In het kort

Deze kaart geeft aan bij welke winningen oude verontreinigingen als potentiële of actuele probleemstoffen zijn aangetroffen. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen.

Bij veertig van de 215 beschouwde winningen komen stoffen voor in het onttrokken water die kunnen worden gerelateerd aan de aanwezigheid van oude bodemverontreinigingen in normoverschrijdende concentraties. Bij 54 winningen komen in het onttrokken water stoffen voor die kunnen worden gerelateerd aan oude verontreinigingen in concentraties van 75 procent van de norm. Bij 22 van deze 54 winningen komen zowel parameters voor die een probleemstof vormen als parameters die een potentiële probleemstof vormen. De aanwezigheid van deze stoffen is vaak gekoppeld aan het voorkomen van stedelijk gebied of (voormalige) industriële activiteiten of stortplaatsen in het intrekgebied. Het betreft winningen verspreid over het hele land. Dit betekent dat voor 72 winningen stoffen gerelateerd aan ‘oude’ verontreinigingen een probleem of risico vormen. Dit betreft 57 grondwaterwinningen en 15 oppervlaktewater- en oevergrondwaterwinningen. Bij de categorie oppervlaktewater- en oevergrondwaterwinningen moet worden opgemerkt dat deze categorie stoffen vooral voorkomt bij oevergrondwaterwinningen en maar een enkele maal bij oppervlaktewaterwinningen. Daarbij gaat het vaak om overschrijdingen van de signaleringswaarden in het Drinkwaterbesluit (Bijlage A, Tabel IIIc) van verschillende koolwaterstofverbindingen, maar ook om overschrijding van normen in het Drinkwaterbesluit (Bijlage A, Tabel II) zoals Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK's), benzeen en benzo(a)pyreen. Uit de inventarisatie blijkt niet dat bepaalde stoffen veel vaker voorkomen dan andere.

De aanpak van bodemverontreinigingen vindt plaats op grond van de Wet bodembescherming. De normen en signaleringswaarden die gelden voor de bronnen voor drinkwater zijn over het algemeen lager dan de interventiewaarden die de Wet bodembescherming stelt (Anoniem, 1986). Dit verschil in normstelling leidt in de praktijk tot discussie over de noodzaak tot het aanpakken van deze verontreinigingen. Daarom biedt de Circulaire bodemsanering (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2012) partijen de mogelijkheid om ook over te gaan tot sanering bij concentraties die lager zijn dan de interventiewaarden, maar in de praktijk wordt deze mogelijkheid (nog) niet benut.

Over de kaart

In een gebiedsdossier van een winning worden door de betrokken partijen (gemeente, provincie, drinkwaterbedrijf en waterbeheerder) huidige en toekomstige risico’s voor de waterkwaliteit geïnventariseerd. Deze risico’s kunnen zowel inhoudelijk als beleidsmatig van aard zijn. In de gebiedsdossiers worden ook mogelijke maatregelen geïdentificeerd waarover de partijen in een volgende fase afspraken maken. Ook geven de regiehouders vorm aan het proces van afspraken maken en bewaken zij de voortgang van de uitvoering van maatregelen zoals die zijn afgesproken. In de evaluatie van de gebiedsdossiers in 2014, uitgevoerd door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) in opdracht van het Ministerie van I&M Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Ministerie van Infrastructuur en Milieu), is voor een aantal probleemstoffen een landelijk beeld gemaakt. Daarvan is deze kaart een van de resultaten.

Kaartgegevens

De bronhouder van deze kaart is Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Bekijk de metadata voor de contactgegevens en de technische beschrijving van de kaart.