Maatschappelijke opgave

Maatschappelijke opgave

De gebruikelijke inrichting van bedrijfsterreinen bestaat voor het overgrote deel uit verharding en ‘strakke' gazons met een korte grasmat en intensief maaibeheer. Grote verharde oppervlaktes creëren hitte problemen, vooral in stedelijk gebied. Dit benadeelt de gezondheid van medewerkers en verhoogt kosten van airconditioning. Daarnaast kan regenwater slecht de bodem infiltreren, waardoor riolen worden overbelast. Problemen met waterberging zullen naar verwachting toenemen door het veranderende klimaat met grotere extremen in weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij korte maar zeer intensieve buien. Gescheiden riolering in combinatie met waterberging en onafgedekte, ‘open bodem' voor infiltratie kunnen uitkomst brengen. Nederland heeft veel verouderde en slecht onderhouden bedrijfsterreinen waarbij deze problemen samenvallen met een dalende vastgoedwaarde. De kwaliteit van de groenvoorziening blijkt vaak van ondergeschikt belang bij herstructurering in gemeentelijke masterplannen (zie rapport ‘De markt voor bedrijventerreinen' van Platform 31).

Door het natuurlijk kapitaal beter te benutten, versterken natuur en bedrijfsvoering elkaar. Een groener terrein kan het imago versterken en het welzijn van medewerkers verbeteren (KPMG 2012). Groenvoorziening kan een gebouw ook een hogere vastgoedwaarde geven, bijvoorbeeld door ‘lelijke' oudere gebouwen te voorzien vam aantrekkelijke beplanting. Daarnaast is het kwalitatief vergroenen van ‘grijze' onderdelen in de maatschappij, zoals bedrijfsterreinen, belangrijk voor het behoud van de biodiversiteit. Bedrijfsterreinen kunnen groot of klein zijn, en opgeteld beslaan zij een groot deel van het nationaal oppervlak en hebben daarom veel invloed op de omgeving. Enkele koploperbedrijven streven daarom naar ‘no net loss', waarbij het ecosysteem en haar -diensten geen verlies lijden door de bedrijfsactiviteiten.

Aanbevelingen

Aanbevelingen

Maak nieuw plannen samen, maak kosten-batenanalyses

Op bedrijfsterreinen is er altijd een spanning tussen wat een individueel bedrijf wil en kan en hoe het bedrijfsterrein als geheel zou kunnen vergroenen. Daarnaast zijn er de gemeente en het waterschap met hun beleid voor water en groen en zijn er organisaties voor natuur en landschap. Steeds vaker doen bedrijven mee in brede samenwerkingstrajecten. Dan komt kennis makkelijker beschikbaar, er ontstaat meer creativiteit. Scenario's kunnen worden verwerkt in kosten-batenanalyses, zodat een afgewogen keuze-met-draagvlak mogelijk wordt.

Ga uit van kwantiteit én kwaliteit

Bij het vergroenen van een bedrijfsterrein gaat het niet alleen om de kwantiteit van groenvoorziening, maar ook en vooral om de kwaliteit ervan in termen van bijv. biodiversiteit, versterken natuurnetwerk, cultuurhistorie, bijdrage aan een goede waterhuishouding.

Te denken valt aan: ecologisch beheer van conventioneel groen, stimuleren van tijdelijke pioniervegetatie op braakliggende percelen en het ontwerpen van ecologische verbindingszones met habitatcorridors en stapstenen. Ook vergroening van gebouwen is een optie, met groene daken en gevels (R. P. Snep, WallisDeVries, & Opdam, 2011). Cultuurhistorie is relevant als het terrein ligt in / grenst aan een cultuurhistorisch waardevol gebied.

Revitalisering: grijp kansen voor groen en water

Bij bestaande bedrijven en vooral verouderde terreinen is ‘revitalisering' of herstructurering van het terrein een goede gelegenheid om meer ecosysteemdiensten beschikbaar te maken en zo het natuurlijk kapitaal te mobiliseren. Nederlandse bedrijven liggen vaak op de overgang van stad naar landelijk gebied / natuurnetwerk (eco-corridors); ook liggen oudere terreinen vaak aan kanalen of andere watergangen. In overgangszones én langs en in watergangen kan veel biodiversiteit gevonden of ontwikkeld worden (Gaaff & Reinhard, 2012). Bijvoorbeeld door natuurnetwerken te ondersteunen met creëren van habitatplekken voor flora en fauna (‘stapstenen'), door nieuwe groenelementen of aanpassing van bestaand groen. Het Haags Milieucentrum heeft een casus van de vergroening en verdichting van een verouderd terrein op hun website.

Kies, als dat aan de orde is, voor voldoende waterberging en een gescheiden riool c.q. voldoende ‘open bodem' voor infiltratie.

Nieuwbouw: maak een groen ontwerp

Bij nieuwbouw van bedrijfsterreinen bestaat er de mogelijkheid om duurzaamheid te integreren in alle aspecten van het ontwerp, zowel binnen, op als buiten gebouwen. De ecologische waarde van groen is hiervan een onderdeel, evenals waterberging en een gescheiden riool c.q. voldoende ‘open bodem' voor infiltratie – belangrijk voor een goede waterhuishouding. Vooral bij grote terreinen biedt de ontwerpfase mogelijkheden om een sluitende businesscase te maken van een groen bedrijfsterrein met een goede waterhuishouding. Denk hierbij bijvoorbeeld aan beplantte hekken voor veiligheid, aanzicht én habitatcreatie, of kostenbesparing door het lozen van afvalwater aan te passen met waterzuivering door helofytenfilters of met wilgenplantages (biomassaproductie).

Beleid

Beleid

Beleid voor inrichting en groenvoorziening op bedrijfsterreinen bestaat onder andere uit:

Wet & regelgeving

  • De Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (WABO) en gemeentelijke verordeningen zijn nu bepalend. In voorbereiding is de Omgevingswet, nu voor goedkeuring bij de Eerste Kamer, die 26 oude wetten moet gaan vervangen (o.a. de Wet Ruimtelijke Ordening, de Waterwet enz.). Een bedrijf hoeft in de toekomst nog maar één vergunning aan te vragen.
  • De Woningwet regelt zaken rond onder andere de eisen aan de constructie van gebouwen. Bij gebruik van een groen dak, moet het dak in staat zijn om het gewicht van de grond te kunnen dragen.
  • Professioneel gebruik van bestrijdingsmiddelen in het stedelijk gebied kent wettelijke beperkingen voor minimale afstanden tot gevoelige objecten (bv. woningen en scholen). Per november 2015 is het gebruik van chemische onkruidbestrijding op verhardingen verboden, en vanaf 2017 ook voor ander groen.
  • Zorgplicht Hemelwater: eigenaren of gebruikers zijn vrij om met hun perceel of tuin te doen zij willen. Wel zijn ze verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op het eigen perceel door infiltratie of afvoer naar het oppervlaktewater. Als iemand buiten zijn schuld zijn hemelwater niet kwijt kan, is de gemeente verantwoordelijk voor het aanbieden van een voorziening. Als infiltratie onmogelijk is vanwege volledige verharding van het perceel, kan men geen beroep doen op deze gemeentelijke zorgplicht.

De (on)mogelijkheden op een bepaalde locatie worden vooral bepaald door het gemeentelijke bestemmingsplan en de provincie. Veel informatie, ook op lokaal niveau, is online te vinden.

Ontheffing Tijdelijke Natuur

Een Ontheffing Tijdelijke Natuur is een tijdelijke vrijwaring van de natuurcompensatieplicht. Het biedt de mogelijkheid om tijdelijke natuur te (laten) ontwikkelen op braakliggend terrein en dit weer te verwijderen wanneer bouw aanvangt, op voorwaarde dat het terrein minstens één broedseizoen beschikbaar is. Dit is ingesteld zodat bedreigde beschermde soorten de bedrijfsactiviteiten en bouwplannen niet hinderen en daardoor de kans krijgen om zich te vestigen en verplaatsen naar een verderop gelegen gebied. 

Subsidies

De laatste jaren is het aanbod aan subsidies sterk verminderd waardoor de kans klein is dat subsidies van toepassing zijn op groen-elementen alleen. In combinatie met duurzame energievoorzieningen zijn er nog wel enkele mogelijkheden bij de provincies en de Rijksdienst voor ondernemend Nederland. Wil je als bedrijf verder gaan met de vergroening van de economie, dan zijn er wellicht nog kansen om aan te sluiten bij Green Deals, of om zelf een Green Deal aan te melden. Inmiddels zijn er praktijkvoorbeelden vanuit de Community of Practice (CoP) Bedrijven en Biodiversiteit.

Uitgelicht

Uitgelicht

Casus ‘Verdichten en vergroenen van een bedrijfsterrein'

Het Haags Milieucentrum heeft het rapport ‘Vergroening en verdichting van bedrijfsterreinen' uitgegeven, met als casus ‘Zichtenburg Kerketuinen Dekkershoek'. Het geeft aandachtspunten, randvoorwaarden en concrete maatregelen voor verschillende typen bedrijven.

Bedrijfsterrein Heineken

Brouwerij Heineken heeft onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor biodiversiteit op het bedrijfsterrein en heeft de groenonderdelen van het terrein aangepast, met bijvoorbeeld een bloemenweide voor bijen en ecologisch beheerde sloten bij boeren in de omgeving. Het onderzoek, de aanpak en de kosten staan in ‘Biodiversiteit op de Brouwerij: inrichting en beheer'. Voorbeeld van gratis advies van de Helpdesk Natuurlijk Kapitaal is de vraag van Heineken over kansen voor biodiversiteit op de Bossche Brouwerij.

Praktische maatregelen met meer voorbeelden

De website van groen-blauwe netwerken biedt een zoekfunctie met enkele honderden verschillende maatregelen, met voor- en nadelen. Daarbij worden ook veel praktijkvoorbeelden gegeven uit binnen- en buitenland.

Tijdelijke Natuur

Een goed voorbeeld van tijdelijke natuur op een bedrijventerrein is de haven van Amsterdam. Dit is een van de eerste grote pilots met tijdelijke natuur, en onderzoek toont gunstige resultaten. Zie ook het artikel ‘winst door tijdelijke natuur'.

Groene daken

In tal van gemeenten is beleid ontwikkeld voor het aanleggen van groene daken. Dit is veelal bedoeld om piekopvang van hemelwater te realiseren. De coöperatie Dakwaarde bemiddelt tussen eigenaren van daken en potentiële benutters van die daken. Voorbeelden van groene daken zijn te vinden bij verschillende gemeenten, zoals in Rotterdam, en in samenwerking met kleinere organisaties, zoals de Dakdokters en de Groene Grachten met de Gemeente Amsterdam voor ‘1 hectare daknatuur'.

Biomassaproductie

De (voormalige) Dienst Landelijk Gebied biedt een inspirerend voorbeeld waarbij olifantsgras wordt gebruikt voor zowel geluiddemping als winstgevende biomassaproductie. Het hoge gras heeft bovendien een esthetische functie doordat het gebruikt wordt om onderdelen van een bedrijventerrein van elkaar te scheiden en de wegen aan het zicht te onttrekken. Uit onderzoek van Probos blijkt dat het ook mogelijk is om een sluitende business case te maken van wilgenplantages op grote terreinen. Daarbij fungeert de plantage als een productiebos dat met een minimale oppervlakte van 1 hectare in 6 jaar de investering terug verdient en wel 20 jaar doorloopt waarbij elke 2-3 jaar geoogst wordt.

Kaarten