventuele weerstand vermindert. Een ontwerpende benadering visualiseert verschillende opties voor een landschap. Zo kan er direct worden gezien welke uitwerking een bepaalde oplossing heeft en kunnen landschapsfuncties worden gekoppeld (bijvoorbeeld behoud van cultuurhistorie in combinatie met toenemen biodiversiteit). Kaarten in de Atlas Natuurlijk Kapitaal ondersteunen dit ontwerpproces door inzicht te bieden in de huidige situatie. Praktijkvoorbeelden laten zien welke meerwaarde er mogelijk is bij combinaties van verschillende ecosysteemdiensten, zoals bij het weidevogelbeheer.
Green Deal Infranatuur komt op stoom
Na een aanloopperiode van zo'n anderhalf jaar werd in april 2016 De Green Deal Infranatuur gesloten, op initiatief van De Vlinderstichting.
30-12-2016 | 9:04

Niet heel Nederland inzaaien
Infrastructuur omvat niet alleen wegen en snelwegen, maar ook bijvoorbeeld leidingtracés, (de ruimte onder) hoogspanningskabels, waterwingebieden, rangeerterreinen en (lucht)havens. "We willen voorkomen dat half Nederland wordt ingezaaid met bloemmengsels, want dat is natuurlijk niet de oplossing. Het draait om goed beheer, passend bij de omstandigheden, bij de soorten die ergens van nature voorkomen en zich er thuis voelen. Dat betekent bijvoorbeeld dat voedselarme terreinen arm moeten blijven." Als inspirerend voorbeeld noemt Vliegenthart de verbreding van de A12 tussen knooppunt Grijsoord en Ede. Hier heeft RWS in de aanbesteding het ‘ecologische vraagstuk' meegegeven aan de aannemers. Dat leverde veel natuurgerichte maatregelen op, waaronder de verhuizing van ruim 600 hagedissen vanuit de berm naar een nieuw leefgebied, dat bovendien goed verbonden werd met bestaande leefgebieden.
Geen moment over vlinders gepraat
Opvallend is dat de Vlinderstichting de enige natuurorganisatie in de Deal is. Vliegenthart: "We hebben nog geen moment over vlinders gepraat! Dat is niet erg. Vlinders zijn een goede indicator voor natuurkwaliteit, maar we moeten voorkomen dat we te snel inzoomen op details. Het gaat niet direct om natuurbeheer; we hebben het over de inpassing van natuur in infrastructuur, waarbij we functies kunnen koppelen en win-win situaties voor natuur kunnen bereiken. Op het moment dat we concreet deskundigheid over natuur en natuurbeheer nodig hebben, schakelen we natuurlijk met andere natuurorganisaties."
Inzichten delen
Hoe wordt er dan wel gewerkt? De nadruk van dit initiatief ligt op ondersteunen, stimuleren, samenwerken en leren van elkaars ervaringen. De uitvoering van concrete projecten blijft een verantwoordelijkheid van de deelnemende organisaties. Er zijn werkateliers rond thema's ontstaan als aanbesteden, wet- en regelgeving, en natuurvisies van bedrijven. Ook kleinere groepjes zoeken elkaar op. Zo wisselde ProRail onlangs met enkele Green Deal-partners inzichten uit over beheer en omgaan met natuur. Soms ook worden er workshops georganiseerd. Vliegenthart is enthousiast: "De eerste winst van de Green Deal is al dat partijen met elkaar in gesprek zijn en dat projecten makkelijker van de grond komen. Ook zijn we een gezamenlijke communicatiestrategie aan het ontwikkelen en een stappenplan, met inspirerende voorbeelden."
Atlas Natuurlijk Kapitaal
En waar is de Atlas in dit verhaal? "Punt één is natuurlijk dat we werken met natuurlijk kapitaal. Niet toevallig is het ministerie van Infrastructuur en Milieu één van de ‘leading partners' in de Green Deal. In de toekomst kunnen we wellicht informatie uit de Atlas gebruiken, bijvoorbeeld over het recreatienetwerk, en dit koppelen met de biodiversiteitskaart en Natura2000. Ook willen we zelf vanuit de Green Deal een bijdrage leveren met een kaart met gerealiseerde infranatuur, waar anderen dan weer op aan kunnen sluiten."
Meer informatie
Samenvatting en volledige tekst van de Green Deal Infranatuur. Atlas gehackt voor duurzaamheid
Op 25 november was de prijsuitreiking van ‘Hacking for sustainability'. Welgeteld acht apps hadden het gehaald tot de eindronde Hieronder lees je welke apps dat zijn.
28-11-2016 | 10:59
Wat is ‘Hacking for sustainability'?
‘Hacking for sustainability' is een app-competitie waarbij ontwerpers worden uitgedaagd om toepassingen te bedenken met data van Atlas Leefomgeving en Atlas Natuurlijk Kapitaal. Zo won vorig jaar de app OVfietsuitje.nl, waarmee je mooie fietsroutes kunt maken langs rijksmonumenten. Dit jaar zijn er acht vernieuwende apps door naar de eindstreep. Het project wordt uitgevoerd door Open State Foundation in opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Apps voor jong en oud.
De gebouwde apps zijn allen zeer verschillend. Zo is er een hulpmiddel voor toezichthouders in ontwikkeling die overtredingen op gebied van de bodem in kaart brengt. De focus van een andere app genaamd Airsense, ligt juist weer op het (goedkoper) meten van vervuilers in de lucht, zoals ozon, koolmonoxide, zwaveldioxide en stikstofdioxide. Ook aan ouderen is gedacht. Een interactieve kaart laat zien waar de kansen en risico's zitten voor ouderen die langer thuis willen blijven wonen. Of juist voor kinderen; de app ‘Hier of daar' om meer te leren over de leefomgeving!
En de winnaars zijn…
Het was een moeilijke keuze voor de jury met zulke goede inzendingen. De derde plek wordt daarom gedeeld door de apps Airsense en Hier & daar. De 2e prijs gaat naar de app SubSight. Met deze toepassing is het mogelijk om op interactieve wijze subsidies te verkennen op gebied van duurzaamheid. Volgens de jury zit deze app ‘knap visueel in elkaar en de informatie is goed bruikbaar'. Ten slotte is de Pestinfo app van Waterbug & co verkozen tot winnaar van #hackingforsustainability 2016! Deze interactieve kaart laat zien waar bestrijdingsmiddelen een risico vormen voor het waterleven en welke stoffen hier verantwoordelijk voor zijn. Er is twee jaar aan gewerkt en data openbaar gemaakt uit welgeteld vier databanken, onder andere die van het RIVM.
We willen natuurlijk alle inzenders hartelijk bedanken voor hun inzet en creativiteit. De apps dragen bij aan het toegankelijk maken van open data voor het grote publiek. Een grote pluim voor alle ontwerpers!
Atlassen op Future Green City
Een groene, duurzame en leefbare stad. Dat is een uitdagende opgave waar gemeenten, burgers en bedrijven voor staan. De atlassen bieden digitale hulp!
25-11-2016 | 9:29
Meerwaarde met de Atlassen
We zijn alle dagen in onze stand te vinden in de Brabanthallen, met standnummer 42. Zoekt u ondersteuning bij ruimtelijke ontwikkelingen in uw dorp of stad? Een gezonde en duurzame wijk, voor nu en in de toekomst? De Atlas Leefomgeving, de Atlas Natuurlijk Kapitaal en de Nationale EnergieAtlas bieden inzicht en mogelijkheden. Bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van warmte-koude opslag of potentiële locaties voor zonne-energie. U vindt er inspiratie voor het op verantwoorde wijze omgaan met onze natuurlijke hulpbronnen. En zowel planners, beleidsmakers, gezondheidsdeskundigen als inwoners en bedrijven kunnen inzoomen op hun eigen leefomgeving om bijvoorbeeld de huidige luchtkwaliteit of de mate van geluidhinder te bekijken. Voor allemaal geldt: wie de kennis vergaart, kan ermee aan de slag. Want de atlassen bieden ook handelingsperspectieven.
Slim combineren van informatie
De grootste meerwaarde krijg je door zowel de Atlas Leefomgeving als de Atlas Natuurlijk Kapitaal en de Nationale EnergieAtlas in te zetten. Mogelijk zijn er goede opties om een publiek gebouw te plaatsen op een plek waar de luchtkwaliteit goed is en geen maatregelen tegen geluidsoverlast nodig zijn. Het gaat ook om de kansen om sociale cohesie in de wijk te vergroten, of het gasverbruik in een wijk omlaag te krijgen, met behulp van groen. Allemaal extra zaken die een ruimtelijk plan in waarde verhoogt.In de loop van volgend jaar verschijnt in de Atlas Natuurlijk Kapitaal de TEEB-stadtool. Dit is een innovatief instrument, ontwikkeld voor en door gemeenten, waarmee de baten van groen- en watermaatregelen in de stad berekend kunnen worden. Daar waar het aanplanten van een nieuwe bomenrij vooral als kostenpost wordt gezien, drukt TEEB-stad tool de baten in geld uit. Want die baten zijn er natuurlijk ook, maar blijven vrijwel altijd buiten beeld. In de TEEB-stad tool zorgt een bomenrij bijvoorbeeld voor een verlaging van de windsnelheid en vermindert daardoor in de winter het gasverbruik van de nabijgelegen woningen. Zo zijn er veel meer berekeningen mogelijk binnen de TEEB-stad tool en daarmee kan een plan nog extra meerwaarde krijgen.
Kortom, kom langs en maak kennis met de Atlassen.
Biomimicry is ook natuurlijk kapitaal!
De eerste biomimicry conferentie in Nederland laat allerlei slimme duurzame oplossingen zien voor maatschappelijke duurzaamheids opgaven.
17-11-2016 | 16:53
De natuur imiteren
Op 11, 12 en 13 november vond de conferentie Biomimicry and Bio Inspired Innovation plaats in Utrecht. Biomimicry betekent letterlijk het leven (bio) nadoen (mimimes). De organismen en ecosystemen van nu hebben zich gedurende 3,8 miljard jaar (zo lang is er leven op aarde) ontwikkeld en daarbij in verschillende omstandigheden ingenieuze oplossingen gevonden om te overleven. Volgens biomimicry kunnen we veel van deze oplossingen leren om onze uitdagingen aan te pakken.
Sterker, lichter, koeler, effectiever?
Neem bijvoorbeeld diatomen. Geïnspireerd op de bijzonder sterke celstructuur van deze eencellige wezentjes kunnen we onze auto's zowel lichter en sterker maken. Een ander voorbeeld: de zwart witte strepen bij de zebra zorgen er voor dat hij moeilijk te vangen is voor predatoren, maar werken ook als een airco waarbij de lucht langs zijn lichaam stroomt. Misschien moeten we onze gebouwen wel zwart wit gestreept verven. Of, ontwerpers verbeteren de energie efficiëntie van drones en helikopters op basis van de vorm van de gevleugelde zaden van de esdoorn.
Wetenschappelijk en educatief kapitaal
Er zijn tal van strategieën, vormen, structuren in de natuur te vinden die effectiever zijn dan de oplossingen die we nu hebben. Als bron van inspiratie levert de natuur ons een ecosysteemdienst. Daarnaast kun je biomimicry ook inzetten om natuurlijk kapitaal te versterken. Bijvoorbeeld om ecosystemen te herstellen. Voedselbossen imiteren de structuur van bossen om voedsel te produceren voor de mens, en verbeteren tegelijkertijd de bodemvruchtbaarheid en voorkomen bodemerosie. Op de Biomimicry Global Design Challenge kunnen teams de uitdaging van deze eeuw, klimaatverandering, aangaan met behulp van biomimicry.
Samenwerken aan Atlas Natuurlijk Kapitaal
Hoe zou uw Atlas Natuurlijk Kapitaal er uit zien? Wat voor kaart is er nodig om uw project tot een succes te maken? Op 4 november kwam het Atlas gebruikerspanel bij elkaar om dit te bespreken.
10-11-2016 | 10:29
Aanleiding voor het gebruikerspanel
De Atlas Natuurlijk kapitaal is ontwikkeld om overheden, bedrijven en burgers te ondersteunen in het duurzaam omgaan met natuurlijk kapitaal. Overheden kunnen bijvoorbeeld de kaarten gebruiken bij het opstellen van de omgevingsvisie, bedrijven bij het vergroenen van hun bedrijventerrein en burgers kunnen er inspiratie opdoen om de biodiversiteit in eigen tuin te vergroten. Om de Atlas Natuurlijk Kapitaal optimaal in dienst te stellen van al deze gebruikers is het belangrijk om te weten waar men behoefte aan heeft. Daarom vond op 4 november de eerste bijeenkomst plaats van het gebruikerspanel Atlas Natuurlijk Kapitaal.
Kaarten en functionaliteit
Atlas Natuurlijk Kapitaal heeft ongeveer 170 kaarten in de bibliotheek. Momenteel werkt het Atlas-team aan een kwaliteitsslag van deze enorme database; sommige kaarten zullen er uit gaan en anderen worden verbeterd. Ook komt er in 2017 een nieuwe kaartviewer aan. Gebruikers maakten zich zorgen over de functionaliteit van deze viewer, kun je bijvoorbeeld nog een kaartlink aanmaken en komt er een zoekfunctie over meerdere atlassen? Uiteraard hebben we het panel ook gevraagd welke kaarten ze graag op de Atlas willen hebben. De reacties waren heel divers: een kaart die aangeeft wat het effect van recreatie op het natuurlijk kapitaal is, oftewel recreatiedruk; een kaart met biodiversiteitsindicatoren of een kaart over voedselbossen.
Praktijkvoorbeelden en communicatie
De Atlas Natuurlijk Kapitaal biedt praktijkvoorbeelden aan ter inspiratie voor bedrijven, overheden en burgers. Volgens het gebruikerspanel is het erg moeilijk om deze drie doelgroepen tegelijk te bedienen op één website. De huidige praktijkvoorbeelden zijn iets te gemeentelijk ingestoken en er is nog niet voldoende te vinden voor bedrijven. De website moet daarom uitgebreid worden met voldoende informatie voor alle doelgroepen.
Evaluatie
Tijdens deze bijeenkomst zijn vele ideeën en suggesties genoemd die bijdragen aan de ontwikkeling van Atlas Natuurlijk Kapitaal. Niet alle ideeën kunnen meteen worden uitgevoerd maar het helpt wel om de juiste koers te zetten en om prioriteiten te stellen. We willen de deelnemers nogmaals bedanken voor hun bijdragen. Er volgt nog een uitgebreid verslag van deze bijeenkomst die u binnenkort op de samenwerkingsruimte van het gebruikerspanel kunt vinden. Wilt u de volgende keer ook deelnemen aan het panel, stuur dan een berichtje naar atlasnatuurlijkkapitaal@rivm.nl.
Nationale EnergieAtlas helpt energietransitie versnellen
De nieuwe digitale Nationale EnergieAtlas helpt gemeenten, bedrijven en burgers om de overgang naar duurzame energie te versnellen.
26-10-2016 | 13:57
De atlas toont op kaarten de mogelijkheden voor verschillende vormen van duurzame energie, tot op straat- of zelfs gebouwniveau. Het beheer van de Nationale EnergieAtlas is belegd bij het RIVM. De Nationale EnergieAtlas is ontwikkeld in opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken, Netbeheer Nederland en een aantal pioniersgemeenten. Staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu heeft de atlas op 26 oktober gelanceerd tijdens de Nationale Klimaattop 2016 in Rotterdam.
Geïnformeerde keuze over de leefomgeving
Het RIVM beheert al de Atlas Leefomgeving en de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Daarmee is de Nationale EnergieAtlas de derde digitale atlas, die bij het RIVM in het beheer komt. De atlassen bieden professionals en burgers gelijke startinformatie om een geïnformeerde keuze maken voor de inrichting van hun leefomgeving. Of het nu gaat om het duurzaam gebruik maken van het natuurlijk kapitaal bij klimaatmaatregelen of het vinden van een geschikte locatie voor een nieuwe school, de atlassen tonen de mogelijkheden.
Gunstige mogelijkheden voor verduurzaming
Door combinaties van kaarten te maken in de Nationale EnergieAtlas kan eenvoudig gezocht worden naar de lokaal meest gunstige verduurzamingsopties. Voorbeelden zijn kaarten over energieverbruik per huishouden of bedrijf, mogelijke locaties voor zonnepanelen op gebouwen en het hoogspanningsnet in Nederland.
Behalve kaarten biedt de Nationale EnergieAtlas ook achtergrondinformatie bij een deel van het kaartmateriaal, dat eenvoudig is op te roepen door op het betreffende deel van de kaart te klikken. Zo is van diverse installaties, zoals stortgasinstallaties en windturbines, een lijst op te vragen met specificaties en zijn trendrapporten voor het energieverbruik opgenomen.
Hoe groen is blauwe energie?
Blauwe energie is in opmars. Naast energie van windmolens biedt de zee ook kansen voor andere vormen van duurzame energie, zoals golfslagen-en getijdenenergie. Hoe duurzaam zijn deze installaties?
24-10-2016 | 15:45
Hernieuwbare energie op de Noordzee
In de Noordzee voor de Nederlandse kust vinden vele menselijke activiteiten plaats, zoals visserij, recreatie, zandwinning, olie-en gaswinning, scheepvaart en hernieuwbare energie. Momenteel staan er drie actieve windparken in de zee en zullen er drie bijgebouwd worden. Golfslagen-en getijdenenergie kan goed gecombineerd worden met de turbines in deze windparken, volgens de Noordzee 2050 Gebiedsagenda. Naast een constante levering van energie, heeft deze combinatie financiële, logistieke en ruimtelijke voordelen.
Golfslagenergie
Golfslagenergie maakt gebruikt van de golven van de zee, die constant omhoog en omlaag bewegen onder invloed van de wind. Het opwekken van energie kan met behulp van drijvers die meebewegen met de golven en een as aandraaien. Een andere methode is om het omhoog komende water boven het zeeniveau op te vangen in een reservoir en dit naar beneden te laten stromen via turbines die een generator aandrijven. Het is een vrij constante bron van hernieuwbare energie. Het nadeel is echter dat het zoute water van de zee de materialen aantast en de onderdelen vaak vervangen moeten worden.
Getijdenenergie
De zwaartekracht van de maan zorgt voor een constante eb- en vloedafwisseling. Het is in Nederland twee keer hoogwater en twee keer laagwater per 24 uur en 50 minuten. Dit kan worden benut om elektriciteit op te wekken. Bij vloed wordt water opgevangen en bij eb stroomt het via turbines terug de zee in. In Nederland zijn er al turbines geplaatst in bestaande structuren zoals in de Oosterscheldekering (1,2 MW, 1000 huishoudens) en in de Afsluitdijk (300 kW, 250 huishoudens). Er zijn plannen om 100 turbines te plaatsen in de aangewezen gebieden voor windparken.
Milieu-impact van blauwe energie
De potentiele levering aan energie in Nederland van golf- en getijdentechnieken wordt geschat op 1.000- 2.000 MW in 2030, genoeg voor ongeveer 800.000 tot 1.600.000 huishoudens. Het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie heeft de milieu-impact onderzocht van materialen en energie die nodig is om deze technieken te installeren. De benodigde materialen voor de fundering en verankering bleek de grootste impact te hebben bij de meeste installaties. De milieu-impact, uitgedrukt in 53 g CO2eq/kWh, is vergelijkbaar met andere hernieuwbare energievormen.
De milieu-impact verlagen
Volgens het onderzoek kan de efficiëntie van sommige getijden- en golfslag installaties worden verbeterd waardoor de milieu-impact sterk afneemt. Ook het gebruik van verankeringskabels en/of zware gewichten aan de installaties in plaats van funderingen, verlaagt de impact op het milieu. In Nederland wordt al gebruikt gemaakt van bestaande structuren zoals de deltawerken voor getijdenenergie. Verder zal een gezamenlijke infrastructuur (o.a. kabels en verdeelstations) tussen de diverse vormen van hernieuwbare energie, naast kosten ook het milieu sparen. Een slim ontwerp van zee-energieboerderijen binnen de windturbine parken creëert een win-win(d)-situatie.
Duurzaamheid, voedsel en landschappen
In oktober is er extra aandacht voor duurzaamheid, voedsel en landschappen. Hier vindt u een greep uit de activiteiten waar u aan mee kunt doen.
07-10-2016 | 9:44

Dag van de duurzaamheid
Op 10 oktober is de dag van de duurzaamheid. Met dit initiatief van Urgenda vinden er door het hele land duizenden activiteiten plaats georganiseerd door particulieren, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. Zo kunt u bijvoorbeeld naar plastic gaan vissen in Boskoop, zelf natuurtroebel appelsap persen in Oostkapelle of met het Low Car Diet strijden om zo veel mogelijk duurzame kilometers te maken. Ook voor kinderen is er genoeg te doen, zoals knutselen met restmaterialen en (op scholen) luisteren naar verhalen rondom het thema plastic.
Wereldvoedseldag
Daaropvolgend staat 16 oktober in het teken van voedsel. Op Wereldvoedseldag wordt elk jaar aandacht gevraagd voor voedselzekerheid. Dit jaar gaat het over de invloed van klimaatverandering op voedsel en landbouw. In Rotterdam worden diverse lezingen en excursies georganiseerd. Zo spreken ondernemers over Feeding the city en in paviljoens op het Schouwburgplein wordt het verhaal van boer tot bord verteld. Er is natuurlijk ook veel te proeven; in verschillende steden worden er wereldmaaltijden bereid van biologische producten of voedsel dat normaal gesproken weggegooid wordt.
Week van het landschap
De week van het landschap wordt georganiseerd door provinciale organisaties. De Landschappen laten van 15 t/m 23 oktober om te laten zien hoe mooi en divers de natuur dichtbij huis is. Nederland telt 20 nationale landschappen die bijzondere natuurlijke, cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten herbergen. Met boeiende excursies, wandel-, vaar- en fietstochten kunt u deze kwaliteiten zelf gaan ontdekken. Daarnaast zijn er themadagen zoals een paddenstoelendag, kookworkshops en nog veel meer.Geniet dus de komende twee weken van al het moois rondom natuurlijk kapitaal!
Natuurlijk kapitaal gaat circulair
Op 14 september lanceerde Staatssecretaris Dijksma het programma 'Circulaire Economie: Nederland circulair in 2050'. Wat is hier in de rol van natuurlijk kapitaal?
03-10-2016 | 11:37
Nederland circulair in 2050
Het programma Nederland circulair in 2050 is deze maand nog gelanceerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu om de transitie naar een circulaire economie te bespoedigen. Het biedt perspectief op een economie die voorziet in behoeften zonder onaanvaardbare milieudruk en zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Dit vergt een slimme aanpak voor grondstofwinning, hergebruik en in de ontwikkeling van producten zoals bouwmaterialen, voedingsstoffen en elektronica.
De omslag naar circulair
In 2013 werd het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) opgezet door de overheid. Dit programma ambieerde al een betere afvalscheiding, minder verlies aan grondstoffen, het benutten van kansen voor de circulaire economie en het wegnemen van belemmeringen hiervoor. Zo wordt er bijvoorbeeld al gewerkt aan een verduurzaming van verpakkingsmateriaal en met het Ketenakkoord Fosfaatkringloop aan het sluiten van de fosfaatkringloop.
De rol van natuurlijk kapitaal
Natuurlijk kapitaal heeft een centrale rol in de circulaire economie. Productieketens zijn namelijk afhankelijk van de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen. Dit zijn niet alleen grondstoffen, maar ook ecosysteemdiensten zoals de kringlopen van water, koolstof en voedingsstoffen in de bodem. Om duurzaam met natuurlijk kapitaal om te gaan moeten kringlopen, zowel op lokaal als mondiaal niveau, gesloten worden. Ook is synergie nodig tussen groene en technische kringlopen, bijvoorbeeld door inzet van hernieuwbare energie in technische kringlopen.
Het sluiten van de groene kringloop
Voor het sluiten van groene kringlopen is het van belang om inzicht te hebben in de aanwezigheid en de staat van de natuurlijke hulpbronnen in Nederland en de waarde die zij vertegenwoordigen voor de maatschappij. Hiervoor is de Atlas Natuurlijk Kapitaal (ANK) ontwikkeld. Tevens is ANK recentelijk samen gegaan met de TEEB-stad tool. Samen brengen zij het natuurlijk kapitaal in Nederland in beeld en ondersteunen overheden, particulieren en bedrijven in ruimtelijke besluitvorming.
Stappen zetten voor een beter klimaat
Eind oktober vindt in Nederland de Nationale Klimaattop 2016 plaats. Kinderen op basisscholen dragen bij aan de top met het zetten van groene voetstappen.
15-09-2016 | 17:06

Bewust minder CO2
Op de fiets of lopend naar school. Er is een tijd geweest dat dit een vanzelfsprekendheid was. Nu verplaatsen kinderen zich bewust autoloos om een goed voorbeeld te geven en geen CO2 uit te stoten met reizen. Daarnaast bevordert het autoloos reizen de luchtkwaliteit. Sinds 2006 doen basisscholen met hun leerlingen mee aan het Groene Voetstappen project. Per reis die leerlingen afleggen op de fiets of lopend verdienen zij een Groene Voetstap sticker. Zo wil het Klimaatverbond Nederland kinderen het belang leren van zo min mogelijk CO2 uitstoten.
Klimaattop
Het Groene Voetstappen project wordt afgesloten met de Kinderklimaattop die parallel plaatsvindt aan de Nationale Klimaattop op 26 oktober 2016. Deze klimaattop gaat over ideeën en maatregelen die energiebesparing opleveren. Ook wordt de nieuwe Atlas website, de Nationale Energie Atlas, gelanceerd. Op de kinderklimaattop presenteren kinderen hun ideeën voor de klimaatverandering problematiek en gaan ze hierover in gesprek met Nederlandse bestuurders.
Gouden voetstappen
Naast de groene voetstappen zijn er ook Gouden Voetstappen te verdienen. Zo lopen er projecten die extra stickers opleveren door bomen te planten, water te besparen, klimaatlessen te volgen, minder vlees te eten of je eigen klimaattop te organiseren. Door met het hele gezin een aantal weken aan de slag te gaan met deze onderwerpen gaat het verzamelen van stickers extra snel. In de Atlas Natuurlijk Kapitaal zijn ook voorbeelden te vinden wat mensen kunnen doen om de gevolgen van klimaatverandering te reduceren.
Van 19 september t/m 9 oktober worden de groene voetstappen geteld (elke week een andere regio) van al 29.403 deelnemende kinderen.
Studenten aan de slag met Atlas
Studenten van Avans Hogeschool gaan aan de slag met Atlas Natuurlijk Kapitaal voor hun project ‘Loonse en Drunense duinen'.
08-09-2016 | 11:43
Milieukunde studenten van Avans Hogeschool zijn vandaag op het RIVM te gast om kennis te maken met Atlas Natuurlijk Kapitaal en deze te gebruiken in hun project ‘Loonse en Drunense duinen'. Na een introductie in het werken met de Atlas, gaan de studenten op zoek naar de benodigde kaarten van het Natura2000 gebied. Ook krijgen ze bij het RIVM een presentatie van het UNECE/LRTAP Coordination Centre for Effects (CCE) over de Europese modellering en monitoring van stikstof in natuurgebieden.
De Loonse en Drunense Duinen
Het Natura2000-gebied De Loonse en Drunense duinen wordt ook wel de Brabantse Sahara genoemd. Er zijn grote zandvlaktes, heide gebieden en bossen. Nederland heeft ruim 160 Natura2000 gebieden. Deze gebieden worden beschermd door de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De uitstoot van stikstof kan gevolgen hebben voor het bodemleven en de vegetatie in deze gebieden. In opdracht van de provincie Brabant, gaan de milieukunde studenten de effecten van stikstof op dit gebied onderzoeken.
Stikstof, vegetatie en AERIUS
Tijdens veldwerk gaan de studenten de stikstof in de bodem en in het grondwater meten. Ook kijken ze naar de kwaliteit van vegetatie die gevoelig is voor stikstof. Met AERIUS, het rekeninstrumentarium van de Programmatische Aanpak Stikstof, leren de studenten wat de invloed is van ingrepen in en rond het gebied op de ontwikkeling van de natuur in de Loonse en Drunense duinen. En ze leren hoe (toekomstige) economische activiteiten rond het gebied daarop inwerken. Het project wordt afgesloten met een adviesrapport voor de opdrachtgever, de provincie Brabant.
PS
AERIUS is genomineerd voor de Computable Award in de Categorie Overheid. De Computable Award is de belangrijkste ICT-prijs van Nederland. AERIUS is ICT zoals het bedoeld is: maximale gebruiksvriendelijkheid. Dat blijkt uit de waardering door gebruikers. Sinds 1 april 2016 is het beheer en de doorontwikkeling van het complete AERIUS-instrumentarium door het ministerie van Economische Zaken overgedragen aan het RIVM. Het RIVM zal AERIUS in de komende jaren verder ontwikkelen zodat het informatiesysteem ook andere toepassingen krijgt, bijvoorbeeld voor de Omgevingswet. Stemmen kan tot 9 oktober 2016.
Duurzame dinsdag komt er aan
Op 6 september is de 18e editie van duurzame dinsdag. Welk duurzaam initiatief gaat dit jaar met de prijs aan de haal?
05-09-2016 | 11:23
Het podium van duurzame dinsdag
Duurzame Dinsdag is in het leven geroepen om een podium te bieden aan inspirerende en innovatieve ideeën uit de samenleving. Dit zijn ideeën op het gebied van energie, mobiliteit of techniek bijvoorbeeld, maar ook op het gebied van voedsel, sociale innovatie en natuur. Die ideeën worden op de eerste dinsdag van september aangeboden aan het kabinet. Op deze dag neemt Staatssecretaris Dijksma de koffer met ideeën in ontvangst. Dit koffertje is de afgelopen 18 jaar een icoon geworden: een icoon dat de duurzame samenleving verbindt aan de politiek. De beste ideeën krijgen letterlijk een podium die dag.
511 ideeën in de koffer!
De koffer zit dit jaar behoorlijk vol, met maar liefst 511 ingediende ideeën. Veel van deze ideeën streven naar een duurzame omgang met natuurlijk kapitaal. Zo wil bijvoorbeeld het initiatief Taste Before You Waste consumenten bewust maken van voedselverspilling en organiseert daarom ‘voedsel-weggeef-markten' en diners gemaakt van ‘afgekeurd voedsel'. Op gebied van water- en energiebesparing is de innovatieve douche Upfall Shower genomineerd, die werkt door middel van een circulatie- en zuiveringssysteem. Op gebied van groen zet Weed Free Service in op een milieuvriendelijke wijze van onkruidbestrijding.
De circulaire economie
Naast een duurzame omgang met natuurlijk kapitaal is er ook een belangrijke rol weggelegd voor initiatieven die bedrijvig zijn in de circulaire economie. Zo is bijvoorbeeld het bedrijf Bio Futura, die zoveel mogelijk olieplastics wil vervangen door bio-based en composteerbare alternatieven, genomineerd voor de duurzame dinsdag prijs. Aan de voedselkant richt de start-up PeelPioneers zich actief op het verwerken van citrusafval tot brandstof en producten zoals schoonmaakmiddel. Bij duurzame dinsdag krijgt ook het hergebruik van puinafval een podium met het product Ecofalt, een duurzaam alternatief voor asfalt dat voor 90% bestaat uit hergebruikte sloopmaterialen.
De prijsuitreiking
Er worden maar liefst zes prijzen uitgereikt op 6 september. Voor aankomende duurzame dinsdag is de inzending gesloten. Maar u kunt wel alvast uw idee indienen voor 2017 en wie weet krijgt uw idee het podium dat het verdient en gaat u volgend jaar met een prijs aan de haal!
Atlassen op het Geo-gebruikersfestival
Dinsdag 6 september presenteren we ons in het provinciehuis te Zwolle. Dit festival gaat over het benutten van geo-informatie. Wij tonen de mogelijkheden van de Atlassen.
02-09-2016 | 10:33
Er gebeurt ontzettend veel rondom het openbaar maken van data en het inzetten van die gegevens voor allerlei plannen of voor interacties met burgers. Hoe kunnen we het potentieel aan data slim gebruiken? Dat is één van de insteken van het festival. Atlas Leefomgeving en Atlas Natuurlijk Kapitaal doen mee en laten zien wat er met onze sites mogelijk is. Dit verduidelijken we via een casus die gaat over de uitbreiding van een Zwolse woonwijk, inclusief basisschool.
Oriëntatiefase
In onze –fictieve- praktijksituatie laten we zien welke mogelijkheden er voor Atlasgebruikers zijn, vooral in de beginfase van een project. Met behulp van de Atlassen kun je een eerste inschatting maken van wat je zoal in het project tegen kunt komen; de belemmeringen en de kansen. Bepaalde thema's blijken al snel niet aan de orde te zijn, bijvoorbeeld geluidsoverlast van passerende treinen. Andere thema's vergen extra onderzoek, bijvoorbeeld de aanwezigheid van risicovolle buisleidingen in de grond of de hoge trefkans op archeologische resten in de bodem. Als gemeente, provincie, adviesbureau of RUD (Regionale Uitvoerings Dienst) is aldus met een beperkt aantal muisklikken een rapportage te maken van de eerste bevindingen.
Het gesprek aan gaan
We wonen, werken en spelen allemaal in onze leefomgeving. Als zich veranderingen aandienen, kan dat gemakkelijk ophef of bezorgdheid veroorzaken. Met behulp van de Atlassen zijn bepaalde keuzes gemakkelijk inzichtelijk te krijgen en kan een open gesprek worden aangegaan.
In de te bespreken casus projecteren we een nieuwe woonwijk aan de oostkant van Zwolle. We bekijken hoe het met de luchtkwaliteit in dat gebied is en of die schoon genoeg is voor de plaatsing van een school. We leggen de verkeer- en spoorkaarten er overheen en kunnen zo een snelle inschatting maken van de stand van geluidshinder. Voorts neuzen we door de locaties met gevaarlijke stoffen en de kansen op een overstroming, om daarna snel verder te gaan naar de aanwezige natuurgebieden. Doorkruist de nieuwe wijk misschien een gebied dat bescherming geniet volgens de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn? We kijken ook naar de draagkracht en zettingsgevoeligheid van de bodem waar de wijk op moet komen. Tot slot werpen we een blik op de dit najaar te lanceren Nederlandse Energie Atlas.
Als u ook komt, we zien en spreken u graag. Meer informatie vindt u op de site van Geonovum, waar ook het programma is te bekijken.
Festival bevoorrading over het water
Festivals worden steeds groener en blauwer. Pukkelpop vervoerde dit jaar duurzaam de festivalspullen over het Albert kanaal.
25-08-2016 | 16:09
Festivals en energieverbruik
Festivals kunnen behoorlijk wat energie verbruiken om alle podia, verlichting en koffiezetapparaten te laten werken. Naast elektriciteitsverbruik komt ook nog eens de energie die het transport kost van duizenden festivalgangers, terrein materialen en bevoorrading van alle eettentjes en bars.
Podia materiaal over het water
Sommige festivals zijn creatief in het vinden van oplossingen voor hun energiegebruik. Zo vervoerde Pukkelpop de afgelopen 2 jaar festivalspullen duurzaam over het water. Dit jaar zijn twaalf 6 meter lange containers en acht grote open containers per schip afgeleverd. Hierdoor was de CO2-uitstoot van het transport bijna de helft lager dan wanneer het traject met vrachtwagens zou worden afgelegd.
Verkeer over de waterwegen
Transportover rivieren en kanalen is een stille en zeer energie-efficiënte wijze van goederenvervoer. Omdat de binnenvaart een veel lager brandstofverbruik per tonkilometer heeft, is de CO2 uitstoot 3 tot 6 keer lager dan vervoer over de weg. Het Europese vaarwegennetwerk is maar liefst 41.000 kilometer lang. Hierdoor zijn vrijwel alle belangrijke industriële gebieden in West-Europa over water te bereiken. Het potentieel van deze transportwijze wordt echter niet ten volle benut terwijl de wegen overbelast zijn. Daarom heeft de EU een actieplan opgesteld om de binnenvaart sector te versterken.
Vaarwegen in Nederland
Nederland beschikt over ruim 5.000 km bevaarbare waterwegen, 398 binnenhavens en de Nederlandse vloot heeft maar liefst 6.900 binnenvaartschepen. Jaarlijks vervoert de binnenvaart ca. 320 miljoen ton over de Nederlandse binnenwateren met zowel binnenlandse of een buitenlandse bestemming. In drukke steden zoals Utrecht en Amsterdam worden sommige cafés en restaurants dan ook bevoorraad via de waterroute. Benieuwd naar de binnenvaartroutes in Nederland? Zie de kaart Transport routes over rivieren en meren op ANK.
Bron: http://informatie.binnenvaart.nl
Onze voedselconsumptie in een notendop
Het RIVM heeft de milieubelasting van het huidige voedselconsumptiepatroon in Nederland geanalyseerd. Vlees, zuivel en kaas vormen de grootste belasting.
23-08-2016 | 15:43
De effecten op het milieu
De wereldwijde productie van voedsel is verantwoordelijk voor ongeveer 25% van de broeikasgasemissies en voor 60% van het verlies aan biodiversiteit. Dit kan beter. Een duurzaam voedselsysteem is een systeem dat voorziet in de voedsel- en voedingsmiddelenbehoefte van zowel huidige als toekomstige generaties, waarbij ook de ecologische systemen op aarde worden beschermd. Om gericht verbetermaatregelen te kunnen nemen in de toekomst, heeft het RIVM, in opdracht van het ministerie van IenM, de milieubelasting van de voedselconsumptie in Nederland geanalyseerd.
Boter, kaas en runderen
Voor de analyse zijn 168 voedingsproducten geselecteerd die samen ongeveer 80% van de milieubelasting veroorzaken. Er is gekeken naar de effecten van deze producten op klimaatverandering, landgebruik, waterverbruik, verzuring, vermesting en bodemuitputting. De grootste milieubelasting wordt gevormd door vlees (voornamelijk rundvlees), zuivel, kaas en de glastuinbouw. Groente- en fruitgewassen die in Nederland in de volle grond worden geteeld, hebben een relatief lage milieubelasting, evenals brood- en graanproducten. In de huidige analyse zijn aardappelproducten, noten en zaden en bewerkte producten nog buiten beschouwing gelaten, deze worden in een vervolgstudie in 2017 geanalyseerd.
Op naar een duurzaam voedselsysteem
Van de in Nederland geconsumeerde producten wordt gemiddeld 20 procent verspild. De verspilling vindt plaats in de gehele productie- en distributieketen maar is het grootst bij de consument. Voor de verduurzaming van het voedselsysteem in Nederland is een rol weggelegd voor zowel consumenten, als de overheid en de verschillende actoren in de voedselketen. Een verschuiving van dierlijke naar plantaardige voedselproducten is effectief voor bijna alle milieuaspecten.
Filedruk voor vissen neemt toe
Vissen komen behoorlijk wat hindernissen tegen op hun routes. Nu staan ze zelfs in de file. Viskorven worden de nieuwe spitsstroken.
16-08-2016 | 10:22
Hindernissen
Om voort te planten leggen vissen lange afstanden af in zee, rivieren, meren en kanalen. In de afgelopen decennia zijn op die routes door de mens veel hindernissen gebouwd die vissen belemmeren in hun doen en laten. Denk hierbij aan sluizen, gemalen en dammen. Vistrappen of vispassages zijn ontworpen om vissen toch de ruimte te geven om te kunnen migreren.
Makkelijke prooi
Helaas is hiermee het probleem nog niet geheel opgelost. Vissen kunnen de vispassages heel goed vinden, waardoor veel vissen in de file staan om de oversteek te maken. Het gevolg is dat roofdieren de vispassages ook hebben ontdekt. Grote roofvissen en roofvogels zien de vispassages als een buffettafel en kunnen daar zichzelf tegoed doen aan diverse lekkernijen. Hierbij zijn vooral de jonge vissen de klos die juist de nieuwe generatie moeten vormen.
Viskorven
In het Noordzeekanaal worden daarom als oplossing voor de filedruk viskorven geplaatst door het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Rijkswaterstaat. Een viskorf is een betonnen constructie met gaten en dient als een veilige plaats voor de jonge vissen om te wachten totdat ze verder kunnen zwemmen door de vispassage. Al eerder is bewezen dat het werkt, hopelijk gaat het in het Noordzeekanaal net zo goed!
Lees meer over vis als onderdeel van het Natuurlijk Kapitaal Voedsel.
De impact van landbouw op biodiversiteit
Intensieve landbouw gaat vaak gepaard met verandering in grond gebruik. Een recente studie onderzoekt de wereldwijde impact van de toenemende handel in gewassen op de biodiversiteit.
12-08-2016 | 14:13
Landbouw en biodiversiteit
In de afgelopen 500 jaar, zijn ruim 300 gewervelde soorten uitgestorven en nog meer worden bedreigd met uitsterven. Biodiversiteit is de basis voor bodemvruchtbaarheid, bestuiving en vele andere ecosysteem diensten die belangrijk zijn voor ons welzijn. De afname van biodiversiteit heeft vele oorzaken; één ervan is intensieve landbouw en de hiermee gepaard gaande veranderingen in landgebruik. Deze studie evalueert de impact van de mondiale handel in gewassen op het verlies aan biodiversiteit.
Gewassen en verlies aan soorten
Een recente studie onderzocht van 184 landen en 170 gewassen de relatie tussen het verlies aan soorten en het aantal m² aan landbouwgebied per land. Graan, rijst en mais, die samen 40% van de wereldwijd landbouw oppervlakte beslaan, dragen ook voor 40% bij aan de impact op biodiversiteit. Andere gewassen zoals suikerbiet, rubber, palm olie en koffie zijn ook verantwoordelijk voor een hoog verlies aan soorten terwijl ze relatief gezien weinig landbouwgrond beslaan. De hoeveelheid landbouwgrond staat dus niet altijd gelijk aan de impact op de biodiversiteit.
Binnenlandse en geïmporteerde impact
Het merendeel van het geschatte verlies aan soorten (83%, of 4747 soorten) is te wijten aan ontwikkeling van landbouwgronden voor binnenlandse consumptie. De grootste binnenlandse impact komt voor in dichtbevolkte gebieden met een hoge biodiversiteit zoals in China, India en Brazilië. De productie voor export gaat gepaard met een verlies aan soorten van 17% ofwel 969 soorten. Geïndustrialiseerde landen importeren meestal gewassen uit ontwikkelingslanden in tropische gebieden, met leefgebiedsdegradatie en een verlies aan biodiversiteit als gevolg van de productie.
Maatregelen om biodiversiteit te beschermen
Hoewel sommige landen afhankelijk zijn van import vanwege een gebrek aan goede landbouwgrond, kunnen landen zoals Duitsland en Frankrijk wel hun mondiale impact op de biodiversiteit verlagen door zelf een groter gedeelte van hun gewassen te verbouwen. Gerichte maatregelen in exporterende landen zoals het Soja moratorium in Brazilië helpen ook om de impact op biodiversiteit te verlagen. Daarbij pleiten de onderzoekers om de impact op biodiversiteit mee te nemen in de etikettering en certificering van producten.
1.000 hectare Nieuwe Stedelijke Natuur
Op 24 november 2015 in ‘s-Hertogenbosch is de Green Deal ondertekend voor de realisatie van 1.000 hectare nieuwe stedelijke natuur. Hoe staat het hiermee?
28-07-2016 | 14:53
Wat ambieert deze Green Deal?
Green Deals zijn afspraken tussen de Rijksoverheid en andere partijen zoals bedrijven en maatschappelijke organisaties. De Green Deal helpt om duurzame plannen uit te voeren. De Green Deal ‘1.000 hectare Nieuwe Stedelijke Natuur', is getekend om stedelijke natuur duurzamer en met meer waarde voor de biodiversiteit te maken. Door natuurlijk groen in de stad te halen, verbeter je de kwaliteit van de leefomgeving en wordt de stad klimaatbestendiger. Deze Green Deal richt zich op het duurzaam ontwikkelen van 1.000 ha nieuwe stedelijke natuur in een periode van drie jaar.
Meer dan 40 gemeenten werken mee
De Green Deal ‘1.000 hectare Nieuwe Stedelijke Natuur' is een gezamenlijk project van NL Greenlabel, Regelink Ecologie & Landschap, De Vlinderstichting, Branchevereniging VHG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Samen met minimaal 40 gemeenten wordt gewerkt aan de ontwikkeling van 1.000 ha stedelijke natuur. Dit kan tijdelijke natuur zijn, maar ook blijvend in een (nieuwbouw) woonwijk, park, industrieterrein, kantoortuin, schooltuin etc.
Van strak gazon tot industrieterrein
Op allerlei plekken kan nieuwe stedelijke natuur ontstaan. Zo zijn er braakliggende percelen van gemeenten waar men ‘tijdelijke natuur' aanlegt en worden gebieden voor waterberging zo vormgegeven dat er een forse meerwaarde ontstaat voor wilde planten en dieren. Strakke gazons veranderen in bloemrijk grasland. Ook industrieterreinen kunnen bijdragen aan een groene infrastructuur en daarbij aantrekkelijker worden voor bedrijven om zich er te vestigen. Kortom er zijn veel mogelijkheden.
Teken het gebied op de kaart
Beheert u zelf een stuk land of heeft u een braakliggend terrein? Dan kunt u ook meedoen om Nederland groener en biodiverser te maken. De oppervlakte dient minimaal 1.000 m2 te zijn met een beschikbaarheid van minstens vijf jaar. De overige richtlijnen vindt u hier. Indien u voldoet aan de richtlijnen kunt u zich aanmelden en het gebied zelf intekenen op de kaart.
Managing grasslands important for soil carbon
Soils contain more carbon than often perceived. By changing the type of grassland management, more carbon can be stored in soils.
18-07-2016 | 10:59
Carbon storage
A recently published article describes a UK study on carbon in soils. Soils are estimated to hold more carbon than stored in the whole atmosphere and all Earth's plants. This realization emphasizes the importance that soils should be carefully managed to retain soil carbon.
Going deeper
Most soil research focusses on the top 30 centimeters. This research wanted to go beyond this scope, by analyzing the percentage of carbon in soil samples up to 1 meter. The researchers took samples from 180 different sites representing different grassland types and three different ways of grassland management; intensive, extensive and intermediate.
Intensively managed grassland fields receive a large amount of fertilizer (100 kg nitrogen/ha/year), are heavily grazed by animals (2-3.5 or more livestock units/ha), are cut two or three times a year and have low plant diversity (10 species/m2). Extensively managed grassland fields receive less fertilizer (25 kg/ha/year), are lightly grazed (<1 livestock unit/ha), are cut once a year and have high plant diversity (average 21 species/m2). Intermediary managed fields receive 25-50 kg of fertilizer (nitrogen/ha/year), are grazed by 1.5 livestock units/ha, are cut once a year and have middling plant diversity (15 species/m2).
Results
Soil carbon concentrations decreased as management intensity increased, but intermediate management showed the largest amount of soil carbon. Total percentage of carbon in intermediate managed grassland was 10.7% greater than in intensively managed grassland and 7.8% greater than in extensively managed grassland. A higher percentage of carbon in intermediately managed grassland in comparison to extensively managed grassland is assigned to differences in soil bulk density, likely due to compaction and fertilizer application rates.
The researchers also found that 60% of the total amount of carbon in 1 meter is stored in the top 30 centimeters. They estimate that the stock of soil carbon up to 1 meter in the UK is 2097 Tg (1 Tg=1 million metric tons).
Natural Capital
Soil is an important natural capital and should be correctly managed to maximize the storage of carbon. The Atlas Natural Capital has many maps on carbon sequestration in soils. For example:
ANK biedt hulp bij toepassen Natural Capital Protocol
Bedrijven en andere stakeholders die hulp willen bij het toepassen van het Natural Capital Protocol, kunnen hierover advies inwinnen bij de Atlas Natuurlijk Kapitaal.
14-07-2016 | 9:18
Het RIVM ontwikkelt en beheert de Atlas Natuurlijk Kapitaal in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en werkt hierbij samen met andere kennisinstituten. ANK geeft informatie over de aard en samenstelling van het natuurlijk kapitaal in Nederland en levert een bijdrage om duurzaam met ons natuurlijk kapitaal om te gaan. Bedrijven kunnen de website van ANK raadplegen voor achtergrondinformatie over het duurzaam benutten van natuurlijk kapitaal.
Gestandaardiseerd kader
De Natural Capital Coalition heeft het Natural Capital Protocol op 13 juli gelanceerd. De National Capital Coalition is een wereldwijde samenwerking van ruim 160 stakeholders, zoals bedrijven, overheden, universiteiten en non-profit organisaties. De Nederlandse ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken stimuleren de ontwikkeling en toepassing van het protocol. Bij het testen van het protocol zijn ook andere Nederlandse stakeholders betrokken, zoals Vitens, Dow Chemicals, Arcadis, KPMG en het WNF.
Het protocol biedt de bedrijven een raamwerk om hun relaties met natuurlijk kapitaal (de voorraad natuurlijke hulpbronnen) inzichtelijk te maken, te meten en te waarderen. Doel van het protocol is het bedrijfsleven in staat te stellen zijn directe en indirecte interactie met natuurlijk kapitaal te beoordelen, beter te beheren en mee te nemen in bedrijfsbeslissingen.
Voor meer informatie zie:
Week van de invasieve exoten
De rode Amerikaanse rivierkreeft, de Japanse duizendknoop en de halsbandparkiet rukken op in Nederland.
21-06-2016 | 15:52

Uitheemse planten, dieren en micro-organismen komen door menselijk toedoen in Nederland terecht. Dat kan ongemerkt gaan, doordat plantenzaadjes en insecteneitjes in onze koffer meereizen. Het gebeurt ook actiever, bijvoorbeeld doordat mensen hun aquarium legen in de sloot of een niet langer gewenst exotisch huisdier loslaten in het park.
Er zijn nog veel meer van zulke invasieve exoten, de lijst wordt steeds langer. Ze voelen zich hier thuis en bij gebrek aan natuurlijke vijanden verdringen ze inheemse soorten. Dat vraagt om aandacht en actie.
Schade
Bij gebrek aan natuurlijke vijanden kunnen sommige van deze exoten inheemse soorten verdringen en de biodiversiteit verkleinen. Ook kunnen ze schade aanrichten aan onze gezondheid, in het waterbeheer en de landbouw.
Week van de invasieve exoten
De Week van de invasieve exoten (17 t/m 26 juni) vestigt de aandacht op het probleem en brengt mensen bij elkaar om aan oplossingen te werken.
In heel Nederland is tijdens de Week van alles te beleven, van het rooien van Amerikaanse vogelkers tot een boottocht met Tweede Kamerleden, plaatselijke politici en geïnteresseerden op de Loosdrechtse plassen om de effectiviteit van cabombabestrijding te bekijken. (De cabomba is een uit Midden- en Zuid-Amerika afkomstige, zeer snel groeiende plant, bij ons populair voor aquaria en vijvers.)
Bekijk op de speciale website het complete programma.
Europa
Ook in Brussel staat het onderwerp op de politieke agenda. De Europese Commissie werkt aan een lijst met circa 40 planten- en diersoorten, de Unielijst met ‘invasieve exoten van EU-belang'. De lidstaten zijn op basis van de Europese Verordening Invasieve Uitheemse Soorten verplicht de opmars van invasieve soorten aan te pakken, onder andere met import-, handels- en bezitverboden.
Verder weg meten voor een beter resultaat
Het RIVM en de Universiteit Utrecht brachten recent een rapport uit met remote sensing onderzoek op het gebied van natuurlijk kapitaal.
16-06-2016 | 11:38
Wat is remote sensing?
Remote sensing is een techniek waarmee informatie wordt verkregen over een object zonder dat contact met het object gemaakt wordt. Dit gebeurt met name door sensoren die onder een vliegtuig hangen of in satellieten zitten. De sensoren meten allerlei gegevens van de grond waar ze overheen vliegen en komen zo tot informatie op een gedetailleerder niveau dan informatie van lokale meetstations. Met remote sensing kan je bijvoorbeeld meten hoe hoog de gebouwen in een stad zijn, maar ook details krijgen over hoe hoog bepaalde vegetatie is in landbouwgebied.
De data van het natuurlijk kapitaal
Remote sensing gegevens vormen een waardevolle toevoeging voor Atlas Natuurlijk Kapitaal. Remote sensing kan bijvoorbeeld ontbrekende informatie bieden over de locatie van individuele bomen wat vervolgens kan bijdragen aan modellen die de temperatuur in de stad schatten. In het onderzoek zijn zes thema's aangewezen waar remote sensing informatie een toegevoegde waarde heeft; vegetatie in stedelijk gebied, het hitte-eilandeffect, verharde oppervlaktes, daken in stedelijk gebied, bodemvocht en smalle vegetatiestroken in landbouwgebied.
Het stedelijk gebied
Voor de thema's vegetatie in stedelijk gebied, verharde oppervlaktes en daken wordt geconcludeerd dat de remote sensing techniek LiDAR (Light Detection and Ranging) de meest betrouwbare informatie geeft. LiDAR is een techniek die de hoogte van een oppervlak meet door laserpulsen naar het oppervlak te sturen en de weerkaatsing te registreren. Het hitte-eilandeffect wordt het best in kaart gebracht door temperatuur metingen van infraroodsensoren op vliegtuigen. Deze sensoren geven een hogere resolutie dan de infraroodsensoren op satellieten.
Smalle vegetatiestroken
Smalle vegetatiestroken in landbouwgebied, zoals heggen, zijn een belangrijke bron voor bestuivers van de landbouw gewassen. Het onderzoek concludeert dat luchtfoto's een belangrijke bron kunnen zijn om deze stroken in kaart te brengen. Luchtfoto's worden gemaakt door bijvoorbeeld overvliegende vliegtuigjes.
Conclusies van het onderzoek
Het potentieel voor remote sensing om meer data te verkrijgen over ecosysteemdiensten lijkt groot. Het rapport eindigt met een aantal suggesties om de huidige landgebruikskaarten te verbeteren door het toepassen van remote sensing data. De suggesties zijn vooral gericht op het testen van remote sensing data voor een aantal specifieke regio's, zoals in een aantal steden. Een andere test kan zich richten op diverse natuurgebieden, zoals bos, uiterwaarden en duinen.
Groene klimaatadaptatie voor gemeenten
De provincie Noord-Brabant organiseert op 14 juni een bijeenkomst over groene klimaatadaptatie voor gemeenten.
10-06-2016 | 11:24
Klimaatadaptatie binnen de gemeente
Het veranderende klimaat stelt gemeenten voor grote opgaven: hevige neerslag met kans op wateroverlast, meer hete dagen en langere perioden van droogte met gevolgen voor de economie, gezondheid en de kwaliteit van de leefomgeving. Gemeenten bereiden zich hierop voor met onder meer het terugdringen van verharding, het creëren van ruimte voor waterberging en de aanleg van groenblauwe structuren. Veel maatregelen voor klimaatadaptatie lenen zich uitstekend voor een combinatie met (stedelijke) natuur.
Aanknopingspunten voor gemeenten
Op 14 juni kunt u als gemeente in één middag een actueel overzicht krijgen van praktische aanknopingspunten om op een groene manier de klimaatproblematiek aan te pakken. Er worden pitches gehouden over kansen, hulpmiddelen en financieringsmogelijkheden voor gemeenten en er is een informatie markt met diverse inhoudelijke partijen. Zo wordt gepresenteerd hoe in Sint Michelsgestel duurzaam met water wordt omgegaan en het riool wordt ontlast door regenwater los te koppelen van het riool. En vanuit de gemeente Cuijk wordt de klimaatkansenkaart en de ‘tuinvergroeningsaktie' gepresenteerd.
De Atlassen presenteren…
De Atlas Natuurlijk Kapitaal (ANK) en de Atlas Leefomgeving (ALO) bieden u gerichte informatie met kaarten en praktijkvoorbeelden op gebied van ecosysteemdiensten en de leefomgeving. Ook kunt u alvast een kijkje nemen in de nieuwe Nationale Energie Atlas (NEA), die binnenkort gelanceerd wordt. Daarnaast kunt u bij onze stand ervaren hoe u eenvoudig een samenwerking met andere partijen aangaat in onze digitale samenwerkingsruimte (Social Office). We heten u van harte welkom bij onze stand en tijdens onze pitch.
Waar & wanneer:
Dinsdag 14 juni 2016 van 13.30 – 16.30 uur
De Gruyterfabriek, ‘s Hertogenbosch.
Aanmelden en meer informatie: info@bureauzet.nl
De HAS-award
Op 16 juni wordt de HAS-award uitgereikt voor de meest duurzame samenwerking tussen HAS Hogeschool en de beroepspraktijk.
09-06-2016 | 17:07
Wat is de HAS-award?
Op 16 juni vindt de 4e editie van de HAS-award plaats bij de HAS Hogeschool in Den Bosch. Er zijn drie categorieën: Jong talent, Duurzame samenwerking en Beroepsopdracht. In de categorie Jong talent zijn drie studenten genomineerd die eruit springen wat betreft visie, eigen stijl en innovatiezin. In de categorie Beroepsopdracht worden bedrijven in het zonnetje gezet die innovatieve en duurzame beroepsopdrachten aanbieden voor afstudeerstages. Ten slotte is het RIVM genomineerd in de categorie duurzame samenwerking, met het oog op de binding tussen onderwijs en praktijk.
Samenwerking HAS Hogeschool en RIVM.
De samenwerking met HAS Hogeschool kwam enkele jaren terug tot stand via de Provincie Noord-Brabant. Momenteel loopt er een onderzoeksproject met betrekking tot datavisualisatie en werken studenten met de Atlas Leefomgeving en de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Studenten vormen een mooie gebruikersgroep die functionaliteiten testen en inzicht geven in de behoeften van burgers. Momenteel is de rol van studenten vooral groot binnen de Atlas Leefomgeving. "Studenten zijn heel praktisch en werken meestal snel. Het RIVM en de HAS vullen elkaar mooi aan.", aldus Brigit Staatsen van het RIVM.
Intentieverklaring
Op 31 maart tekenden een aantal partijen een intentieverklaring om in de toekomst duurzaam te gaan samenwerken binnen het thema milieu & gezondheid: Het RIVM, de Provincie Noord-Brabant, HAS Hogeschool, Avans Hogeschool en FontysHogescholen. "We willen de webatlassen gezamenlijk verder ontwikkelen, testen en verbeteren. We richten ons daarbij op de techniek: bijvoorbeeld het bouwen van een app, maar ook op de inhoud: hoe kan de data ingezet kan worden in het onderwijs."
Stem op je favoriet!
Tot 16 juni kun je stemmen op je favoriet binnen elke categorie en mee bepalen wie de felbegeerde HAS-award wint. Help ons de samenwerking nog verder uit te bouwen door te stemmen op het RIVM!
Morgen is het buitenspeeldag
Woensdag 8 juni wordt door Jantje Beton en Nickelodeon de jaarlijkse Buitenspeeldag 2016 georganiseerd. Op deze dag wordt buitenspelen gestimuleerd.
07-06-2016 | 16:13

Ontwikkeling
Oude kleren aan en hop naar buiten. Wie is er niet opgegroeid met uren buiten struinen met vriendjes en vriendinnetjes? Voetballen, over slootjes springen en doen alsof je kunt vliegen terwijl je zo hoog mogelijk probeert te schommelen. Buitenspelen is volgens Jantje Beton onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen. Een scala aan ontwikkelpunten worden gekoppeld aan buitenspelen. Denk hierbij aan sociale vaardigheden opdoen, leerprestaties bevorderen, maar ook vriendschappen sluiten en motorische vaardigheden stimuleren.
Basis voor de toekomst
Door veel buiten te spelen als kind wordt een goede basis gelegd voor een gezond leven als volwassene. Steeds minder kinderen spelen buiten en daarnaast speelt overgewicht al bij 15% van de kinderen een rol. Door bewegen is overgewicht tegen te gaan. Daarom is spelenderwijs bewegen heel belangrijk voor kinderen. In de buurt moeten natuurlijk wel mogelijkheden zijn om te kunnen bewegen.
Informatie & Kaarten
In de Atlas Leefomgeving zijn twee kaarten beschikbaar waarmee kan worden afgeleid waar in Nederland je goed kan buitenspelen. De kaart gebruik speelruimte toont met hoeveel kinderen de beschikbare speelruimte moeten worden gedeeld. De kaart openbaar groen bij woningen toont hoeveel groen er in de buurt is om in te spelen.
Naast de kaarten in de Atlas Leefomgeving is in de Atlas Natuurlijk Kapitaal het recreatieaanbod voor fietsen en voor wandelen in een groene omgeving beschikbaar. Beide kaarten geven aan waar mooie recreatieplaatsen zijn waar je zowel als kind als volwassene lekker buiten kan spelen.
Meer informatie?
Op de Atlas Leefomgeving is onder het thema Groen > Speelruimte meer informatie te vinden over wat buitenspelen betekent voor de gezondheid. Hier is ook meer informatie te vinden over het beleid op het gebied van speelruimtes en wat men zelf kan doen om meer speelruimtes te creëren in de wijk. Op de Atlas Natuurlijk Kapitaal is onder het thema Groene recreatie meer informatie te vinden over groene ruimtes in de (stedelijke) omgeving. Hier is ook meer informatie te vinden over het duurzame belang van groene recreatie en praktijkvoorbeelden.
The City Deal: Nature based solutions for urban areas
On the 31st of May, the city of Utrecht hosted the EU conference on Evidence based policy making for sustainable cities.
03-06-2016 | 12:12
The conference brought together scientist and policymakers from cities and member states from all over Europe to show the developments of nature based solutions at city level, and the potential of the use of spatially explicit data on this subject. To underpin this at the end of the day, several parties including municipalities, ministries and commercial companies, signed a City Deal to ensure that the values of green and blue are more explicitly taken into account with policy- and decision-making in urban challenges.
The day opened with a passionate speech of mr. Bart Krol, vice governor of the province of Utrecht. Mr. Krol emphasized the importance of green infrastructure in the city of Utrecht for it's economic development. A green and healthy city is good for attracting business and highly educated inhabitants. Following this mr. André vd Zande (director general of RIVM), and mr. Olaf Cornielje (deputy director of the sustainability department of IenM) discussed the relevance of green in the city, the national policies on this, and the relation with the circular economy.
Photo:The city of Utrecht, already integrating green and blue into the urban area.
Photo: Mr Delgado Rosa
Mr Delgado Rosa, the Director for Natural Capital in DG Environment, of the European Commission, discussed the connection between several policy areas including the EU Urban Agenda, the research agenda on Nature Based Solutions, circular economy, and the Biodiversity Strategy. He, among other lessons, shared the knowledge that increasing nature in the urban area stimulates social inclusion.
Several case studies show how natural capital can contribute to an attractive, green and sustainable city with a high quality of life, and how this can be implemented in the spatial planning of cities.
Photo: Mrs. Claudia Alzetta presenting the Padova, Italy, case study (L) and Robert de Graaff presenting the next step in urban development (R)
Photo: Joachim Maes of the Joint Research Centre, presented the conclusions and lessons learned.
The conference marked the release of the report on Urban Ecosystems, the 4th report on Mapping and Assessment of Ecosystems and their Services (MAES). On behalf of the research group, Joachim Maes of the Joint Research Centre, presented the conclusions and lessons learned. The report will soon be published on this webpage.
Photo: Lunch
After some actual food for thought, breakout sessions were facilitated. The sessions allowed participants to actively join the discussion on topics such as governance barriers, mapping and assessing at city level (with the QUICKscan software tool), the relevance of green infrastructure for health, circular economy and natural capital, improving decision support tools for nature based solutions in cities and innovative governance and finance for green urban infrastructure.
Photo: participants workshops
As the end of the day grew near, the conclusions of the breakout sessions were shared with everyone during a plenary session. Convinced of the need to apply nature based solutions in the urban area, the day concluded with the signing of a City Deal by a number of Dutch cities, ministries, knowledge institutes and private companies! There was a lot of interest to explore whether such a cooperation might be relevant at a European level. So… to be continued!
The presentations and a report of the conference will soon be published on this website.
Nieuwe stap naar in beeld brengen natuurlijk kapitaal
RIVM gaat samen met gemeenten aan de slag om het natuurlijk kapitaal steeds beter in kaart te brengen. Dit is vastgelegd in de City deal ‘Waarden van groen en blauw in de stad'.
31-05-2016 | 11:25
"We weten dat we zuinig moeten zijn op ons natuurlijk kapitaal: water, bodem en lucht zijn de basis voor ons bestaan en voor onze economie. Groen en water in de stad spelen een belangrijke rol bij het aanpassen aan klimaatverandering: het zorgt voor verkoeling en het opvangen van overtollig (regen)water", aldus directeur-generaal André van der Zande van het RIVM. "Het lukt ons steeds beter om de waarde van ecosystemen daadwerkelijk te kwantificeren. Met deze City deal neemt Nederland hierin het initiatief."
Binnen het samenwerkingsverband delen gemeenten, private partijen en kennisinstituten gebruikerservaringen en nieuwe kennis om de Atlas Natuurlijk Kapitaal (ANK) nog beter te laten aansluiten bij de behoefte in de uitvoeringspraktijk. Het RIVM beheert de website ANK, waarop het natuurlijk kapitaal van Nederland in een groot aantal kaarten wordt gepresenteerd en binnenkort ook afwegingstools voor besluit- en planvorming worden aangereikt.
TEEB-stadtool
De City deal beoogt ook om de TEEB-stadtool, een instrument om groen en blauw in de stad te waarderen, verder te verfijnen met locatiespecifieke informatie en deze onder te brengen bij de ANK. Zo wordt voor gemeenten en hun inwoners duidelijk hoe natuurlijk kapitaal kan bijdragen aan een duurzame en gezonde stad. Het versterkt de samenwerking tussen ruimtelijk ontwerpers, hydrologen, civieltechnici, ecologen, milieu- en gezondheidsdeskundigen in planprocessen.De City deal is tot stand gekomen op initiatief van de gemeenten Amersfoort, Apeldoorn, Den Haag, Dordrecht, Haarlem, Rotterdam en Utrecht. Onder de partners bevinden zich naast het RIVM de Hogeschool van Amsterdam, de Rijksuniversiteit Groningen.
De opdrachtgevers van de TEEB-stadtool en van de ANK, respectievelijk het ministerie van EZ en het ministerie van IenM steunen deze deal. Ook private partijen zoals de Branchevereniging VHG (koepelorganisatie voor hoveniers), de Coöperatie van Burgercoöperaties en -platformen (DCS), de Nederlandse Vereniging van Tuin- en Landschapsarchitecten (NVTL) en het adviesbureau TAUW tekenen mee.
Geoweek: met boorwedstrijdje in RIVM bodem
40 leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs gaan op expeditie bij het RIVM. Dit in het kader van de landelijke Geoweek die van 23 t/m 27 mei plaats vindt.
23-05-2016 | 15:08
23 mei start alweer de 10e editie van de GeoWeek waarin leerlingen tussen de 10 en 15 jaar op expeditie gaan. In deze week ontdekken zij samen met geo-professionals de praktijk van het vak. Ruim 4400 leerlingen doen mee, een record!
Duurzaam bodembeheer
Twee schoolklassen gaan op 24 mei op expeditie bij het RIVM. Daar krijgen zij een korte uitleg waarom de bodem zo van waarde is. Zij krijgen inzicht in wat voor diensten de bodem hen levert en wat grondwater nou eigenlijk is. Natuurlijk gaan ze ook zelf aan de slag.
Boren in RIVM bodem
Leerlingen onderzoeken grondwater en bodemleven. Hiervoor worden o.a. plaggen grond uitgestoken, peilbuizen geplaatst en grondwater opgepompt. In de plag worden wormen geteld. Dit geeft een indicatie van de gezondheid van de bodem. De zuurgraad van het grondwater wordt vergeleken met die van cola en citroensap. Ook worden de leerlingen uitgedaagd voor een wedstrijdje grondboren. Wie kan het snelste tot één meter diepte boren! Daarmee is natuurlijk een leuke prijs te winnen.
GEOweek
Tijdens de GeoWeek gaan leerlingen in heel Nederland op bedrijfsbezoek, veldwerk of krijgen een gastles van professionals van ruim 50 bedrijven uit de bodem-, water-, en geo-informatiesector. Zo maken de leerlingen al op jonge leeftijd kennis met toekomstmogelijkheden van het werkveld. Dit is nodig om in de behoefte van technisch geschoolde geografen op langere termijn te voorzien, aldus het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG). De GeoWeek is van 23 t/m 27 mei.
Groene daken in Tilburg
De gemeente Tilburg is bezig met beleid rondom groene daken in de stad. Rijkswaterstaat WVL heeft Alterra gevraagd de mogelijkheden van groene daken in Tilburg te onderzoeken.
04-05-2016 | 14:44
Deze studie biedt onderbouwende informatie en operationele handvatten om verantwoorde keuzes te maken. Download Alterra rapport Groene daken Tilburg
Voordelen van groene daken
Groene daken zijn multifunctioneel, waardoor ze meerdere voordelen tegelijk kunnen opleveren. Bijvoorbeeld reductie van hittestress op warme dagen en een langere levensduur dan traditionele dakbedekking op platte daken. Ook dragen groene daken bij aan een bijzondere uitstraling van gebouwen en aan de leefbaarheid in de stad. Ervaringen bij bijvoorbeeld ziekenhuizen laten zien dat uitzicht op groene daken bijdraagt aan stressvermindering en een sneller herstel van patiënten. Groene daken hebben dan ook eigenschappen die bijdragen aan duurzaamheid in brede zin.
Operationele handvatten voor gemeenten
Of groene daken de beste optie zijn om de leefbaarheid in steden te vergroten en in hoeverre ze ook werkelijk bijdragen aan bijvoorbeeld klimaatadaptatie hangt af van het soort groendak en de lokale omstandigheden. Dit is voor Tilburg uitgezocht in fase 1 van het onderzoek, waarin operationele handvatten zijn ontwikkeld om een beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden van groene daken. Hier kunnen ook andere gemeenten gebruik van maken. Verder is in samenwerking met Deltares een verkenning uitgevoerd naar het effect van groene daken op waterberging in de stad.
Fase 1 onderzoek
De Tilburgse wethouder Mario Jacobs (Groen, Natuur, Water & Landschap) is enthousiast over de uitkomsten van de rapportage van fase 1: "Eind januari hebben we het plan van aanpak klimaat-adaptatie voor Tilburg vastgesteld. Hierin zijn groene daken als kans benoemd. Dit rapport geeft ons een goed inzicht in de mogelijkheden en de potentiële locaties. Het is een solide basis om gericht te onderzoeken waar in Tilburg de kansen liggen, hoe we die snel kunnen pakken en wat het oplevert."
Vervolgonderzoek (fase 2)
Deze vraag wordt door Alterra in het vervolgonderzoek (fase 2) uitgewerkt. Potentiële locaties voor groene daken worden in beeld gebracht en het effect op de beleidsopgaven wordt onderzocht. Ook wordt gekeken naar de motieven van actoren om een groen dak aan te leggen. Eind 2016 zal dit leiden tot een integraal eindbeeld van concrete mogelijkheden voor groene daken in Tilburg. Hier zal de gemeente Tilburg actief mee aan de slag gaan!
Voor meer informatie: Hans Gerritsen (RWS WVL), e-mail hans.gerritsen@rws.nl
en Kees Hendriks (Alterra), e-mail kees.hendriks@wur.nl
Het gras ís groener aan de overkant
Het zaaien van meerdere graslandsoorten in landbouwgebied zorgt voor een toename in bestuiving en lijkt de opbrengst van de oogst te stimuleren.
25-04-2016 | 9:28
Duurzame landbouw
In diverse studies wordt gezocht naar praktische oplossingen om duurzame landbouw te ondersteunen. Dit in navolging van de regelgeving die is vastgesteld door de EU in de zogenaamde Common Agricultural Policy. Een voorbeeld van zo'n studie is deze week uitgebracht. In Engeland werd in 2011 een onderzoek uitgevoerd dat drie methodes heeft uitgewerkt. Als eerste werd gekeken welke invloed het aantal en de diversiteit aan planten in een weiland heeft op de aanwezigheid van natuurlijke bestuivers (insecten). Dit werd gecombineerd met de invloed van het maaibeleid dat werd gehanteerd. Ten tweede is onderzocht welke soorten planten het grootste effect hebben op de aanwezigheid en diversiteit van de bestuivers. Ten slotte keek men naar de invloed van een grotere soortenrijkdom van planten op bestuiving en oogst
Resultaten
Door het aantal en de diversiteit van planten en bestuivers op 10 gemengde boerderijen in Zuidwest-Engeland met elkaar te vergelijken, konden de onderzoekers een aantal conclusies trekken. Als controle experiment werden dezelfde onderzoeken gedaan in een meer afgeschermd weiland. In beide onderzoeken nam de functionele diversiteit van de bestuivende insecten toe bij een grotere rijkdom aan grassen in het weiland. Daarnaast nam het aantal insecten op de 10 onderzochte boerderijen toe.
Het maaibeleid (machinaal of door vee) heeft geen invloed op de aan- of afwezigheid van de bestuivers. De insecten hebben genoeg plek om veilig naar uit te wijken tijdens het maaien van het land.
De Wilde cichorei of Wegenwachter (Cichorium intybus) is ontdekt als een belangrijke soort om toe te voegen tijdens het zaaien in een weiland. Deze bloem zorgt namelijk voor de aanwezigheid van veel bestuivers, de bloem houdt voedingsstoffen in de bodem goed vast en schapen die de bloem eten blijven goed op gewicht. Ook paardenbloem (Taraxacum sp.) en akkerdistel (Cirsium arvense) trekken veel bestuivers aan, maar hebben verder weinig toegevoegde waarde voor het vee of de oogst.
Dikke aardbeien
Een hogere soortendiversiteit van planten in weilanden (en dus bestuivers) kan ook een positief effect hebben op de oogst, zoals in deze studie is aangetoond voor aardbeien (Fragaria x ananassa). Ten behoeve van dit experiment zijn deze geplant aan de rand van de velden op boerderijen. De aardbeien hadden een hoger gewicht en de kwaliteit nam toe. Daarnaast groeide het aantal zaden bij de eveneens aangeplante dagkoekoeksbloem (Silene dioica). De invloed op de groei van tuinboon (Vicia faba) kon echter niet worden vastgesteld, maar dit wordt verklaard doordat tuinboon wordt bestoven door bijen die grotere leefgebieden hebben dan de relatief kleine boerderijen.
Soortendiversiteit in het gras kan er dus wel degelijk toe leiden dat uw gras groener is dan dat van de overkant. Kijk op de kaart hoe groot in Nederland het potentieel aanbod van agrarisch land is voor natuurlijke bestuivers en hoe u kunt bijdragen aan groener gras.
Impuls voor duurzame landbouw
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat duurzame landbouw een positief effect kan hebben op de biodiversiteit. In een recente veldstudie worden economische voordelen belicht.
25-02-2016 | 16:06
Veldstudie over duurzame landbouw.
Duurzame landbouw gaat uit van werkwijzen die bevorderend zijn voor ecosysteemdiensten zoals natuurlijke bestuiving en plaagbestrijding, zelfreinigend vermogen en biodiversiteit. Bestuivers en andere insecten worden aangetrokken door grassen en wilde bloemen. In een recente veldstudie op landbouwgrond in Buckinghamshire (Engeland) is 3% (ELS: Entry Level Stewardship) of 8% (ELSX) van de akkerbouwpercelen omgezet in natuurlijk leefgebied voor deze organismen en vergeleken met de situatie zonder natuurlijk leefgebied (BAU, business as usual).
Vergelijking van de gewasopbrengst
De opbrengst van drie roterende gewastypes, graan, koolzaad en tuinbonen is gemeten in 56 velden gedurende 5 jaar (2006-2011). Elk veld kreeg een ELS, ELSX of BAU behandeling. De gemiddelde opbrengst voor graan en koolzaad was iets hoger bij velden met BAU omdat hier het gehele veld is gebruikt voor gewasproductie. De opbrengst van tuinbonen lag weer hoger bij ELS (25%) en bij ELSX (35%). Gemiddeld was er geen verschil tussen de opbrengst van de drie scenario's.
Bijen en loopkevers
Honingbijen en hommels zijn belangrijke bestuivers van koolzaad en tuinbonen. Bij dit onderzoek is het aantal en het soort bijen en hommels in elk scenario geanalyseerd aan de hand van tellingen. Ook loopkevers spelen een belangrijke rol in de landbouw omdat ze de natuurlijke vijand zijn van vele gewasplagen zoals bladhaantjes. De loopkevers zijn geteld door middel van vangbekers. Hun aantal en de soortendiversiteit was significant hoger in het ELSX scenario vergeleken met ELS of BAU.
De economische impact per scenario
In velden waar natuurlijk leefgebied was aangelegd (de ELS en ELSX scenario's), was de gemiddelde opbrengst voor alle gewassen (graan, koolzaad en tuinbonen) in het gecultiveerde gedeelte, groter dan in het BAU scenario. De totale opbrengst over het complete areaal was gelijk voor alle scenario's. Dit onderzoek laat zien dat duurzame landbouw niet altijd ten koste hoeft te gaan van de opbrengst en zélfs economisch voordelig kan zijn voor bepaalde gewassen. Naast de economische aspecten zal een verhoogde biodiversiteit leiden tot een toename van het totale natuurlijk kapitaal bij dit akkerbouwsysteem.
Dynamiek bodemleven bepalend voor bodemvruchtbaarheid
De natuurlijke bodemvruchtbaarheid is in kaart gebracht met de metabolische bodemscan.
22-01-2016 | 16:54
Wat leeft er onder de grond?
De aantallen en activiteiten van alle bodemorganismen (bacteriën, protozoën, nematoden, mijten, springstaarten, wormen en schimmels) zijn belangrijk voor de bodemvruchtbaarheid, bodemstructuur en zelfs de kwaliteit van het landschap. In de bodem zijn deze organismen continue aan het werk om organische stoffen af te breken tot CO2, water, stikstof en andere elementen. Dit proces wordt decompositie en mineralisatie genoemd. De minerale componenten die hierdoor vrijkomen, worden weer gebruikt door vaatplanten en micro-organismen voor de productie van nieuwe biomassa.
Een nieuwe blik op het voedselweb
Een voedselweb kan worden gezien als een netwerk van prooi–predatorrelaties met verschillende groepen organismen. Traditioneel gezien wordt zo'n web beschreven in termen van soorten, maar dit kan ook in termen van eigenschappen (traits), zoals de grootte van soorten. Dat laatste heeft voordelen en geeft een heel nieuwe kijk op het voedselweb. De verhouding tussen de aantallen en de grootte kan voor alle bodemorganismen berekend worden en deze verhouding van individuen in een voedselweb is kenmerkend voor de stabiliteit van het systeem. Er is een model ontwikkeld waarmee de stabiliteit van het ecosysteem in de bodem wordt bepaald op basis van de verhoudingen tussen het gewicht en het aantal predatoren en prooien in een voedselweb. Via dit model en aanvullende informatie van soorteninventarisaties en de verhouding tussen prooi en predator kan de totale energie flux van een voedselweb worden benaderd.
De bodemscan
Het model van de energie flux is toegepast om een landsdekkende scan voor bodemkwaliteit te ontwikkelen (zie figuur 1). Deze metabolische bodemscan brengt de natuurlijke bodemvruchtbaarheid in kaart aan de hand van de hoeveelheid voedingsstoffen die door het voedselweb kan worden vrij gemaakt uit biomassa en organische stof. Deze bodemindicator kan ingezet worden bij duurzaam beheer van de bodem, door de vruchtbaarheid ervan op een transparante wijze te kwantificeren. Hiermee ligt de weg naar meer duurzaam beheer van bodem en landschap open.
Natuurrekening voor ecosysteemdiensten
Hoe kunnen ruimtelijke modellen voor ecosysteemdiensten en biodiversiteit worden toegepast voor natuurrekeningen? Roy Remme promoveerde op dit onderwerp.
13-01-2016 | 16:10
Uitdaging voor natuurrekeningen
Het thema van dit proefschrift is de uitwerking en toepassing van natuurrekeningen (ook wel ecosystem accounting genoemd). Natuurrekeningen zijn een systematische aanpak voor het meten en monitoren van de staat van ecosystemen, ecosysteemdiensten (ESD) en biodiversiteit. Eén van de grootste uitdagingen voor het ontwikkelen van natuurrekeningen is de toepasbaarheid van ruimtelijke modellen voor ESD en biodiversiteit. Het belangrijkste doel van dit proefschrift is om empirisch te beoordelen hoe ruimtelijke modellen voor ecosysteemdiensten en biodiversiteit kunnen worden toegepast in de context van natuurrekeningen, natuurbescherming en natuurbeheer.
Ecosysteemdiensten en biodiversiteit in Limburg
De Nederlandse provincie Limburg wordt gebruikt als studiegebied. In deze studie zijn acht ecosysteemdiensten gemodelleerd; jacht, drinkwaterproductie, de productie van voedselgewassen, de productie van veevoedergewassen, regulering van luchtkwaliteit door vegetatie, koolstofvastlegging, fietsrecreatie en natuurtoerisme. In overeenstemming met het System of National Accounts (SNA) is berekend dat de monetaire waarde van ecosysteemdiensten in Limburg in 2010 ongeveer €112 miljoen is met een gemiddelde waarde van €508 per hectare.
De rol van biodiversiteit in natuurrekeningen
Het meten en monitoren van de biodiversiteit is nodig om een uitgebreid stelsel voor natuurrekeningen te ontwikkelen. De uitdaging ligt in het bepalen welke biodiversiteitsindicatoren geschikt zijn voor dit rekenstelsel. Roy Remme toont met zijn proefschrift aan dat de ruimtelijke variatie tussen verschillende soortengroepen groot is in Limburg, daarom moeten meerdere soortengroepen en verschillende type biodiversiteitsindicatoren worden meegenomen in de biodiversiteitsrekening.
De beleidsrelevantie van natuurrekeningen
Geïntegreerde informatie van ESD en biodiversiteit in natuurrekeningen kan gebruikt worden voor besluitvorming over natuurbescherming en natuurbeheer. Ecosysteemdiensten worden in toenemende mate in combinatie met biodiversiteit meegenomen in de ruimtelijke natuurbeschermingsevaluaties. Deze studie toont aan dat het meenemen van ESD in beleidsdoelen om op een kosteneffectieve manier het natuurnetwerk uit te breiden, zowel biodiversiteit kan bevorderen en de bescherming van bepaalde ecosysteemdiensten kan stimuleren.
Het proefschrift vind u hier.
Stadslandbouw en gezondheid
Buurtmoestuinen sluiten aan bij de trend om in steden meer groen en parken aan te leggen. Ook passen ze in de trend om meer biologische, lokaal geproduceerde producten te eten.
13-11-2015 | 17:14
Bewoners van steden gebruiken steeds vaker braakliggende grond om met buurtgenoten groente te verbouwen. Net als de traditionelere volkstuintjes kunnen deze niet-commerciële ‘buurtmoestuinen' gezondheidsproblemen helpen voorkomen. Wel is het belangrijk dat de risico's door eventuele bodem- en luchtverontreiniging tot een minimum worden beperkt.
Bijdragen aan de gezondheid van bewoners
Buurtmoestuinen (stadslandbouw) kunnen bijdragen aan de gezondheid van bewoners en de kwaliteit van de leefomgeving. Door in deze moestuinen te werken bewegen mensen meer en eten ze meer zelfgekweekte groente en fruit. Er zijn ook aanwijzingen dat stress afneemt en (meer) sociale contacten in de buurt ontstaan. Dat blijkt uit onderzoek door het RIVM.
Verbinding tussen gezondheid en leefomgeving
Buurtmoestuinen sluiten aan bij de trend om in steden meer groen en parken aan te leggen. Ook passen ze in de trend om meer biologische, lokaal geproduceerde producten te eten. Hetzelfde geldt voor de behoefte aan meer betrokkenheid bij de eigen woonomgeving. Via de buurtmoestuinen kan bovendien een verbinding worden gelegd tussen beleid voor gezondheid en beleid voor de leefomgeving. Dit helpt om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken zoals gezond ouder worden.
Onderzoek
Deze positieve effecten komen naar voren in een literatuuronderzoek van het RIVM. De bevindingen worden onder andere gebruikt voor onderzoek naar moestuinen in verschillende Europese landen. Het onderzoek geeft ook per gezondheidseffect aan met welke indicatoren deze gemeten kunnen worden. Aanbevolen wordt om dit op consistente wijze te doen om bevindingen internationaal te kunnen vergelijken en duidelijk te krijgen of buurtmoestuinen daadwerkelijk helpen om de leefbaarheid, en daarmee de gezondheid, in de stad te verbeteren.
ANK gelanceerd! De raket is zijn vlucht gestart
De Atlas Natuurlijk Kapitaal ging op 22 september officieel de lucht in.
25-09-2015 | 14:50
De inspirerende omgeving van het LEF Future Center in Utrecht droeg ongetwijfeld bij aan de geanimeerde sfeer. Maar dat was niet de enige reden dat er creativiteit, energie en openheid in de lucht hing. De inspiratie kwam ook van sprekers en deelnemers – alle aanwezigen waren doordrongen van de urgentie van een nieuwe omgang met ons natuurlijk kapitaal.
"Natuurlijk kapitaal is belangrijk, er goed mee omgaan ook. Daarvoor moet je weten wat er is en waar. Dat is waar de ANK voor is bedoeld. Ik hoop dat overheden, burgers en bedrijven in de toekomst veel gebruik zullen maken van de ANK."
Zo verwoordde Hannie Vlug, directeur Duurzaamheid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het belang van de ANK.
Bruikbare info
Samen met Hannie Vlug, namen directeur-generaal van het RIVM André van der Zande en Vitens manager Jelle Hannema de opening voor hun rekening. Ze brachten verschillende onderwerpen ter sprake, zoals de verhouding van de ANK tot de Laan van de Leefomgeving, voorbeelden van de rol die natuurlijke bronnen en mechanismes spelen in verschillende sectoren, en de urgentie van een verduurzaming van het gebruik van natuurlijk kapitaal, ook in stedelijk gebied. Van der Zande: "Het gaat vaak om afwegingen. Economen weten heel goed hoe dat moet. Vanuit de ecologie willen we gelijkwaardige, transparante en voor mensen begrijpelijke afwegingstools gaan maken. Daar heb je een basis voor nodig, data, weten wat er is. De basis leggen we vandaag met de lancering van de ANK, maar de raket moet ook nog ergens naar toe. De cocreatie moet nu van start gaan, in nauwe samenwerking, dialoog en interactie. Met 140 kaarten is veel informatie beschikbaar, maar hoe staat het met de bruikbaarheid? Daar moeten we samen aan werken."
GO!
Vervolgens telde de volle zaal gezamenlijk af tot de climax: de lancering van de website met de symbolische druk op de knop. Na dit ‘GO!' kregen de aanwezigen goede wensen mee voor de rest van de dag: creativiteit en innovatiekracht (Vlug), de kracht en magie van de verbinding van al deze mensen bij elkaar (Van der Zande) en gezamenlijk inspiratie (Hannema).
De middag stond verder in het teken van het intensieve werk in de werkateliers. Afsluitend presenteerden de ateliertrekkers de resultaten in korte pitches.
Wat verklaart het succes van biodiverse gebieden?
Biodiverse gebieden bevatten lage concentraties van veel verschillende pathogenen, dit zwakt het negatieve effect voor plantensoorten af.
03-09-2015 | 9:51
Pathogenen
Schadelijke organismen blijken in de bodem een grotere rol te spelen dan gedacht. Deze komen altijd in de bodem voor, maar zijn extra sterk aanwezig als er slechts één plantensoort (monocultuur) groeit. In biodiverse gebieden blijven de pathogenenconcentraties lager, onder meer omdat bepaalde planten goed groeien op de ziekmakers van andere planten. Met een algemeen positief effect tot gevolg.
Gedrag planten
Het succes van biodiverse gebieden wordt al geruime tijd verklaard met het idee dat de wortels van verschillende planten ieder hun eigen territorium claimen, vooral in de diepte, zodat deze voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. Janneke Raveneks onderzoek, promovenda Radboud Universiteit, laat juist zien dat de verschillende wortels zich hetzelfde gedragen en zich op dezelfde plek in de bodem bevinden.
Het geheim van biodiversiteit zit in de wortels
Zowel in de landbouw als in de natuur geldt: hoe meer plantensoorten er in een ecosysteem voorkomen, hoe beter het functioneert. Als een van de eersten zocht ecoloog Janneke Raveneks de verklaring daarvoor onder de grond, in de wortels. Ze promoveerde op 1 september aan de Radboud Universiteit op onderzoek dat ze uitvoerde binnen het Institute for Water and Wetland Research (IWWR).
Tussenbalans Groene Groei
Het kabinet maakt na twee jaar de balans op voor het Groene Groei-beleid; de milieudruk vermindert, maar het is nog onvoldoende.
20-08-2015 | 14:50
In een kamerbrief en de Tussenbalans Groene Groei 2015 laten de ministers van Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu en Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer weten wat de resultaten zijn van twee jaar Groene Groei-beleid. Uit de derde Monitor Duurzaam Nederland (CBS, 2014) blijkt dat alle emissies en het verbruik van grondstoffen zijn afgenomen bij een toenemende Nederlandse productie.
Nog niet op alle terreinen is er positief nieuws te melden. De luchtvervuiling zorgt voor gezondheidsrisico's; het gebruik van grondstoffen, vooral uit het buitenland, ligt te hoog. Ook de biodiversiteit staat onder druk, er is veel voedselverspilling en er gaan nutriënten verloren via uitspoeling van mest, etc. Het kabinet zal daarom de ingeslagen weg van het Groene Groei-beleid vervolgen en proberen zowel nationaal als internationaal te werken aan ontkoppeling van de economie en het natuurlijk kapitaal aldus het kabinet. Met de ontkoppeling wordt hier bedoeld dat economische groei niet moet leiden tot negatieve gevolgen, zoals afname, voor het natuurlijk kapitaal.
Natuur in de stad reduceert stress
Inwoners van steden die uitzicht hebben op meer gevarieerd groen hebben een lager gehalte aan stress hormonen.
29-07-2015 | 15:00
Resultaten van een onderzoek in Berlijn toont aan dat bewoners met uitzicht op veel en gevarieerd groen een significant lager gehalte van het stress hormoon cortisol hebben. Ook hebben deelnemers aan het onderzoek die regelmatig een wandelpad in een natuurlijke omgeving gebruikten een lager cortisol gehalte dan deelnemers die minder vaak dit wandelpad gebruiken.
Het onderzoek betreft de relatie van groen en gezondheid uit twee wijken in Berlijn.
Onderzocht is de hoeveelheid groen, de diversiteit aan groen en het uitzicht op groen in relatie tot de ervaren gezondheid en welbevinden. Dat meldt Science for environment policy.
Methode
In het haar van 32 deelnemers van het onderzoek is het gehalte aan cortisol, een stress hormoon, bepaald. Onderzoek in het verleden toonde de relatie aan van het gehalte van cortisol in bloed met depressie en psychische stress.
De onderzoekers veronderstelden dat de vanuit de woning zichtbare hoeveelheid en de variatie aan groen in relatie staat met gezondheid. Tevens veronderstelden de onderzoekers dat het regelmatig gebruik maken van publiek groen de gezondheid bevordert.
Dakakkers en ruimtelijke ontwikkeling
Voedsel productie op daken! Aanbevelingen voor de ontwikkeling van het landbouwbeleid voor de 21e eeuw.
17-07-2015 | 13:16
Stadslandbouw op daken (dakakkers) wordt steeds populairder. Een recent onderzoek naar dakakkers in Barcelona toont uiteenlopende inzichten.
De resultaten van deze studie tonen aan dat pilot projecten een belangrijke bijdrage leveren om inzicht te krijgen in de haalbaarheid om dakakkers toe te passen in de stad. Daarnaast wordt de potentie van dakakkers aangetoond bij ruimtelijke planning en ontwikkeling van de stad.
Deze inzichten leveren belangrijke aanbevelingen voor de ontwikkeling van het landbouwbeleid voor de 21e eeuw, zoals het inpassen van voedselproductie op daken bij ruimtelijke ontwikkeling.
Stand van de Europese natuur
Grootste beoordeling ooit schetst een gemengd beeld van Europese habitats en soorten. Gerichte instandhoudingsmaatregelen hebben succes geboekt!
17-07-2015 | 13:40
De Europese Commissie heeft een nieuw verslag goedgekeurd waarin het meest volledige beeld ooit van de "stand van de natuur in de EU" wordt gegeven. Uit de bevindingen blijkt dat de staat van instandhouding van het merendeel van de vogels veilig is en dat het met sommige soorten en habitats beter gaat. Gerichte instandhoudingsmaatregelen hebben succes geboekt, maar er zijn veel meer inspanningen nodig om de situatie aanzienlijk te verbeteren. Dit laat de Europese Commissie weten in haar persbericht op 20 mei 2015.
Input EU-biodiversiteitsstrategie
Het verslag over de stand van de natuur in de EU wordt onderbouwd door een gedetailleerder technisch verslag van het Europees Milieuagentschap (EEA), waarin ook landspecifieke gegevens zijn opgenomen. De twee verslagen dienen als input voor de komende tussentijdse evaluatie van de EU-biodiversiteitsstrategie.
De bedreigingen
De belangrijkste bedreigingen die voor habitats zijn vastgesteld, zijn bepaalde landbouwpraktijken (inclusief veranderingen in de teeltwijze, overbeweiding, stopzetting van beweidingssystemen, bemesting en bestrijdingsmiddelen) en door de mens veroorzaakte "wijzigingen van natuurlijke omstandigheden" (meestal hydrologische veranderingen).
Stand van zaken wilde vogels
Wat vogels betreft, wordt in het rapport geconcludeerd dat meer dan de helft van alle beoordeelde wilde vogelsoorten (52 %) zich in veilige staat van instandhouding bevindt. Ongeveer 17 % van de soorten wordt echter nog steeds bedreigd en nog eens 15 % is gevoelig, afnemend of uitgedund. Dit betreft ook vroeger algemeen in landbouwgebieden voorkomende soorten zoals de veldleeuwerik (Alauda arvensis), en de grutto (Limosa limosa).
Van de andere diersoorten, die krachtens de habitatrichtlijn worden beschermd, heeft bijna een kwart (23 %) een gunstige beoordeling. Maar meer dan de helft (60 %) bevindt zich nog steeds in een ongunstige staat van instandhouding (waarbij 42 % als ongunstig-ontoereikend en 18 % als ongunstig-slecht wordt beschouwd). Graslanden, wetlands en duinhabitats geven in het bijzonder aanleiding tot zorg.
Stand van zaken habitats
Typen habitats blijken over het geheel genomen in een slechtere staat van instandhouding te zijn en een negatievere trend te vertonen dan soorten, want slechts 16 % van de beoordelingen van habitats zijn gunstig. De overgrote meerderheid van de habitats bevindt zich in een ongunstige staat van instandhouding, waarbij 47 % van de beoordelingen ongunstig-ontoereikend en 30 % ongunstig-slecht is.
Achtergrond
Om de zes jaar brengen de lidstaten verslag uit over de staat van instandhouding van soorten en typen habitats die door de EU-richtlijnen worden beschermd. Het verslag heeft betrekking op alle in het wild levende vogelsoorten (circa 450), 231 typen habitats en meer dan 1200 andere soorten die voor de EU van belang zijn.
Indicatoren meten natuurlijk kapitaal van de bodem
Met dit instrument kunnen boeren de bodemvruchtbaarheid beoordelen, decentrale overheden de steden duurzaam inrichten, en het Rijk de klimaatdoelstellingen ondersteunen.
08-07-2015 | 13:00
Criteria voor meten natuurlijk kapitaal
RIVM publiceert beoordelingscriteria voor het meten van natuurlijk kapitaal en ecosysteemdiensten (ESD) in de bodem. De bodem vormt een fundament voor vele ESD, zoals een goede agrarische productie, natuurlijke bodemreiniging van milieubelastende stoffen, en bijdragen aan een oplossing van klimaatverandering. Voor een praktisch en degelijk meetinstrument is een set met biologische, chemische en fysische indicatoren nodig
Een indicatorsysteem voor ecosysteemdiensten van de bodem:
Ecosysteemdiensten en natuurlijk kapitaal van de bodem kunnen gemeten worden met een brede set indicatoren. Een karakteristieke set bestaat uit biologische bodemindicatoren, abiotische bodemindicatoren en systeemgerichte indicatoren. Een aantal chemische en biologische bodemindicatoren is eerder toegepast in het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit. Om ecosysteemdiensten te beoordelen zijn ook fysische en systeemgerichte indicatoren nodig.
Dit rapport is de uitkomst van een multicriteria-analyse waarin de bruikbaarheid van indicatoren voor toepassing in een meetnet werd geschat door twaalf deskundigen in de bodemkunde, de bodemecologie en het agrarische bodemadvies.
Betere benutting van de ecosysteemdiensten van de bodem
De indicatoren zijn ook bruikbaar voor metingen van het Natuurlijk Kapitaal van de bodem en om praktische instrumenten te ontwerpen waarmee het lokale bodembeheer en de gebiedsinrichting ondersteund kunnen worden. Dit leidt tot een betere benutting van de ecosysteemdiensten van de bodem.
Het rapport: Een indicatorsysteem voor ecosysteemdiensten van de bodem: Life support functions revisited
‘ANK voor bodemprofessionals'
De Atlas Natuurlijk Kapitaal (ANK) biedt kaarten over ecosystemen, hun kwaliteit én hun capaciteit.
02-07-2015 | 16:03
Ank helpt bodemprofessional
ANK helpt u om inzicht te krijgen welke waarde(n) de bodem waar heeft. Zo is in ANK nu al informatie beschikbaar over de bodemvruchtbaarheid in relatie tot landbouw, het waterbergend vermogen en koolstofvastlegging in de bodem.
Bijvoorbeeld " Waterbergend vermogen van de ondergrond"
Deze kaart geeft u informatie op basis waarvan u een besluit kunt nemen over het nut en de noodzaak van het afkoppelen van regenwater. Bovendien kunt u op basis van de kaart een inschatting maken of hiervoor nog aanvullende acties nodig zijn, zoals de aanleg van een infiltratievoorziening. Dit laatste is vooral relevant in gebieden waar het waterbergend vermogen van de ondergrond beperkt is.
ANK voor informatie voor duurzamer omgaan met natuurlijk kapitaal
Atlas natuurlijk kapitaal brengt informatie bij elkaar zodat wij duurzamer kunnen omgaan met ons natuurlijk kapitaal. De informatie is bruikbaar voor lokale overheden, waterbeheerders en gebiedsontwikkelaars om duurzame besluitvorming mogelijk te maken. ANK biedt informatie over verschillende ecosystemen, hun kwaliteit, én hun capaciteit om ecosysteemdiensten te leveren.
Deze informatie wordt veelal in de vorm van kaarten gepresenteerd maar ook via toelichtende teksten en praktijkvoorbeelden.
Europese Biodiversiteitstrategie
De Atlas Natuurlijk Kapitaal is een uitwerking van de EU-Biodiversiteitsstrategie. De Europese Commissie heeft de lidstaten gevraagd om te rapporteren over de staat van de ecosystemen en de mate waarin zij in staat zijn om ecosysteemdiensten te leveren. In Nederland zijn de doelstellingen van de Europese Biodiversiteitstrategie (onder andere) vertaald in de Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal. Hierin wordt de Atlas Natuurlijk Kapitaal als één van de acties genoemd.
ANK is groeimodel
In de toekomst is ANK ook bruikbaar voor het bedrijfsleven, burgers en is een rapportage aan de Europese Unie over de toestand van onze ecosysteemdiensten (No Net Loss) mogelijk. De Atlas Natuurlijk Kapitaal is dan ook een groeimodel wat verder wordt ontwikkeld.
Op dit moment zijn al ruim 133 kaarten geïdentificeerd in relatie tot bodem, grondwater of de diepe ondergrond. Een kleine 25 van deze kaarten zijn inmiddels ook zichtbaar op de website en aan het resterende deel wordt hard gewerkt om deze op korte termijn beschikbaar te krijgen.
Het artikel in het tijdschrift BODEM: ANK: Kennis en informatie voor wie duurzaam wil handelen
Ecosysteemdiensten van grondwater & ondergrond
Een goede beoordeling van de waarde van natuurlijk kapitaal ondersteunt de beslissingen over duurzaamheid bij ruimtelijke inrichting of omgevingsbeheer.
02-07-2015 | 8:46
De mens maakt steeds meer gebruik van de 'diensten' die het grondwater en de ondergrond (onder het maaiveld) leveren. Voorbeelden van deze zogeheten ecosysteemdiensten zijn de beschikbaarheid van water voor drinkwaterproductie, de opslag van energie en het reinigend vermogen van de ondergrond. De kennis van deze ecosysteemdiensten is belangrijk voor publieke en private partijen om de waarde van het grondwater en de ondergrond beter te bepalen, wat eraan kan bijdragen dat afwegingen over maatregelen en inrichting van gebieden beter kunnen worden gemaakt.
Waarde van natuurlijk kapitaal beoordelen
Wanneer bodembeheerders en beleidsmakers de waarde van natuurlijk kapitaal goed kunnen beoordelen, helpt dat bij beslissingen over duurzaamheid bij ruimtelijke inrichting of omgevingsbeheer. Daarom stelt het RIVM instrumenten beschikbaar waarmee de waarde van natuurlijk kapitaal beter kan worden ingeschat.
Instrumenten voor adequate beoordeling van deze aspecten zijn nodig, omdat grondwater en ondergrond steeds intensiever worden benut. De beschrijvingen staan in een gezamenlijk RIVM en Deltares-rapport.
Activiteiten van mens en ecosysteemdiensten beïnvloeden elkaar
Er is een inventarisatie en beschrijving gemaakt van activiteiten en van ecosysteemdiensten van het grondwater en de ondergrond. Voor het eerst is weergegeven hoe activiteiten van de mens en ecosysteemdiensten van het grondwater en de ondergrond elkaar beïnvloeden.
De ecosysteemdiensten van grondwater en ondergrond zijn uitgebreid gedefinieerd en uitgewerkt; kwalitatief en zo mogelijk kwantitatief. Er is duidelijk gemaakt welke voorwaarden een ecosysteem stelt om duurzaam een ecosysteemdienst te kunnen leveren, hoe de ecosysteemdienst wordt beïnvloed, maar ook welke beleidsopgaven er mogelijk volgen uit die voorwaarden.
Ecosysteemdiensten
Er zijn elf ecosysteemdiensten beschreven. Ze zijn onverdeeld in productie-, regulerende en culturele diensten. De twee productiediensten zijn beschikbaarheid van voldoende water van een bepaalde kwaliteit en energie. De zeven regulerende diensten zijn: reinigend vermogen van de ondergrond, draagkracht, bergingscapaciteit, de rol van de ondergrond en grondwater in biochemische cycli, temperatuurregulatie, voorzien in watervoerendheid en waterkwaliteit oppervlaktewater, en voeding van grondwaterafhankelijke natuur. De twee culturele diensten betreffen belevings- en cultuurhistorische waarden, en de biodiversiteit.
Voorbeelden van deze ecosysteemdiensten zijn de mogelijkheid om drinkwater te winnen, installaties voor koude- en warmteopslag aan te leggen en grondwaterafhankelijke natuur te ontwikkelen. De beschrijvingen staan in een gezamenlijk RIVM en Deltares-rapport " Ecosysteemdiensten van grondwater en ondergrond : Beschrijvingen en relaties met activiteiten en maatregelen".
Pilot-onderzoek van de EU naar urbane ecosystemen
Het Joint Research Center (JRC) van de Europese Commissie is gestart met een onderzoek naar de ontwikkelingen rond ecosystemen in de stad.
02-06-2015 | 11:35
ANK is mede uitvoerder van het onderzoek "Are you working with Urban Ecosystems". We willen met dit onderzoek inzicht verkrijgen in de (onderzoeks)vragen die er op lokaal niveau leven; aan welke kennis en informatie is er op lokaal niveau behoefte? Om daar inzicht in te krijgen gaat het onderzoek in op beleidsdoelstellingen rond stedelijke ecosystemen, en op de wijze waarop er wordt gekarteerd en gemonitord. Er is een speciaal deelnameformulier voor deze pilot opgesteld.
Iedereen die zich met stedelijke ecosystemen bezig houdt wordt van harte uitgenodigd om mee te doen!
Meer informatie is te vinden in de flyer "Are you working with Urban Ecosystems?" Reacties, vragen en opmerkingen bij het artikel kunt u stellen via contact.
ANK voor waterprofessionals
De Atlas Natuurlijk Kapitaal (ANK) helpt waterbeheerders en gebiedsontwikkelaars op termijn bij besluitvorming. Dit is te lezen in het vakblad H2O Online.
29-04-2015 | 9:43
De Atlas Natuurlijk Kapitaal (ANK) helpt waterbeheerders en gebiedsontwikkelaars op termijn bij besluitvorming. Dit is te lezen in het vakblad H2O Online. Het artikel in H2O geeft drie voorbeelden die laten zien hoe u als waterprofessional (de waarde van) ecosystemen kunt gebruiken. In de toekomst zal ANK ook informatie bieden over de waarde van ecosystemen en daarmee bijdragen aan de mogelijkheden voor waterbeheerders om duurzame besluiten te nemen.
Bouwen met natuur versterkt waterveiligheid én economie
ANK gaat informatie bieden die waterbeheerders kan helpen bij een integrale aanpak van waterveiligheid. Bijvoorbeeld door concepten uit ‘Bouwen met de natuur' te integreren in de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Aanleg van natuur in de vorm van zandig voorland bij dijken (Houtribdijk) en zandige oevers voor de kust (zandmotor Kijkduin) verbetert de waterveiligheid en draagt bij aan de economie (lagere kosten voor kustlijnhandhaving en meer recreatie).
Maatschappelijke baten waterbeheer voor Kaderrichtlijn Water
Waterschap Noorderzijlvest bracht samen met belanghebbende partijen uit het gebied de waarde van de ecosysteemdiensten bij het Paterswoldsemeer in beeld. Conclusie is dat investeren in baggeren en natuurontwikkeling het ecosysteem van het Groningse meer versterkt. Zulke maatregelen met maatschappelijke baten kunnen in de toekomst een plek krijgen in ANK en daarmee bijdragen aan de opgaven uit de Kaderrichtlijn Water.
Identieke bronnen voor drinkwater en voedselproductie
Door de groeiende wereldbevolking neemt de vraag naar schoon drinkwater toe, maar ook die naar voedsel. Er tekent zich een dilemma af: om voldoende voedsel te kunnen produceren maakt de landbouw gebruik van schoon grond‐ en oppervlakte water, wat dezelfde bron is die we ook voor de drinkwatervoorziening gebruiken. Daarnaast gebruikt de landbouw middelen (bestrijdingsmiddelen, mest) die een negatief effect kunnen hebben op de bronnen van drinkwater. ANK kan in de toekomst helpen om in een gebied met dit dilemma de juiste keuzes te maken.
Handig voor de waterprofessional?
Wat kan de waterwereld met het natuurlijk kapitaal? Hoe zit het met de waarde van ecosystemen? En welke ecosystemen zijn er eigenlijk? Het volledige artikel 'Online Atlas Natuurlijk Kapitaal' kunt u lezen en downloaden als PDF. De drie auteurs zijn direct betrokken bij de ontwikkeling van ANK.
Reacties zijn welkom
Reacties, vragen en opmerkingen bij het artikel kunt u stellen via contact
Preview Atlas Natuurlijk Kapitaal: samen op expeditie
Er bestaat een flinke diversiteit in vragen waarvoor gebruikers de ANK willen inzetten. Dieversiteit is net bijgewerkt.
14-04-2015 | 11:00
Er bestaat een flinke diversiteit in vragen waarvoor gebruikers de Atlas Natuurlijk Kapitaal willen inzetten. Om te bereiken dat het benutten van dit soort informatie in 2020 werkelijk ‘business as usual' is, gaan we een co-creatie traject in samen met partners en gebruikers. Er zijn nog veel stappen te zetten in de doorontwikkeling. Dat is de hoofdboodschap van de preview van de Atlas Natuurlijk Kapitaal tijdens de jaarconferentie 2015 van de Atlas Leefomgeving.
Ruim 15 geïnteresseerden van overheden, bedrijven, onderwijs en adviesbureaus hadden een actieve inbreng tijdens de preview. De preview van de Atlas Natuurlijk Kapitaal vond plaats tijdens de jaarlijkse conferentie van de Atlas Leefomgeving op 30 maart 2015 in Utrecht.
Deelnemers aan de preview willen van ANK antwoorden op zeer diverse vragen. Waar kun je als investeerder in hernieuwbare energie het beste vergistingsinstallaties neerzetten? Waar en hoe kun je varkentjes laten rondhuppelen in stedelijk gebied, in het kader van het sluiten van kringlopen?. Hoe kun je als projectontwikkelaar geld verdienen aan braakliggend terrein in stedelijk gebied?
De informatie die al in de startversie van de ANK staat leidt tot geanimeerde discussies. Veel informatie is al beschikbaar. Maar de stap van informatie naar een pasklaar antwoord op een vraag uit de praktijk vergt nog het nodige denkwerk, creativiteit en samenwerking. Nu kunnen gebruikers al bepaalde informatie uit de atlas downloaden. En het streven is om besluitvorming te faciliteren die tot duurzame oplossingen voor de leefomgeving leidt.
Mensen die graag willen bijdragen aan de ANK expeditie naar 2020 zijn welkom!
Neem hiervoor contact met ons!
Biodiversiteit in bollenteelt wint prijs
Kansrijke natuurinitiatieven op het Noord-Hollands congres Groen Kapitaal. Tijdens dit congres is de Gouden Roerdomp 2015 uitgereikt.
03-03-2015 | 14:06

Tijdens het congres Groen Kapitaal op 11 februari 2015 zocht de provincie Noord-Holland naar verbindingen tussen natuur, landbouw, bedrijven, de stad en water. Tijdens dit congres is de Gouden Roerdomp 2015 uitgereikt aan het meest kansrijke natuurinitiatief. Van de 45 inzendingen zijn bloembollenkwekers John en Johanna Huiberts uit Sint Maarten de winnaars geworden met biodiversiteit in de bollenteelt door nieuwe teeltmethodes. De jury heeft hun initiatief gekozen op basis van de impact nu en in de toekomst, het verdienmodel, de opschaalbaarheid en het interdisciplinaire karakter.
De financieel onafhankelijke bloembollenkwekerij heeft met de omslag naar biodiversiteit een positieve impact op de productie en biodiversiteit: zonder kunstmest en gifstoffen te gebruiken, worden dankzij diverse groenbemesters ziektes en plagen voorkomen. De groenbemesters herbergen allerlei insecten en vogels die als natuurlijke vijanden het werk doen. Het slootwater is opvallend schoon en door niet te ploegen maar net ‘onder-de-zoden' de bollen te planten, blijft tevens het bodemleven intact wat weer goed is voor de bodemvruchtbaarheid. De familie Huiberts benut hiermee zeven regulerende ecosysteemdiensten!
Samenwerken voor groen kapitaal
De Atlas Natuurlijk Kapitaal was ook aanwezig met een stand op de markt. Het was een inspirerende dag waarbij innovatie een podium kreeg en samenwerkingsverbanden werden gezocht. Een hoogtepunt was de ondertekening van het manifest Biodiversiteit door de provincie Noord-Holland samen met 13 partijen. Jaap Bond, gedeputeerde Landbouw en Landelijk Gebied, sloeg de spijker op zijn kop met de bekende Afrikaanse uitdrukking: "alleen ga je sneller, samen kom je verder."
Foto bij dit nieuwsbericht: © Maartje Strijbis
Startbijeenkomst Jaar van de Ruimte de toekomst van Nederland
Een breed debat over de ruimtelijke toekomst. Met een teruggeblik en wat er anno 2015 gerealiseerd is.
06-02-2015 | 13:06
Wie maakt Nederland?
Op 15 januari is het Jaar van de Ruimte afgetrapt in Amsterdam. Het Jaar van de Ruimte zorgt voor een breed debat over de ruimtelijke toekomst in ons land. Tijdens de bijeenkomst is teruggeblikt op de ruimtelijke plannen van de jaren '70, we hebben gezien wat er anno 2015 gerealiseerd is en er wordt met enthousiasme en ambitie vooruit gekeken naar de toekomst.
Met de huidige technologie is de ruimtelijke stand van zaken steeds beter in beeld. De Atlas Natuurlijk Kapitaal draagt hier aan bij, met de ambitie dit voor iedereen inzichtelijk te maken.
‘Eén ding is zeker: we kijken allemaal uit naar de toekomst - zowel jong als oud', stelt Neelie Kroes, oud-minister Verkeer en Waterstaat, oud-Eurocommissaris en nu speciaal afgevaardigde van Economische Zaken voor de versterking van de positie van zogenaamde start-up ondernemingen. ‘We gaan naar ‘overheidsparticipatie' in plaats van 'burgerparticipatie'. Daarbij is verbeeldingskracht onmisbaar, vooral bij de invloed van digitalisering op architectuur en ruimtelijke ordening. Er is lef bij nodig, om tijdig kansen te pakken. Het gaat uiteindelijk om fysieke impacten', stelt Hans Ovink, ‘het is niet alleen data. Het is aan ons de opgave om plannen en impacts van mensen en ruimte 'inclusief' te maken, bijvoorbeeld in een circulaire economie'. Verslaglegging in woord en beeld van de bijeenkomt is te vinden op wiemaaktnederland.nl
Sprekers
Maarten Hajer van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), laat ons weten dat "een duurzame en inclusieve ontwikkeling van de steden een opgave is voor de echte planologie die ‘nergens over gaat, maar toch invloed heeft'." De sectorenstructuur kan daarbij ons beeld van de toekomst in de weg staan. Om in te spelen op de toekomst moeten we de vraag beantwoorden: welk toekomstscenario is zowel plausibel als gewenst?
Minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, ziet graag een O-team ontstaan. Een team van architecten en ontwerpers, die de overheid ondersteunt of een duwtje in de rug geeft bij lokale vraagstukken over het ruimtelijk ontwerp van ons land. Ze geeft hierbij als voorbeeld een aantal aandachtspunten, waaronder het gebruik van nieuwe technologie om op lokaal niveau diverse infrastructuurstromen bij elkaar te laten komen. De nadruk ligt op samenhang. Dynamische uitwerkingen zijn de toekomst, omdat er telkens iets nieuws ontwikkelt.
Er is een waanzinnige energietransitie op komst voor 2040. Oude fossiele brandstofsystemen moeten en/of gaan weg. Oud-minister van VROM en huidig voorman van Energie Nederland, Hans Alders, waarschuwt dat de snelheid van de energietransitie ondoordachte en ongekende gevolgen kan hebben. ‘Niet alleen financieel, logistiek en ruimtelijk, maar ook waar het de energiezekerheid betreft'.
Het startbod in beeld
"De film biedt een dwarsdoorsnede – zonder volledig te willen zijn – van de onvermijdelijke ruimtelijke opgaven voor de komende decennia, zoals die zijn vastgesteld na de sessies met professionals in 2013 en 2014." De film over het startbod staat online op wiemaaktnederland.nl
‘Super-antibioticum' ontdekt in modder
Biodiversiteit van het bodemleven is van groot belang voor de mens. Dit wordt benadrukt door de ontdekking van nieuwe geneesmiddelen.
06-02-2015 | 12:42
Bodemleven biedt super-antibioticum
De medische wereld juicht bij de vondst van een nieuw ‘super-antibioticum'. Kim Lewis en collega's van de Amerikaanse Northeastern University ontdekten dat bacteriën in een modderige bodem in Maine (VS) een nieuw type antibioticum produceren, dat mogelijk kan worden ingezet in de gezondheidszorg in de strijd tegen ziekteverwekkende bacteriën (De Volkskrant, maandag 12 januari 2015).
De onderzoekers vonden, dankzij een nieuwe methode van bacteriën kweken, onder andere een nog onbekende microbe die een stof afscheidt waardoor de vorming van bacteriecelwanden wordt geblokkeerd. Hiermee kan de groei van ziekmakers, zoals de tuberculosebacil, worden voorkomen. Met het zogenaamde ‘teixobactine' antibioticum voorziet de modder ons van een nieuw wapen tegen ziekteverwekkers die resistentie hebben opgebouwd tegen andere antibiotica, wanneer de medische toepassing ook voor mensen bewezen wordt.
Hoe belangrijk is de biodiversiteit in modder voor mensen?
De effectiviteit van antibiotica neemt af, omdat bacteriën resistent kunnen worden. Daarom moeten steeds nieuwe antibiotica worden toegepast. De vindplaats van nieuwe antibiotica is in de natuur. Ze worden daar geproduceerd door bacteriën en schimmels, als wapens in hun strijd tegen elkaar. Wij mensen maken die stoffen na (of laten bacteriën en schimmels dat doen in bioreactoren) en passen ze vervolgens toe in de gezondheidszorg. Deze ontdekking laat zien hoe belangrijk de diversiteit van het bodemleven dus ook is voor de mens. Het microbiële bodemleven blijkt niet alleen goed te zijn voor de productie van voedsel via bodemvruchtbaarheid en een goede kwaliteit van het grondwater en dus drinkwater via het reinigend vermogen, maar ook voor onze gezondheid via de productie van stoffen die toepasbaar zijn in de gezondheidszorg. Hiermee wordt het belang van duurzaam bodembeheer benadrukt. De waarde van biodiversiteit ligt voor een groot deel in de nog onbekende kansen. Vaak weten we niet wat alle bodemorganismen doen en waarom welk specifiek organisme wel eens heel belangrijk zou kunnen zijn. Met het behoud van biodiversiteit worden de kansen om gezondheid en welzijn van mensen te ondersteunen in stand gehouden.
Lees het artikel in Nature.
Groene initiatieven leveren veel op
Geen geld uittrekken voor groene initiatieven blijkt een slechte bezuinigingsmaatregel. Gemeenten moeten groene buurtinitiatieven juist omarmen en faciliteren, want het levert al snel veel meer op dan het kost.
06-02-2015 | 12:34
Duurzaamheid, participatie, zelfredzaamheid
Dit blijkt uit de cijfers in de MAEXchange, een database waarin op dit moment 360 initiatieven staan geregistreerd, waarvan 121 op het terrein van groen en openbare ruimte. Gezamenlijk bereiken die groene initiatieven meer dan 146.000 personen. Er zijn bijna 4.400 vrijwilligers bij betrokken en 89 betaalde krachten. Samen beheren ze 350 hectare grond. De projecten dragen – naast groenbeheer – bij aan waarden zoals duurzaamheid, participatie, zelfredzaamheid en sociale cohesie.
Maatschappelijke waarde
‘Groene buurtinitiatieven kunnen voor minder geld dan ook meer maatschappelijke waarde creëren dan gemeenten zelf voor elkaar krijgen', zegt Silvia de Ronde Bresser, manager van Kracht in Nederland. Dit is een netwerkorganisatie die de waarde van maatschappelijke initiatieven zichtbaar maakt. Zo neemt bijvoorbeeld de vastgoedwaarde van een wijk toe, wanneer er op een verlaten terrein een moestuin wordt aangelegd. Haar stelling is vooralsnog niet in Euro's uit te drukken; Kracht in Nederland berekent op dit moment nog de beschikbare data over de effecten van maatschappelijke initiatieven.
Topje van de ijsberg
‘Als een groep allochtone vrouwen een stadslandbouwproject opzet en van daaruit een cateringbedrijf opbouwen, dat weer levert aan de Voedselbank, levert zo'n stukje grond enorm veel meerwaarde op', zegt De Ronde Bresser. ‘In plaats van te bezuinigen op openbaar groen, zouden gemeenten beter kunnen investeren in subsidies voor dit soort projecten.' De 121 groene projecten in de database zijn volgens De Ronde Bresser slechts het topje van de ijsberg. Ze schat in dat er zeker 10.000 groene initiatieven in Nederland zijn, die nog niet zijn geregistreerd in de MAEXchange. Ze hoopt dat de database komend jaar verder wordt gevuld en dat ook gemeenten informatie aanleveren, waarmee de effecten van maatschappelijke initiatieven beter in kaart kunnen worden gebracht.
Beurs van $1,8 miljoen voor ‘internationale ANK'
Niet alleen in Nederland wordt hard gewerkt aan het in kaart brengen van het natuurlijk kapitaal.
23-01-2015 | 9:19

In december heeft het Amerikaanse Natural Capital Project (NatCap) een beurs van 1,8 miljoen dollar ontvangen van Google Impact. Hiermee krijgt het analyseren en duurzaam benutten van natuurlijk kapitaal wereldwijd een flinke boost.
De beurs van Google ondersteunt het werk van NatCap's ecologen, economen en programmeurs. Zij overleggen met gemeenschappen, bedrijven, instituten en overheden om beter te begrijpen wat de uitdagingen zijn bij het plannen van landgebruik. Deze uitdagingen zijn bijvoorbeeld de trade-offs tussen kustontwikkeling en visserij, het opzetten van compensatiestructuren of het besluiten waar en hoeveel geïnvesteerd wordt in gebiedsherstel.
Software
Om aan de behoeftes van beleidsmakers te voldoen, ontwikkelt NatCap software die besluiten over natuurlijk kapitaal en ontwikkeling transparanter maakt. Hun modellen en tools produceren informatie en kaarten die keuzes verduidelijken, de baten en gevolgen van verschillende scenario's in beeld brengen en mensen helpen om tot optimale oplossingen te komen.
NatCap's software heet InVEST: Integrated Valuation of Ecosystem Services and Trade-offs. Deze software kan een grote hoeveelheid data, over een locatie, diens natuurlijke systemen en de mensen die daar wonen, vertalen tot visuele representaties waar makkelijk mee te werken is. InVEST kan een analyse, die anders maanden zou duren, uitvoeren in een paar minuten.
De programmeurs van NatCap hebben ervoor gezorgd dat hun producten algemeen toegankelijk zijn. De software is open source, zodat iedereen de code kan inzien, de aannames in de algoritmes kan testen, en indien nodig, aanpassingen kan maken. Daarnaast is de software gratis, en kan dus door iedereen gedownload worden. Sinds januari 2012 is InVEST al 20.000 keer gedownload, door mensen over de hele wereld.
NatCap en Google
NatCap is een samenwerkingsverband van Stanford University, The Nature Conservancy, het Wereld Natuurfonds en de Universiteit van Minnesota. Gezamenlijk streven deze partijen ernaar om beleidsmakers wereldwijd te voorzien van informatie die zij nodig hebben om de waarde van het natuurlijk kapitaal mee te nemen in hun plannen voor de toekomst.
Met de Global Impact Awards investeert Google in teams met grootse ideeën die innovatie gebruiken voor blijvende wereldwijde impact. Voor meer informatie over deze awards en de andere projecten die door Google gesteund worden, zie www.google.org
Atlas Natuur Kapitaal gepresenteerd in Rome
Eind november 2014 vond in Rome een conferentie plaats over de relatie tussen natuurlijk en cultureel kapitaal als basis voor groene groei.
22-12-2014 | 22:08
De conferentie ‘Conference on Natural and Cultural Capital: the Future of Europe' op 24 november 2014 werd georganiseerd door de Italiaanse botanische vereniging in de botanische tuinen van Rome. De conferentie stond in het teken van de ‘Charter of Rome', opgesteld onder het Italiaanse voorzitterschap van de Europese Unie. De Charter of Rome beoogt het belang te onderstrepen van en synergie in beeld te brengen tussen de beide kapitaalsvormen. De Charter is als bijlage toegevoegd aan de stukken van de Milieuraad van december 2014.
Validatie en samenwerking
In de presentatie is verteld hoe ANK is ontwikkeld en welke mogelijkheden de website wil bieden voor het duurzaam omgaan met ons natuurlijk kapitaal. Daarbij werd de boodschap meegegeven dat wij behoefte hebben aan validatie van modellen, aan een goed Europees verhaal en aan een focus op ketens (levenscyclus) en circulaire economie (optimaal (her)gebruik van grondstoffen). Voor dat laatste is samenwerking met de bedrijven onontbeerlijk.
Status in Europa
Naast ANK werden presentaties gegeven over ontwikkelingen rond natuurlijk kapitaal en cultureel kapitaal in de andere lidstaten. Er waren verhalen over concrete voorbeelden waarbij natuurwaarden en culturele waarden in gebiedscollectieven werden beheerd. Er waren ook meer abstracte verhalen over beleidsstrategieën. De proceedings van de conferentie worden op deze site gepubliceerd zodra ze beschikbaar zijn.
Prijs voor gebruik natuur
Voor gebruik van bossen of rivieren betalen bedrijven doorgaans niet, maar dat is aan het veranderen.
22-12-2014 | 21:54

De aarde geeft, de mens neemt. Voor het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, zoals rivieren, bossen of ecosystemen, zijn mensen niet gewend te betalen. Er gebruik van maken is immers gratis. Dat was althans de afgelopen eeuwen de meest voorkomende zienswijze. Een groeiend aantal bedrijven zet daar nu openlijk vraagtekens bij.
In het item ‘Bedrijven hangen prijskaartje aan gebruik aarde' neemt Nieuwsuur een kijkje bij bouwbedrijf BAM dat de milieukosten van een nieuw soort asfalt afzette tegen die van gewoon asfalt.