Project

Oplossen wateroverlast Laren

In Laren viel op maandag 28 juli 2014 in totaal 58 mm regen (waarvan het meeste in één uur), een hoeveelheid die normaal in een gemiddelde maand valt. Dit leidde tot wateroverlast, en dat was niet voor het eerst. Straten stonden blank en water stroomde binnen bij woningen, winkels en bedrijven. De gemeente heeft samen met betrokkenen een beleids- en actieplan opgesteld om wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Dat is in 2015 vastgesteld. Met dit plan wordt het voorkomen van wateroverlast niet alleen een verantwoordelijkheid van overheden, maar ook van perceeleigenaren, zowel particulieren als bedrijven en instellingen. Om het hemelwater op een particulier perceel te kunnen afkoppelen is, zegt gemeente Laren, per vierkante meter dakoppervlak minimaal 40 liter waterberging nodig.

Wat is er nieuw?

Nieuw in Laren is dat perceeleigenaren daadwerkelijk verplicht worden om regenwater af te koppelen van het gemengde riool. Dit project ‘Verplicht afkoppelen hemelwater' moet ertoe leiden dat in 2020 de hele gemeente Laren afgekoppeld is. De verplichting is gebaseerd op de Waterwet (2009) waarin staat dat perceeleigenaren verantwoordelijk zijn voor de verwerking van hemelwater op het eigen perceel, door infiltratie of afvoer naar het oppervlaktewater. Dit geldt zowel in woonwijken als op bedrijfsterreinen.

Stand van zaken

Stand van zaken

Gemeente Laren investeert in de komende jaren zelf 1,4 miljoen euro voor maatregelen in de openbare ruimte die wateroverlast zoveel mogelijk moeten voorkomen. Hiervoor is echter ook een bijdrage van perceeleigenaren nodig. Deze noodzaak heeft begin 2016 geleid tot een verordening waarin staat dat het college van B&W gebieden kan aanwijzen ‘waarbinnen het verboden is afvloeiend hemelwater, afkomstig van de dakvlakken van gebouwen, te lozen op het openbaar vuilwaterriool.' In het najaar van 2016 heeft het college voor de tweede keer een gebiedsaanwijzing gedaan. In het beleids- en actieplan is een planning opgenomen voor de aanwijzing van gebieden tot 2020.

De verplichting tot afkoppelen geldt voor alle perceeleigenaren, ‘tenzij dat redelijkerwijs naar het oordeel van de gemeente niet van een perceeleigenaar kan worden verwacht.' De gemeente heeft 400.000 euro gereserveerd om bewoners te ‘faciliteren' bij het nemen van de benodigde maatregelen. De gemeente licht de aanpak van het project uitgebreid toe op haar website en met een folder en nieuwsbrieven. Na publiciteit in het najaar van 2016 doet de gemeente opnieuw onderzoek naar de kosten die particulieren moeten maken om hun perceel af te koppelen van het riool.

Andere gemeenten

Ongeveer 30 gemeenten hebben gekozen voor het instellen van een verordening die afkoppelen van regenwater verplicht stelt. Naast Laren zijn dat bijvoorbeeld Landsmeer (N-H) en Berkelland (O). De verplichting gaat pas in als het college van B&W een gebied aanwijst waar afkoppelen verplicht wordt. Sommige gemeenten kiezen voor een subsidieregeling, bijvoorbeeld Bergen (L), Nijmegen en Deventer. Voorbeeld: in Deventer werkt men met een subsidie van 2 tot 8 euro per vierkante meter afgekoppeld oppervlak (hoe groter het afgekoppeld oppervlak, hoe hoger de subsidie per vierkante meter).

Kaarten Achtergrond

Achtergrond

Met klimaatverandering nemen de extremen in regenval toe; er zijn meer pieken te verwachten. In stedelijk gebied is afvoer van overtollig regenwater noodzakelijk om te voorkomen dat straten en pleinen overstromen en tunnels en kelders onderlopen. Als een wijk een traditioneel ‘gemengd riool' heeft voor huishoudelijk afvalwater én regenwater, kan extreme regenval leiden tot overbelasting van dat riool. Het loopt over en er komt huishoudelijk afvalwater via overstorten (afvoerput van rioolwater naar oppervlaktewater) ongezuiverd in het oppervlaktewater terecht.

Overal in Nederland wordt gewerkt aan omschakeling naar meer natuurlijke manieren om regenwater te verwerken. Wijken kunnen worden ingericht op wateropvang, zowel ondergronds (met een gescheiden riool) als bovengronds. Bij een gescheiden rioolsysteem worden huishoudelijk afvalwater en regenwater apart verwerkt. Het afvalwater gaat naar de rioolwaterzuivering, het overtollige regenwater komt via aparte afvoerpijpen terecht in de bodem en uiteindelijk, met vertraging, in het oppervlaktewater. Bovengronds kan dat regenwater worden opgevangen door zoveel mogelijk grond onbedekt te laten. Het water kan dan infiltreren in de bodem of afstromen naar het oppervlaktewater of naar een tijdelijke opvang, bijvoorbeeld een wadi.

Ook particulieren kunnen bijdragen. Ze kunnen op hun perceel kleinschalige maatregelen nemen om ‘hun' regenwater op een goede manier te verwerken. Dat betekent vaak dat de tuin een ander karakter krijgt, bijvoorbeeld door de aanleg van een vijver, watergoten die het water afvoeren naar een laagte, of infiltratievoorzieningen als grindkoffers.

Een wijk waar gemeente en particulieren samen het regenwater op een meer natuurlijke manier verwerken is groener en er is meer oppervlaktewater. In termen van ecosysteemdiensten: ‘waterberging', ‘verkoeling' en ‘reinigende werking van bodem en water' zijn voelbaar aanwezig.

Beleid

In de Waterwet van 2009 is geregeld wie verantwoordelijk is voor welk onderdeel van de waterhuishouding in stedelijk gebied. Zowel in woonwijken als op bedrijfsterreinen zijn perceeleigenaren, bewoners en/of gebruikers verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op het eigen perceel door infiltratie of afvoer naar het oppervlaktewater (het water moet wel schoon zijn; zo niet, dan is zuivering verplicht). Particulieren kunnen wateroverlast helpen voorkomen door hun huis en tuin in te richten met het oog op een natuurlijker wateropvang. Groene tuinen met weinig betegeld oppervlak, vijvers en groendaken kunnen water opvangen en vasthouden en bieden verkoeling.

Waterschappen beheren watergangen zoals sloten en kleinere kanalen en beken in en rond stedelijk gebied. Ze zijn verantwoordelijk voor de waterstanden, onderhoud van oevers, waterbodems en speciale voorzieningen zoals gemalen.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de verwerking en afvoer van afval- en regenwater in openbaar gebied (soms ook van overtollig grondwater). Als een particulier buiten zijn schuld zijn hemelwater niet kwijt kan, is de gemeente verantwoordelijk voor het aanbieden van een voorziening. In de praktijk zorgen gemeenten voor riolering en bovengrondse voorzieningen (bijv. wadi's). Gemeenten zijn verplicht de zorg van het hemelwater (regen, sneeuw en hagel) als onderdeel op te nemen in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Ze spelen een centrale rol omdat zij moeten afwegen wat ze collectief regelen (in de openbare ruimte) en wat zij vragen van bewoners. In nieuwe wijken met kleine tuinen zal die afweging anders uitpakken dan in oudere wijken met grote tuinen (en relatief weinig openbare ruimte). In die laatste situaties ligt het meer voor de hand om een extra inspanning te vragen aan de perceeleigenaren.

Aanbevelingen

Als bodem en oppervlaktewater in het stedelijk gebied zodanig ingericht worden dat hemelwater op min of meer natuurlijke wijze verwerkt kan worden (infiltratie, waterberging), vaart een wijk daar wel bij: er is meer groen, het is er 's zomers koeler en in droge perioden is meer water beschikbaar.

Infiltratie van het regenwater in de bodem

Voor een goede infiltratie in de bodem dient een behoorlijk deel van die bodem ‘open' te zijn, dus niet afgedekt met gebouwen of bestrating. Onafgedekte bodems in de stad zijn bijvoorbeeld parken en plantsoenen, particuliere tuinen, begraafplaatsen, open parkeerterreinen, sportvelden en stadslandbouw. Vergroting van het areaal open bodem verbetert niet alleen de natuurlijke waterafvoer, maar voorkomt verdroging van hoger gelegen gronden. Het vergroot ook de aantrekkelijkheid van de omgeving en daarmee onder andere het vestigingsklimaat en de WOZ-waarde van woningen in de gemeente.

Afkoppelen op kleine schaal: groendaken, vijvers, grindkoffers en andere infiltratievoorzieningen

Groendaken houden regenwater vast, waardoor het langzamer op de bodem komt. Het regenwater heeft bovendien meer tijd om te infiltreren in de bodem. Daarnaast zorgen groene daken voor isolatie van gebouwen. En dragen ze 's zomers bij aan verkoeling, omdat het water dat op het dak valt gedeeltelijk verdampt.

Tuinaanleg aanpassen door met een gootje het regenwater naar een (eventueel te graven) laagte in de tuin af te voeren. Ook een vijver met overloop (grindrand) is een goede mogelijkheid. Als de vijver overstroomt loopt het water via de grindrand de bodem in.

Grindkoffers zijn gaten in de grond die met grind zijn gevuld en met een speciaal doek zijn afgeschermd van de omliggende bodem. Overtollig water loopt via de grindkoffer de bodem in. Infiltratiekratten of -buizen werken op een vergelijkbare manier. Ook grindpalen werken zo, maar infiltreren het water veel dieper in de bodem.

Aanleg van waterpartijen

Vijvers en singels kunnen dienen als opslag voor regenwater. Via een infrastructuur van vijvers en singels kan het water ook snel worden afgevoerd naar grotere wateren (kanalen, rivieren, meren). Vijvers en singels dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de stad en voorkomen in warme zomers het ontstaan van hittestress.

Kleinschalige aanpassingen

Vijvers en singels kunnen dienen als opslag voor regenwater. Via een infrastructuur van vijvers en singels kan het water ook snel worden afgevoerd naar grotere wateren (kanalen, rivieren, meren). Vijvers en singels dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de stad en voorkomen in warme zomers het ontstaan van hittestress.

Aanleg van een gescheiden rioolsysteem

Een gescheiden rioolsysteem zal geen probleem hebben met overvloedige regenval. Het risico dat via overstorten het afvalwater in het oppervlaktewater komt, wordt weggenomen. Daarnaast komt het afvalwater meer geconcentreerd in de rioolwaterzuivering, waardoor die efficiënter werkt. De waterafvoer van gebouwen kan losgekoppeld worden van de riolering, wat een eenvoudiger en kleiner afvoersysteem mogelijk maakt.

Bij de aanleg van nieuwe wijken is het gebruik van een gescheiden rioolsysteem een goede optie.