In het kort
Regenwormen behoren tot de reuzen van het bodemleven, de zogenoemde macrofauna.
In Nederland zijn ongeveer 25 soorten bekend, maar de meeste daarvan worden zelden waargenomen. Enkele soorten komen juist heel veel voor. Regenwormen worden ingedeeld in drie groepen, op grond van hun voedselkeuze, gedrag en voorkomen. Zo zijn er de pendelaars, die diepe verticale gangen maken en plantenresten tot ver in de bodem brengen. Zij vergroten het gehalte aan organische stof, verbeteren de bodemvruchtbaarheid en versterken het vochtregulerende vermogen. Daarnaast zijn er de regenwormen die vlak onder de oppervlakte leven en de soorten die juist dieper in de bodem zitten. De eerste groep composteert plantaardig materiaal en maakt veel stikstof, fosfaat en kalium vrij. De laatste groep bevordert de beluchting en stimuleert de microbiële activiteit in de bodem.
Regenwormen zijn gevoelig voor verontreiniging en grondbewerking, zoals ploegen en mestinjectie. Ze spelen door hun gedrag en eigenschappen een belangrijke rol bij de structuurvorming van de bodem. De meeste soorten regenwormen worden aangetroffen bij de melkveehouderij op de kleigronden. Regenwormen zijn cruciaal voor:
- nutriëntenhuishouding
- bodemstructuur
- afbraak en opslag organische stof
- opslag en afgifte van water
- habitat en biodiversiteit
Over de kaart
Op de kaart wordt voor heel Nederland het aantal regenwormen per m2 weergegeven, op basis van gegevens uit de Bodembiologische database. Ze zijn berekend met behulp van niet-lineaire regressiemodellen van het bodemleven in relatie tot bodemeigenschappen (pH, lutum, organische stof, nutriënten en vochtigheid).
Kaartgegevens
De bronhouder van deze kaart is Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)). Bekijk de metadata voor de contactgegevens en de technische beschrijving van de kaart.