Gekapte bomen in het bos

Door een slimme combinatie van gegevens biedt de nieuwe koolstofkaart unieke informatie over hoeveel koolstof de Nederlandse vegetatie op jaarbasis vastlegt.

Koolstofdioxide (CO2) is één van de belangrijkste broeikasgassen. Broeikasgassen zorgen ervoor dat de warmte van de zon wordt vastgehouden. Sinds de industriële revolutie nam het gebruik van fossiele brandstoffen (gas, olie en kolen) sterk toe. Bij de verbranding komt CO2 vrij. Het wereldwijd kappen van bos verminderde de natuurlijke mogelijkheden om koolstofdioxide op te slaan. Dit alles leidde tot een sterke toename van CO2 in de atmosfeer (40% meer dan 250 jaar geleden) en droeg bij aan een versnelde opwarming van de aarde. Het realiseren van het terugbrengen van de CO2-uitstoot is daarom één van de speerpunten van het nieuwe kabinet.   

Planten belangrijk voor CO2-afname

Bomen en planten op het land en fytoplankton in zee nemen CO2 uit de atmosfeer op. Via fotosynthese wordt CO2 omgezet in bouwstoffen voor plantengroei. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer neemt door dit proces af. Daarnaast neemt de biomassa van deze planten toe, zowel bovengronds (in hout, bladeren en vruchten) als ondergronds (in wortels). En die biomassa is essentieel voor een divers aantal ecosysteemdiensten. Zo is het in de landbouw nodig om landbouwgewassen te kweken en leidt het in productiebossen tot een toename van het volume oogstbaar hout.

Inzicht in productiviteit Nederlandse vegetatie

De koolstofkaart toont hoeveel koolstof er in 2013 werd opgenomen door de vegetatie in Nederland. Dit wordt de netto primaire productie genoemd: het verschil tussen wat vegetatie aan CO2 opneemt en via fotosynthese weer uitademt. Daarmee geeft de kaart informatie over de productiviteit van planten door heel Nederland, voor zowel natuurlijke vegetatie als landbouwgewassen. Daarbij is het wel zo dat de kaart niet aangeeft hoeveel van deze biomassa is geoogst en hoeveel in de vegetatie is behouden. Op basis van de kaart kan dus niet worden beoordeeld hoeveel koolstof er in 2013 blijvend is vastgelegd. De kaart is gemaakt voor het jaar 2013, maar kan in principe voor elk jaar worden geüpdatet.

 

Kaart van koolstofvastlegging 2013 van maand tot maand

 

Grotere ruimtelijke en temporele nauwkeurigheid

Voor de totstandkoming van de kaart zijn satellietgegevens gebruikt. Deze zijn op basis van een rekenmodel (volgens de methode van MODIS) met elkaar en met de Ecosystem Unit kaart voor 2013 van het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) gecombineerd. Zo kan op lokaal niveau en met grote ruimtelijke en temporele nauwkeurigheid de koolstofopname worden ingeschat. Eerdere modellen gaven grovere en niet altijd nauwkeurige ruimtelijke en temporele schattingen. Deze kaart biedt een hogere resolutie van 10x10 meter waarmee een hoge kwaliteit aan ruimtelijke informatie kan worden geboden. Bovenstaande animatie geeft een overzicht van de gemiddeld netto koolstofopname in de maanden januari tot en met december 2013.

Waar kan de kaart voor worden ingezet?

De koolstofkaart is interessant voor de overheid, agrariërs, groenvoorzieners, natuurontwikkelaars, bedrijven en burgers. Zo kunnen op basis van de kaart schattingen worden gemaakt van de hoeveelheid natuurlijk veevoer of de houtproductie van bossen. Ook kan een schatting van de koolstofvastlegging van de Nederlandse vegetatie worden gebruikt in regionale of nationale beleidsplannen om CO2-concentraties in de atmosfeer te verminderen. De maandelijkse kaarten bieden een temporeel overzicht van klimaateffecten, landschapsveranderingen en de invloed van landschapbeheermaatregelen op een bepaald gebied of een bepaald soort vegetatie. Dit kan richting geven bij het ontwikkelen van toekomstscenario's of beleidsplannen voor gebiedsinrichting.

Reageren?

Bent u beleidsmaker, landbouwer of anderszins geïnteresseerd en wilt u reageren op deze kaart? Neem contact met ons op via: atlasnatuurlijkkapitaal@rivm.nl. Wij zouden het ook leuk vinden als u ons laat weten als u deze kaart voor een bepaald doel hebt gebruikt, bijvoorbeeld voor een beleidsvisie of informatiebijeenkomst.