Opgerolde regenworm in zand

Van 23 september t/m 5 oktober kun je mee doen aan de Bodemdierendagen. Het doel van de Bodemdierendagen is om er samen achter te komen met welke bodemdieren het in de dorpen en steden goed gaat en met welke minder. Bodemdieren houden onze bodem gezond. Ga op safari in je eigen tuin en maak kennis met onze onderburen. Welk bodemdier vinden we dit jaar het meest: de spin, de worm of het pissebed?

Natuurlijk kun je het hele jaar door bodemdieren zoeken. Maar tijdens het ‘officiële’ bodemdierenseizoen van de Bodemdierendagen rond Dierendag verzamelen we de gegevens voor de Bodemdieren top 3 van Nederland. Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centrum voor Bodemecologie organiseren deze Bodemdierdagen voor de achtste keer. In 2021 namen maar liefst 1666 officiële waarnemers deel en vonden zij samen meer dan 13.000 bodemdieren. Het is vaak een nek-aan-nek race tussen de spinachtigen, regenwormen en pissebedden. De winnaars van 2020, de regenwormen, eindigden in 2021 op een derde plaats met 82%. De pissebedden stonden in 2021 op de tweede plaats met 85% en de eerste plaats was voor de spinachtigen met 86%. De verschillen zijn dus zeer klein. Wat is de invloed van deze droge zomer? Bekijk op de Bodemdierendagen de resultaten van alle voorgaande jaren.    

Waarom zijn bodemdieren belangrijk?

Spinnen, pissebedden en regenwormen, we vinden ze vaak vies, eng of hinderlijk. Maar deze en andere bodemdieren zijn belangrijk omdat ze de bodem gezond houden. Spinnen eten insecten als bladluizen en zijn fantastische als natuurlijke insectenbestrijders. Pissebedden helpen mee met het opruimen van dode plantenresten, rottend hout en bladeren. Die peuzelen ze op en poepen ze weer uit. Hun uitwerpselen zitten vol met goede voedingsstoffen voor de bodem. Zo ruimen zij je tuin voor je op en zorgen zij voor je planten. Ook regenwormen zijn echte ecosysteemingenieurs. Ze eten het organisch materiaal (bladeren, uitwerpselen) en de bodemdeeltjes in de bodem. Daarbij verplaatsen ze bodemdeeltjes, organisch materiaal en bacteriekolonies en mengen zo alles door elkaar. Deze acties bij elkaar heten bioturbatie. Dit zorgt ervoor dat de bodem een losse structuur krijgt met veel organische stof waarin planten kunnen groeien.  

Regenwormen op de kaart

Het doel van de Bodemdierendagen is om er samen achter te komen met welke bodemdieren het in de dorpen en steden goed gaat en met welke minder. Op de Atlas Natuurlijk Kapitaal hebben we twee kaarten die een beeld geven van de regenwormenpopulatie. De kaart Regenwormen in Nederland (abundantie) geeft een beeld van de geschatte regenwormdichtheid per vierkante meter in de Nederlandse bodem. Op de kaart Regenwormen in Nederland (aantal taxa) zie je het aantal regenwormensoorten per 100 individuen. Deze kaarten zijn samengesteld op basis van 1300 meetgegevens van het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit. De gegevens zijn statistisch bewerkt en toegepast in modellen waarmee je de regenwormdichtheid en soortenrijkdom kunt schatten.

Regenwormen op de kaart


Op deze kaarten kun je zien of jij in een gebied woont waar veel regenwormen zijn. Woon je op een klei- of veenbodembodem? Dan woon je een gebied met veel regenwormen. Daar vinden we de meeste soorten en grootste dichtheden: 241- 540 wormen per m2. Dit komt omdat deze bodems minder zuur (pH) zijn dan zandgronden en een hoger gehalte organische stof hebben. Op de kaart lichten de kleibodems in de Flevopolder, Zeeland en langs de rivieren donkerrood (341-540 wormen p/m²) op, net als de veenbodems in Friesland en het Groene Hart. In heidegebieden komen geen regenwormen voor. Heidesoorten houden van zure grond, maar regenwormen juist niet. Je ziet een heidegebied als de Veluwe dan ook lichtgeel oplichten op de kaart. In de duinen of op bos- of zandgrond tref je ook nauwelijks regenwormen aan. De grond is er droog en zuur en regenwormen, de naam zegt het al, houden van vocht. De hogere zandgronden van Noord-Brabant en Limburg kleuren lichtgeel (<40 wormen per m²) en oranje (41-140 wormen per m²) op de kaart. Hier komen veel minder wormen voor dan op de kleigronden.

In Nederland komen ongeveer 25 soorten regenwormen voor, maar de meeste daarvan worden zelden waargenomen. De meest voorkomende regenwormen in Nederland zijn de Lumbricus rubellus, een veel voorkomende strooiselbewoner, de pendelaar Lumbricus terrestris en de bodembewoner Apperectodea caliginosa.

Atlas-team op safari in eigen tuin

Wormen in Liesbets tuin

Twee Atlassers gingen op zoek naar bodemdieren in hun eigen tuin. Wat is de invloed van zo’n droge zomer? Liesbet gaf haar tuin regelmatig water, maar schrok toch een beetje van de droge grond. En ze had veel bezoek van merels. Hadden die nog wel een worm overgelaten? Toen ze de kluit uitspitte, zag ze in eerste instantie niets. Na goed kijken en zoeken, vond ze de eerste worm tussen de dichte wortels van het gras. Een strooiseleter aan de donkerrode kleur te zien. Iets dieper in de wortels trof ze nog twee wormen aan. Pendelaars waarschijnlijk, want de achterkant van hun hun lichaam is bleker van kleur. Toch drie wormen dus, ondanks de droge grond.

Atlasser Harm had minder geluk. Zijn tuin was naar eigen zeggen een woestijn en ondanks verwoede wroetpogingen trof hij geen enkele regenworm aan. En ook geen spinnen of pissebedden. 

Meedoen aan de Bodemdierendagen?

Benieuwd welke bodemdieren in jouw tuinbodem leven? Doe mee aan de Bodemdierdagen van 23 september tot en met 5 oktober. Op de Doe mee-pagina van Bodemdierdagen vind je meer informatie, een download-zoekkaart en score-formulier. Duik je tuin in of ga je balkon op en geef je waarneming door. Als je je waarneming hebt ingevuld, krijg je via de mail een rapportcijfer voor jouw bodemdieren. Liesbet vond het nog best lastig om de soorten te herkennen. Maak het jezelf makkelijk en download de app OBSIdentify via de Apple Store of Google Play. Daarmee kun je soorten makkelijker herkennen.

Geen tijd tijdens de Bodemdierendagen? Geen nood. Met de tuinbodemcheck van IVN Natuureducatie kun jij tot op de bodem uitzoeken wat de kwaliteit is van het bodemleven in jouw tuin. Je kunt gratis een toolkit aanvragen. Waar of wanneer jij ook in je bodem gaat wroeten, wij wensen je heel veel wroet- en ontdekplezier!

Volgend jaar (nog) meer leven in jouw tuinbodem?

Wil jij meer leven in je bodem? Zorg voor een gezonde bodem in je tuin! Bodemdieren vinden plantenresten heerlijk. Laat blad- en gewasresten dus lekker op de grond liggen of bedek je bodem met organische laag van fijngemaakt gras, houtsnippers en boomschors. Je bodem droogt zo bij warmere temperaturen minder snel uit en regen geeft geen uitspoeling meer. Spit niet teveel in je tuin, anders verstoor je het evenwicht tussen de bodemorganismes en bodemlagen.

En wist je dat je van je gft-afval mooie wormencompost kan maken? Hoe dan? Lees het artikel Een wormfabriekje op jouw balkon? Composteren kun je leren. Met deze wormencompost kun je de bodem voeden en dit zorgt weer voor nieuwe onderburen in je bodem.

Meer informatie?